Toebisjwat 5781

De boom is jarig!?

 

Nieuwjaarsfeest van de bomen. ‘Van harte mazzeltov, gelukkig Nieuwjaar’, hoor ik u denken, ‘hoe verzinnen ze het? Een soort dierendag, maar dan voor bomen?’ Of misschien bent u zo gewend aan het nieuwjaarsfeest der bomen dat het vreemde en primitieve u niet eens meer opvalt.

Er zijn meerdere feesten, wetten en met name gebruiken die in eerste instantie ietwat primitief en kinderachtig overkomen. Maar na enig doordenken of dat naarmate wetenschap vordert, blijkt het kinderachtige toch niet zo kinderachtig te zijn als het in eerste instantie oogde en worden verborgen diepgang, wijsheid en waarheid zichtbaar.

En dus rijst de vraag: wat is de diepere betekenis van het Nieuwjaarsfeest van de bomen? 

 

Er zijn wetten ten aanzien van het wel/niet mogen profiteren van de vruchten van bomen, het doen van afdrachten aan de Tempel, het geven van een bepaald percentage van de opbrengst aan de armen. En deze wetten zijn gekoppeld aan de leeftijd van de boom. Vergeet niet: onze voorouders waren agrariërs. En dus logisch dat er regels zijn voor de agrarische sector.

Maar toch blijft de vraag: Wat doe ik als niet-agrariër hiermee? Thora en Traditie hebben toch immers eeuwigheidswaarde en gelden daarom in ieder tijd, onder alle omstandigheden en voor ieder van ons!

Kie ha’adam eets hasadé – de mens is gelijk een boom in het veld.

Een boom heeft wortels, een stam met takken en een vruchtboom geeft vruchten.

De mens heeft ook wortels, zijn roots. Zonder die roots, de gevoelsmatige verbintenis met zijn (joodse) afkomst, kan de boom niet groeien. Een klein rukwindje zal de boom ontwortelen.

De stam symboliseert kennis. Zonder kennis van ons Jodendom is er geen Joodse toekomst. Maar zelfs als ik me Joods voel en over een gedegen kennis beschik, zolang ik geen vruchten voortbreng, ik leef een introvert bestaan, dan ontbreekt er iets heel essentieels, want het doel van de boom zijn de vruchten.

 

Geven wij wel genoeg vruchten of zijn wij gierig?

 

Een vrouw kwam bij rabbijn Shlomo Kluger (1785-1869 Galicië) om over haar man te klagen. Hij was schatrijk maar ook buitengewoon gierig. Niets mocht ze kopen, alles was te duur.

Toen rabbijn Kluger dit hoorde zei hij dat hij hiermee een vraag, die hem al vele jaren bezighield, beantwoord zag. In de Misjna (traktaat Kidoesjin) leren we:

Als een man een vrouw trouwt op voorwaarde dat hijzelf rijk is, maar na het huwelijk blijkt dat hij onwaarheid heeft gesproken omdat hij arm is, of als een man een vrouw huwt op voorwaarde dat hij arm is en hij blijkt achteraf zeer vermogend te zijn: in beide gevallen is het huwelijk ongeldig.

Ik begrijp, zo sprak de rabbijn, dat het huwelijk ongeldig is als de vrouw meende dat zij met een rijke man trouwde en hij blijkt achteraf straatarm te zijn. Zij is bedrogen. Maar als een vrouw denkt dat haar man arm is, zoals de man aangaf tijdens de huwelijksinzegening, en achteraf blijkt hij zeer vermogend te zijn: waarom is het huwelijk dan ongeldig? Dat is toch voor haar een geweldige meevaller?!

Maar nu weet ik het antwoord op deze vraag, sprak de rabbijn: om getrouwd te zijn met een rijke man die zo gierig is als een vrek, is ondragelijk.

 

Tsedaka wordt dé mitswa genoemd. Juist in deze ingewikkelde tijd zien we dat er veel en royaal wordt gegeven aan hen die zich in moeizaam financieel vaarwater bevinden. Maar tsedaka reikt verder dan PayPal. Ook vrijwilligerswerk en de medemens mentaal bijstaan, valt onder het begrip tsedaka. Ook dit zijn de vruchten die de mens, de boom in het veld, moet produceren, zelfs als hij vermogend is.

Maar wat als iemand zich te oud voelt om nog te kunnen produceren of hij is nog jong, maar heeft een negatief zelfbeeld en denkt dat hij niets kan?

Jodendom kent geen leeftijdsdiscriminatie! In welke levensfase we ons ook bevinden, hoe sterk of onverhoopt zwak we ons ook voelen, of we tiener zijn of bijna honderd, altijd kunnen we door vruchtbaar gedrag iets voor de ander betekenen. Een dankbare glimlach van een hoogbejaarde naar het personeel dat zich dag en nacht voor hem inzet, is goud waard. Of andersom: een paar weken geleden vertelde mij een mevrouw, die na vier weken ziekenhuis eindelijk weer thuis kon zijn, dat zij zoveel steun had gekregen van de schoonmaakster! Ze telt nauwelijks mee in de medische wereld omdat ze slechts de werkster is, maar iedere dag als ze de vloer kwam dweilen zei ze opgewekt: “Goeie morgen mevrouw. Hoe gaat het? Het is mooi weer vandaag. Kop op! U ziet er echt al beter uit.” Die paar simpele oprecht gemeende woorden waren van onschatbare waarde.

 

Ik wens u een gezond en vruchtbaar jaar! Dat velen van u zullen mogen profiteren, financieel en mentaal.

 

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks.

 

 

 

 

Reacties

Populaire posts