Geen onkostenvergoeding, want de opdracht was geheim.
Wel of niet een biografie? Met die vraag eindigde ik mijn dagboek van donderdag jl. In eerste instantie dacht ik dat het de moeite waard is om het in overweging te nemen. Maar na rustig nadenken, de pro’s en contra’s op een rijtje te hebben gezet, is mijn conclusie: niet doen. De reden? Ik denk dat het meest van mijn werkzaamheden te vertrouwelijk is. Misschien vanwege mijn werkzaamheden in het Sinai Centrum ben ik zeer alert om vertrouwelijkheden geheim te houden. Het kan niet zo zijn dat informatie die met mij werd gedeeld naar buiten komt. Maar los van de vertrouwelijke informatie kan ik dikke biografieën het licht doen laten zien met ‘smakelijke’ verhalen die scoren. Ruzies, belangenverstrengelingen, overspel, poging tot omkoop: welkom in onze geciviliseerde samenleving. De schrijver die geïnteresseerd was om mijn biografie te schrijven meende dat een en ander wel min of meer anoniem gebracht kon worden, maar dat zie ik niet zitten. De Joodse Gemeenschap is te klein om iets anoniem en onherkenbaar te kunnen brengen. In mijn dagboeken vertel ik ook wat ik meemaak en daar waar nodig maak ik van een man een vrouw (heden ten dage is dat heel populair!), krijgt mijnheer Cohen de naam Polak en kan ik een beetje met de leeftijd sjoemelen. Maar zij die vlakbij het vuur zitten herkennen. Maar ik kan best een heleboel belevenissen delen die op z’n zachts uitgedrukt interessant zijn. Neem nu het volgende: ik werd door een voorzitter gevraagd om in het geheim naar het buitenland te gaan om een probleem voor de desbetreffende organisatie op te lossen. Netjes tot volle tevredenheid opdracht uitgevoerd. Toen ik mijn onkosten wilde declareren, dat wil zeggen de reiskosten en een lunch die ik moest aanbieden om het moeizame gesprek makkelijker tot een oplossing te brengen, kreeg ik te horen dat ik geen feitelijk gemaakte onkosten mocht indienen want (houd u vast!) het was een geheime opdracht. En wat te denken van een hoogwaardigheidsbekleder, een topper, die mij de briljante vraag stelde waarom Joden in de oorlog een Jodenster droegen. Ze hadden toch beter dat niet kunnen doen want dan zou niemand weten dat ze Joods waren! Of een andere topper die de mening is toegedaan dat 98% van Nederlandse antisemieten moslims zijn. Het zou dus een smakelijke biografie worden, maar wil ik dat? En los daarvan: er zijn in de Joodse wet twee vormen van kwaadsprekerij. 1: je beschadigt door kwaadsprekerij, ook als de feiten allemaal kloppen. 2: Je beschadigt met verzinsels die kant noch wal raken, maar in principe wel hadden kunnen kloppen. Maar, hoor ik u denken. Je kunt toch ook gewoon de echte mooie gebeurtenissen vertellen, inspirerende ontmoetingen. Wat is daarmee mis? Helaas vermoed ik dat als ik alle mooie belevenissen neerschrijf, niemand onder de indruk zal zijn en dus zal de biograaf daarover minder willen schrijven, want een journalist of een auteur gaat het uiteindelijk om de verkoop! Maar dan nog los van achterklap en roddel: welk nut dient zo’n biografie? En hoeveel tijd gaat me dat kosten? En hoeveel mensen zal ik beschadigen? En dus zie ik ervan af. Ik kan mijn tijd beter besteden. Bijvoorbeeld aan de mensen die me een e-mail sturen met een hulpvraag, of om advies. Of ergens in den lande een lezing geven en daarmee mensen inspireren.
Ik ga stoppen want de vastendag zit er bijna op. Om 23:10 uur is het ‘nacht’. Het is vandaag 17 Tammoez, een vastendag en dus niet eten en niet drinken. Er was een bres geslagen in de muren van Jeruzalem. Drie weken later de verwoesting van de Tempel. Ondertussen nu de mondkapjes zijn verwijderd, moet mijn dagboek niet meer coronatijd gekoppeld worden. Ik wil het vanaf heden losgekoppeld zien. Het wordt dus gewoon: Dagboek van de Opperrabbijn, zonder corona en zonder mondkapje.
Gedurende coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel
Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken dagelijks op https://niw.nl/category/dagboek/
Reacties
Een reactie posten