Foutje. Zal niet meer gebeuren. Sorry.

In de sjoel van Enschede vond vorige week een bijzondere bijeenkomst plaats: een dubbeltentoonstelling! Een tentoonstelling over 1/ Enschede in de oorlogsjaren en 2/ borden met daarop de namen van alle leden van de Joodse Gemeente van voor de oorlog, die niet terugkeerden, zoals we dat zo keurig en bijna gevoelloos benoemen. Maar het was iets ingewikkelder. In 1928 werd Circus Menko, zoals de sjoel werd genoemd, ingewijd. Via een gecompliceerd speurwerk zijn alle namen gevonden van de toenmalige aanwezigen en zelfs hun zitplaatsen bij de inwijdingsdienst kon worden achterhaald. En dus kreeg ieder op zijn plaats zijn naamkaartje en idem op de damesgalerij. De nieuwe burgemeester was aanwezig en samen mochten we de tentoonstelling openen. Uiteraard is er nog veel meer gebeurd de afgelopen dagen, maar wat overheerste en overheerst is de oorlog in Oekraïne. Blouma en ik zijn er constant mee bezig. Maar wat kunnen we van hieruit doen? Voor ons is het allemaal heel erg dichtbij. Wij kennen Oekraïne, we kennen de rabbijnen, de medewerkers van Christenen voor Israel die daar hun werk doen onder het motto “Breng de Joden thuis”. Koen, het hoofd van de organisatie in Oekraïne, is een held. Ongelofelijk wat daar gedaan wordt gedaan om de Joden uit Oekraine weg te krijgen. Ik volg het de hele dag door, bel de rabbijnen regelmatig om ze te bemoedigen. Een van de rabbijnen kon het niet meer aan. Huilend aan de telefoon omdat zijn gemeenteleden vermoord worden, er geen eten meer is, elektriciteit was uitgevallen en ze geen kant op konden. De rabbijn doet wat hij kan, maar feitelijk kan hij bijna niets. Hoe kan het dat Joodse oligarchen Poetin blijven steunen en dus zwijgend toekijken hoe volledig onschuldige burgers worden vermoord. Na dit aardse bestaan hebben die oligarchen iets uit te leggen, dat moge duidelijk zijn, maar deze weet helpt niet de huidige situatie.

Ik ben net terug van mijn dagelijkse snel-wandeling. Even weg van het nieuws en aan iets anders denken. Een aantal kehillot wil nu al een Pesach artikel hebben en uit California word ik benaderd vanwege een triest sterfgeval in Nederland en vanuit Engeland krijg ik een telefoontje om iemand in Polen te helpen.  Never a dull moment!

Vanmiddag was ik aanwezig bij de (her)onthulling van het zogenaamde “Erkentelijkheids-monument”. Even uitleggen: na de oorlog heeft een aantal Joden een monument opgericht om de Nederlanders te danken voor hun hulp en voor het feit dat Nederland weigerde hun Joden te verraden. Een flinke misser, want 80% van onze Joodse gemeenschap werd vermoord met enthousiaste medewerking van Nederland. En dus was er toen felle kritiek op de plaatsing van dit monument. Om een lang verhaal kort te houden: het monument was om redenen verplaatst en nu weer naar de bijna oorspronkelijke plaats teruggebracht. Ook deze verplaatsing is discutabel en dus moest ik diep nadenken of ik wel of niet de uitnodiging namens de Burgemeester van Amsterdam wilde aanvaarden. Na overleg koos ik ervoor om wel te gaan. Nadrukkelijk zou verwoord worden, en aldus geschiedde, dat het belachelijk was dat Joden zelf een erkentelijk monument moesten betalen en los daarvan: erkentelijk voor wat?? Voor het enthousiaste meewerken aan de nazi’s? Het zou een kleine bijeenkomst worden, slechts enkelingen waren uitgenodigd. Na wikken en wegen sloeg mijn interne weegschaal naar rechts door en dus zou ik gaan. Het was trouwens een prima bijeenkomst met twee sprekers. Emile schrijver, directeur van het Joods Cultureel Kwartier die perfect uitlegde hoe fout de boodschap was, maar dat die foute boodschap wel een deel was van de geschiedenis. En de tweede spreker was Halsema. Samengevat was haar korte toespraak: schaamte, schaamte voor hetgeen Amsterdam had nagelaten te doen.

Voordat ik naar de korte plechtigheid ging, ontmoette ik op mijn kantoor te Amsterdam Buitenveldert, een medewerker. In mijn onwetendheid wilde ik hem een lift aanbieden naar de (her)onthulling. Dat had ik beter niet kunnen aanbieden, want hij was niet uitgenodigd, was de mening toegedaan dat niemand naar die bijeenkomst zou moeten gaan en omdat het begrip tolerantie hem niet zo goed bekend is, werd ik op onaangename en aanmatigende wijze door deze medewerker bejegend.

Zo, ik heb dat nu van mij afgeschreven!  Mocht de onderhavige medewerker dit dagboek lezen dan zal ik wel weer mijn excuus moeten aanbieden aan zijn bestuurders omdat ik hem heb beledigd. Bij deze dus mijn welgemeende excuus! Ik had mijn boosheid niet op papier moeten zetten! Foutje. Zal niet meer gebeuren. Sorry.

 

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel
Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op
https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

Reacties

Populaire posts