Scheldkanonnade voor de Snoge

Met mijn kleinzoon uit Israël heb ik een bezoek gebracht aan het Joods Cultureel Kwartier. Ik heb een beetje misbruik gemaakt van mijn ‘dagboek in coronatijd’. Ik leg het uit: aanvankelijk was ik door het Joods Cultureel Kwartier gevraagd om een dagboek bij te houden. Het was nog onduidelijk hoeveel weken ik dat dagboek zou moeten schrijven en wat het JCK ermee zou doen was nog onduidelijker. Naar ik begreep was er ook een liberale rabbijn benaderd en een journalist, maar ik vermoed dat ik de enige (gek?) was die gewoon dagelijks een dagboek aanleverde. Maar na enige maanden werd het voor mij toch lastig om tegen een niet reagerende muur te schrijven (en ik doel niet op de Klaagmuur!), want behalve de directeur van het JCK las niemand mijn urenlange schrijfwerk. Overigens heb ik tot op heden nog geen dag moeten zoeken naar een gebeurtenis die het vermelden waard is, dus het schrijven gaat me wel makkelijk af. Maar ondanks het makkelijk schrijven is het niet ontvangen van een reactie best lastig. Het is alsof je spreekt tegen een zaal zonder toehoorders. Enfin, uiteindelijk is er een plaats gevonden die in mijn corona-dagboek geïnteresseerd was. Ik braaf toestemming gekregen van mijn opdrachtgever en als wisselgeld, want dat wilde ik wel aanbieden, zou onder ieder dagboek vermeld worden dat het JCK de opdrachtgever was. En dus had het JCK een gratis advertentie op de grootste christelijke website van Nederland, www.cip.nl.  En omdat ik gratis reclame maak (ondertussen al meer dan 1½ jaar) voor het JCK, was ik zo brutaal om te vragen om een professionele rondleiding in met name de beroemde bibliotheek Eets Chaim, in het gebouw van de Snoge, de grote indrukwekkende synagoge van de Portugees Israëlitische Gemeente aan het Mr. Visserplein in Amsterdam, die beheerd wordt door het JCK. En dus werd er op stel en sprong aan mijn wens voldaan en kregen mijn kleinzoon (rabbijn in opleiding in Israël) en ik een indrukwekkend kijkje in de wereldberoemde bibliotheek. Uiteraard was ik wel eerder in de bibliotheek geweest, maar dat was meestal een vluchtig bezoekje met de Opperrabbijn van Israël of zoiets dergelijks. Mijn kleinzoon was enorm onder de indruk dat de bibliothecaris, die niet joods is, zoveel diepgaande kennis had van de Joods religieuze wereld en vloeiend de Hebreeuwse en Aramese teksten kon lezen. Nu was het met diepgang en heeft mijn 1½ jaar dagboekenieren toch nog iets opgeleverd!

Roger van Oordt, van Christenen voor Israël, was een week in Israël en kwam gisteren terug. En uiteraard (!) meldde hij zich meteen bij mij om verslag te doen van zijn Israël-reis. Via mij was hij in contact gekomen met Arameeërs die in Nederland woonachtig zijn en via dat contact was hij weer in contact gekomen met een groep Arameeërs die in Israël wonen. Zij zijn nazaten van Aartsvader Awraham en dus de oorspronkelijke bewoners. Wat Roger precies met ze wil doen, heb ik niet helemaal voor de geest, maar fijn dus dat ik weer een schakeltje mocht zijn. Ik schakel wat af, dacht ik bij mezelf. Maar nu to the point: Roger liet me weten dat naar zijn mening mijn dagboeken te veel gaan over negatieve gebeurtenissen en ervaringen. Daarin kon hij weleens gelijk hebben, maar anderzijds: als ik schrijf dat iemand me vriendelijk goedemorgen of goedemiddag zei of ander positieve ervaringen, dan trekt dat geen lezerspubliek. Kijkt u maar in mijn vorig dagboek waarin ik Hans Knoop vermeld en uitleg dat (de kop van) een artikel pakkend moet zijn. En dus deze keer een positief verhaal over het JCK. Maar: het bezoek aan het museum eindigde helaas in mineur. Want we hadden nog geen stap buiten het gebouw gezet of een fietser trakteerde mijn kleinzoon en mij op een niet bepaald vriendelijk klinkend “kanker-Jood, Jehoed”. Ik was geschokt. Juist op deze plaats waar eens het getto was, waar ieder huis een Joodse geschiedenis vertegenwoordigde, waar na de oorlog niemand meer aanwezig was. Maar het meest was ik geschokt van de reactie van mijn kleinzoon. Hij reageerde namelijk helemaal niet. Heb je niet gehoord wat die malloot uitriep, vroeg ik hem. Hij had het wel gehoord, maar het verbaasde hem niet want het laatste half jaar was hij voor studie in Londen en als hij in de underground reisde werd hij gemiddeld 3 keer per uur uitgekafferd voor dirty Jew.

Omdat Roger van Oordt nadrukkelijk aangaf om uitsluitend positieve gebeurtenissen te vermelden, moet u bovenstaande scheldkanonnade maar als niet geschreven beschouwen. Het bezoek aan het Joods Cultureel Kwartier was geweldig. Thuisgekomen was mijn eerste opmerking naar mijn Blouma, die een knobbel heeft voor geschiedenis: “Jammer dat jij er niet bij was.” Binnenkort ga ik weer proberen om via protectie een rondleiding te krijgen, want het was echt enorm indrukwekkend, leerzaam en verrijkend.

 

Gedurende de coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel
Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken op
https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

Reacties

Populaire posts