Ik begrijp dat ik het niet snap.

“Ik lees uw dagboek regelmatig en ik ervaar dat als erg inspirerend. Wij hebben veel zorgen om ons oudste kind (bijna 17, we adopteerden hem 10 jaar geleden uit Sri Lanka). We hebben hem recentelijk uit huis moeten laten plaatsen. We hadden zelf ook twee biologische kinderen die na de adoptie zijn geboren. Waarom we geadopteerd hebben is verder niet relevant, maar we bemerkten dat onze oudste zijn met zijn twee zusjes een, laat ik me voorzichtig uitdrukken, een afwijkende relatie had. Hij deed dit in het diepste geheim, hoogstwaarschijnlijk vanwege diep verborgen trauma's uit zijn verleden. Thuis wonen was daarmee absoluut geen optie meer. Onze oudste zoon, want hij blijft gewoon onze zoon en wij houden van hem net zoveel als van onze andere kinderen, wil hierover absoluut niet praten, mogelijk kan hij het ook niet kan.  In die periode van uithuisplaatsing las ik dagelijks uw dagboek. Het heeft me veel kracht gegeven om door te gaan. Zowel met de zorg voor onze twee thuiswonende kinderen, maar ook voor ons uitwonende kind…” Dit was een reactie die ik vandaag per e-mail ontving. Hoe ik die mevrouw tot steun ben geweest weet ik werkelijk niet. Ik ken haar niet, nog nooit ontmoet of gesproken. Het deed me denken aan een begrafenis, jaren geleden, waarbij een van de familieleden van de overledene dacht dat ik in mijn treurrede tegen hem had gesproken en niet over de overledene. En toevallig (hoewel toeval dus niet bestaat) zag ik gisteravond laat een YouTube van de echtgenote van de rabbijn van Zagreb. Zij voelde zich in Zagreb erg eenzaam. Een zeer kleine Joodse gemeenschap, haar man deed al het werk en zij zat voornamelijk thuis met haar vijf kinderen. Tien jaar geleden wilde ze weg. Ze zag het niet meer zitten. De eenzaamheid bekroop haar. Ze heeft toen gesproken met een oudere rabbijn en die drukte haar op het hart dat alleen al haar aanwezigheid in Zagreb, zelfs als ze niets meer doet dan er woonachtig zijn, een functie heeft. En waarlijk enige weken later belt een Joodse vrouw haar op en zegt dat haar aanwezigheid in Zagreb voor haar zo belangrijk is. Door haar aanwezigheid voelt ze zich gesteund in haar Jodendom.

Ook ik vraag me soms af waarmee ik nou eigenlijk bezig ben. Zit ik hier alleen maar te zitten of mag ik ook iets betekenen voor anderen. Mijn landelijke bijeenkomsten en lezingen liggen al bijna een heel corona-jaar stil. Doe ik nog wat? En dus zit ik maar dagenlang op de computer te dagboeken, want dat dagboek van mij verdient het ondertussen wel om een werkwoord te zijn. En net toen ik me dat weer eens afvroeg, ontving ik per e-mail bovenstaande “Ik lees uw dagboek regelmatig…”. Niet altijd kan een mens overzien wat hij in stilte bereikt, hoe hij de medemens zonder dat te weten tot steun kan zijn.

Aanstaande sjabbat lezen we in alle synagogen ter wereld het deel van de Exodus dat de naam draagt: Misjpatim. Misjpatim zijn wetten die we kunnen begrijpen. Het verbod bijvoorbeeld om te stelen, te doden. Het gebod om juiste gewichten in huis te hebben voor de weegschaal om oplichting te voorkomen. Wetten die ieder land heeft en ieder mens zelf ook had kunnen bedenken. Maar er zijn ook wetten die we niet kunnen vatten. Ook die onbegrijpelijke wetten moeten we naleven. Net iets anders vertaald: begrijpen en niet-begrijpen lopen steeds in het leven door mekaar.

Ik begrijp bijvoorbeeld dat ik een paar dagen geleden een tasje met een fles appelsap, enige versnaperingen en een spelletje aangeboden kreeg. Zomaar, gratis. Wie was de gulle schenker? De burgemeester van Amersfoort, mijn woonplaats. Alle inwoners boven de zeventig kregen zo’n pakketje en de vraag of ze wellicht bezoek willen hebben om een eventuele eenzaamheid te verlichten. Heel geweldig van de burgemeester. Gewoon een kleinigheidje, een attentie. Bijzonder. Ik kan deze geste helemaal begrijpen.

Maar wat ik helemaal niet kan begrijpen is dat een jongere collega van mij, die ergens in de USA-rabbijn is, luidkeels is gaan oproepen om vooral geen vaccinatie te accepteren. Andersdenkenden werden door hem zeer on-rabbijns beledigd en als debiel neergezet. Onbegrijpelijk! Schoenmaker houd je bij je leest, dacht ik toen ik dit hoorde. Prompt is hij door de vereniging van rabbijnen waartoe hij behoorde van de rabbijnen -lijst geschrapt. Jammer, maar terecht. Maar waarom hij zichzelf zo in de belangstelling wilde plaatsen, kan ik niet begrijpen.

En zo ben ik weer terug bij het begin van dit dagboek: begrijpen en niet-begrijpen lopen telkens door mekaar in ons aardse bestaan. En dus schrijf ik maar verder aan mijn dagboek en begrijp ik absoluut niet waarom de situatie dusdanig is dat gewone bijeenkomsten en ontmoetingen helaas niet mogelijk zijn. Ik snap er niets van.

 

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel
Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks.

 

Reacties

Populaire posts