dagboek 19 febr. 2025
Na de zeer drukke afgelopen dagen met als slot de Toebisjwat bijeenkomst in Arnhem, was mijn agenda nagenoeg leeg. Ik werd er bijna zenuwachtig van. En dus ben ik maar vast gaan vooruitdenken welke grap we dit jaar met Poerim gaan brengen. Want even niets doen ligt niet in mijn aard. Wel was er nog maandagochtend, na het maandagochtend sjoeldienst in Almere, een overleg tussen rabbijnen en de PKN. Uit dat overleg is niet echt iets voortgekomen, maar samenkomen is op zichzelf een goede zaak. Gelijk Mgr. de Korte aangaf dat de Rooms Katholieke Kerk ter bescherming een schil wil vormen om de Joodse gemeenschap hier te lande, zo ook gaf KPN dat aan. Maar de complexiteit bij de KPN is aanzienlijk groter dan bij de RK. Bij de RK bestaat er een strakke hiërarchie, bij KPN ontbreekt dat en oogt de schil dus dunner. Dat komt niet door de opstelling ten opzichte van de Nederlandse Joden, maar de steun voor de Staat Israël ligt bij de KPN ingewikkeld. Over de opstelling ten opzichte van de Staat Israël heerst binnen Protestants Nederland verdeeldheid. En zo kan het gebeuren dat … maar laat ik niet negatief zijn. De bespreking was fijn, openhartig en eerlijk. En dat is goed.
U ziet, beste dagboekenier, ik ben inmiddels redelijk goed op de hoogte over het lopen der hazen in de christelijke wereld.
Maar ik pak de draad weer op van mijn dagboek en was dus aan het denken geslagen over een Poerimgrap. Beste niet-Joodse lezers, houd de Joodse kalender in de gaten en tuimel er niet weer in. De Joodse lezers zijn daarin alerter dan de niet-Joodse. Neem nou mijn Poerim aankondiging dat ik mij beschikbaar had gesteld als lijstduwer voor de SGP en de Christen Unie. Bij bosjes werd het geloofd, landelijke dagbladen namen het op in hun nieuwsgaring. En wat dacht u ervan dat uw opperrabbijn een teckeltje had aangeschaft om gedurende de corona-periode toch naar buiten te kunnen om officieel het hondje uit te laten, maar in feite om de zieken en behoeftigen te bezoeken. Jaren geleden toen Joods Nederland nog beschikte over eigen koosjere slagerijen en import dus niet aan de orde was, heb ik de directie van het Sinai Centrum een brief laten rondsturen in Joods Nederland dat het Sinai Centrum, om de vleesprijs te drukken, een eigen koosjere slachterij zou beginnen. Op de binnenplaats van het Sinai Centrum zou zich dat afspelen en ik zou de sjocheet, de ritueel slachter, zijn. Woedende reacties! Een aantal psychiaters gaf duidelijk te kennen dat het Sinai Centrum een behandelinstituut is en geen abattoir, terwijl een van de koosjere slagerijen ziedend liep te brullen over oneigenlijke concurrentie.
Mijn agenda was dus redelijk leeg, maar liep automatisch vol. Weer twee aanvragen voor een rabbinale verklaring. Een interview met iemand die aan een of ander onderzoek bezig is over Nederlandse Joden. Een mijnheer die zegt Joods te zijn, in een AZC zit, zegt gediscrimineerd te worden en een andere naam heeft dan op zijn ID staat. Geen Joods touw dus aan vast te knopen! Maar los van het losknopen: als iemand een rabbinale verklaring wil hebben en de aangeleverde bewijzen blijken niet te kloppen of aantoonbaar vervalst, dan is voor mij hiermee de kous niet afgedaan. Waarom wilde de aanvrager een verklaring? Er kunnen kwade bedoelingen achter zitten. Binnen de Joodse gemeenschap komen om te bekeren of, veel erger, om aanslagen te plegen. En dus zit er voor mij een follow-up ook en juist als er sprake is van aantoonbare poging tot oplichting. En terwijl ik bezig ben dit dagboek te beëindigen komt er een whatsapp binnen:
“Beste Rabbijn Jacobs, acht jaar geleden heeft u voor mijn zoon Henri de jood-verklaring gemaakt die hij toen bij u op uw kantoor in Amsterdam heeft afgehaald. We zijn geen leden van een Joodse Gemeente omdat we niet godsdienstig zijn, maar mijn grootouders hadden wel een dikke rode J in hun paspoort. Vanwege de huidige toestand zijn we serieus aan het overwegen Nederland te verlaten. Ik heb gelegenheid om morgenmiddag langs te komen om de verklaring op te halen in de Van der Boechorststraat. Ik hoop dat u er dan bent.”
Omdat het al laat in de avond was raakte ik nogal geïrriteerd. Ik ben geen (koosjere) snackbar waar je een loempia bestelt en dan aangeeft wanneer je het wilt afhalen. Mijn reactie was dan ook een duidelijk geïrriteerde:
“Beste mevrouw, U schrijft dat toentertijd de verklaring werd 'opgehaald'. Wat bedoelt u? Heeft er geen onderzoek plaatsgevonden? Ik geef nooit zomaar een verklaring af. Inmiddels bestaat de Van der Boechorststraat niet meer. Het is ook niet zo dat bij mij thuis verklaringen klaarliggen en u even uw verklaring komt afhalen. Los hiervan is het in gebruik zijnde rabbinale en bestuurlijke archief van het Inter Provinciale Opperrabbinaat, bestaande uit 31 dozen, elders gedumpt (met dank aan de verantwoordelijke bestuurders!) en ligt alles door mekaar zodat ik nergens meer iets kan terugvinden. Ook de verklaring van uw Henri niet! Ik help u graag, maar zal toch echt e.e.a. moeten uitzoeken. Ik verwacht dat u daarvoor begrip kunt opbrengen en dat ik niet effetjes per whatsapp een verklaring kan, wil en mag afgeven. Met vriendelijke groet.”
Einde dagboek van vandaag!
Reacties
Een reactie posten