Zo Joods als de poes van mijn buren.

Af en toe ontmoet ik ook mensen in het echt. Een van die ‘echte’ mensen was een nog vrij jonge vrouw die ik eigenlijk min of meer toevallig tegenkwam toen ik op weg was naar mijn kantoor. Ze is een medewerker van een fiscaal adviesbureau. Zo’n bedrijf met van die chique stoelen en tafels en een al even chique uurtarief. We kenden elkaar van lang geleden en dus groette ik haar vriendelijk. Maar die oppervlakkige groet ontaardde in een, wat genoemd wordt, pastoraal gesprek.  Ze kwam letterlijk bij mij uithuilen vanwege de rampen die ze moet meemaken. Een aantal van haar cliënten ziet het dusdanig niet meer zitten dat ze spelen met de gedachte om een eind aan hun leven te maken. Het betreft kleine zelfstandige ondernemers die vanwege corona volledig zijn uitgeschakeld. Of ik haar kan adviseren hoe met deze ‘gestoorde’ mensen om te gaan, want ze vreest dat een aantal zich gaat suïcideren.

Onbewust deed dit mij denken aan een ervaring decennia geleden. Op Muiderberg, de Joodse begraafplaats van de Joodse Gemeente Amsterdam waar mijn ouders, grootouders en overgrootouders begraven liggen, bemerkte ik een paar rijen met graven van hele gezinnen en allen met dezelfde datum van overlijden, ergens in mei 1940. Ouders die na de inval van de moffen op 10 mei 1940 besloten om zichzelf en hun gezin de vervolging te besparen en de gaskraan hebben opengedraaid. Hoe weet ik dat ze een eind hebben gemaakt aan hun leven met de gaskraan? Weet ik niet, maar vermoed ik. Want ik kende twee mensen die op die manier ook hun leven ‘uit voorzorg’ hadden willen beëindigen, maar door naasten ervan zijn weerhouden, op het laatste moment. Die twee hebben zonder concentratiekamp en met ‘slechts’ onderduiken, de oorlog overleefd. Zelfmoord (en ook de moderne versie genaamd: voltooid leven) is een zware overtreding en mensen die bewust zich van het leven hebben beroofd mogen daarom ook niet zomaar begraven worden. Voor hen een plaats helemaal aan de zijkant van de begraafplaats, op afstand van de reguliere graven. En toch waren die rijen op Muiderberg niet aan de kant van de begraafplaats.  Ook ik heb helaas een aantal geslaagde zelfmoordpogingen meegemaakt in de loop van mijn rabbinale carrière. Maar nog nooit zijn de overledenen ‘aan de kant’ van de begraafplaats begraven. Gij zult niet doden, geldt ook ten aanzien van jezelf. Maar ‘aan de kant’ is uitsluitend van toepassing indien de zelfmoord volledig bewust is gepleegd. Die mensen uit mei 1940 werden door een gigantische en zeer begrijpelijke angst overmeesterd. En ook de mensen die vanuit wanhoop het niet meer zagen zitten en ik heb moeten begraven waren ziek, niet slecht. Zo ook moeten we aankijken tegen mensen die het gevoel hebben dat alles wat ze gedurende tientallen jaren hebben opgebouwd door corona in een enkel jaar kapot is gemaakt. Ik begrijp hun gevoel en bied de medewerker aan om waar mogelijk te helpen. Ze mag radeloze cliënten naar me toesturen, misschien kan ik iets betekenen of regelen dat de persoon op korte termijn een psychiater kan spreken. Het is geen toeval dat ik sinds kort weer in het Sinai Centrum werk. Maar de les die ik aan de medewerker gaf was dat ze deze radeloze cliënten niet als gestoord kan en mag beschouwen. Ze zijn ziek en een zieke moet je helpen, niet veroordelen. “Regel jij de financiële kant van de zaak. Geef mij de geestelijke begeleiding”.

Nadat ik vorige week door een collega benaderd was over een meisje van een jaar of twintig dat voor de Joodse wet wil gaan trouwen in Marseille, kreeg ik net voor de aanvang van de sjabbat haar aanstaande aan de lijn. Haar aanstaande is Joods en naar vermoeden ook zijn verloofde. De ouders van haar opa en oma, van moeders kant, hadden namelijk in 1937 choepa, religieuze inzegening van het huwelijk, in Nederland gehad. En dus als de moeder van de moeder van haar moeder Joods is, is zij dat dus ook. Of ik het even kan uitzoeken. Allereerst heb ik natuurlijk de aanstaande bruidegom van harte mazzeltov gewenst en verzocht of zijn verloofde mij zelf kan bellen. Dit gaat dus een puzzelwerk worden. Goed luisteren naar haar verhaal en zoeken naar aanknopingspunten. Had haar betovergrootmoeder broers en/of zussen? Waar leven die nu? Waar waren die in de oorlog? Wie van de familie is waar begraven. Als alles gewoon geregistreerd staat en er zijn documenten, is het natrekken of iemand Joods een kwestie van minuten. Maar bij mij komen de moeizame gevallen. Detective Jacobs wordt ingeschakeld. Percentage succesvolle opsporing? Rond de 80%! De ontbrekende 20% lukt niet omdat er totaal niets aan papieren of aanwijzingen te vinden zijn. En een gedeelte van hen blijkt ook gewoonweg niet Joods te zijn, maar hadden slechts een vermoeden in die richting of hoopten dat. En een zeer klein percentage heeft bewust geprobeerd om de boel op te lichten. Waarom? Kan een geldkwestie zijn, een erfenis, een uitkering of zomaar een kronkel in het hoofd. Ik herinner mij een geval van een mevrouw die bij hoog en laag beweerde dat haar ouders begraven lagen op de Joodse begraafplaats in Parijs, maar welke wist ze niet meer. Belachelijk dat ik haar niet accepteerde als Jodin. Na ettelijke maanden zeuren, zoeken, schrijven blijkt de moeder in Amersfoort te zijn gecremeerd en de mevrouw zo Joods is als de poes van mijn buren.

 

Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel
Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op
https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

Reacties

Populaire posts