Leeftijdsdiscriminatie is ook discriminatie
.
In New York heeft zich een tragedie afgespeeld die uiteindelijk een happy end kreeg. Zoals op zovele plaatsen in de wereld, ook in Nederland, worden er door Joodse jeugdverenigingen en Joodse Gemeenten zomerkampen georganiseerd voor de jeugd. Een van die vele kampen had een uitstapje gemaakt en de kinderen en de leiding reden na een geslaagde dag moe terug naar huis. Aangekomen bleek echter een jongetje van zes jaar te ontbreken. Een gigantische zoekactie werd op touw gezet. Behalve de politie, die o.a. met een politiehelikopter aan de zoekactie deelnam, waren er honderden vrijwilligers vanuit verschillende Joods orthodoxe organisaties naar het vertrekpunt van de bus gereden om mee te helpen met de zoekactie. Na zes uur nachtelijk zoeken is het jongetje G’d zij dank gezond en wel teruggevonden. Een man van rond de 60 jaar had zijn hulp aangeboden, maar hem werd verteld dat gezien zijn leeftijd dat niet nodig was. Maar de man keek daar toch anders tegenaan. Als dit mijn kleinzoon zou zijn geweest zou ik dan gedacht hebben, redeneerde hij tot zichzelf, dat ik te oud ben en dat ik het zoeken maar moet overlaten aan de jongere generatie? Ik zou zeker zo niet gedacht hebben en dus sprong de zestiger zijn auto in op weg naar het vertrekpunt van de bus, waar het jongetje dus niet was ingestapt. Bij dat vertrekpunt was het inmiddels een enorme drukte. Uiteraard de pers, maar ook een ambulance en een politiewagen van waaruit de zoekactie werd gecoördineerd. Tientallen vrijwilligers stonden daar te wachten op instructies. De zestiger wilde zich daarbij niet aansluiten, parkeerde zijn auto en ging zelf, ongecoördineerd, op zoek. Zijn leidraad was zijn eigen verstand. Waarheen zou ik gelopen zijn als de bus voor mijn neus zou zijn vertrokken? En zo belandde hij via een tunnel bij de bosjes aan het strand en liep daar een uur lang rond, steeds luid roepend: Yossi, Yossi. We hebben pizza voor je. En plotseling hoorde hij een stemmetje van een kind. Hij zoeken en nog luider roepend, maar niets was er meer te horen. Hij heeft meteen een vriend gebeld met het verzoek om meteen te komen. Politie heeft grote zoeklichten gebracht en na een tijdje werd Yossi gevonden. De zestiger, te oud dus om mee te zoeken, kreeg later een telefoontje van de politie om hem te bedanken en aan te geven dat dankzij zijn tip het jongetje was gevonden. Grote opluchting bij de ouders, maar ook bij de hoofdleiding van het kamp en bij de jeugdige leiders die verzuimd hadden om de kinderen te tellen.
Deze maand is de maand Elloel, de maand van voorbereiding voor de Hoge Feestdagen. Dagen van bezinning en zelfreflectie. In Nederland hadden we zoals telkenjare, weer een prachtig en succesvol dagkamp. Omdat dit dagkamp officieel onder de verantwoording valt van Chabad Holland en wij de financiën verzorgen, ben ik altijd weer verheugd als het dagkamp is afgelopen zonder problemen. Ik was niet aanwezig, maak het programma niet, weet niet precies wie de vaak jeugdige leiders en leidsters zijn, heb de volle verantwoordelijkheid neergelegd bij een zeer betrouwbaar echtpaar…maar als er G’d verhoede, iets misgaat, is het toch mijn verantwoordelijkheid. Delegeren is belangrijk en verstandig, maar uiteindelijk ben je als financier de kop van jut als het geheel uit de hand loopt. Vaak worden jongeren meegenomen als leiding omdat het voor hen ook erg goed is dat ze in de vakantie zinvol bezig zijn. Perfect! Maar zie wat er (bijna) gigantisch is misgegaan in New York. Besturen op afstand, de mensen onder jouw verantwoordelijkheid ruimte en vrijheid van handelen geven is belangrijk. Maar te veel vrijheid en eigenlijk niet meer weten wie waarover gaat, kan leiden tot een zeer onaangename situatie. Natuurlijk heeft alles risico. Life is risk! Maar nalaten om de kinderen te tellen wijst op gebrek aan gevoel van verantwoordelijkheid. En dus zal ik meer betrokken moeten zijn bij alle activiteiten, waarop ik aangesproken kan worden als er iets mis zou gaan. Het mag dan niet zo zijn, dat ik niet weet wat er verkeerd is gegaan, omdat ik me eigenlijk de facto van het project heb teruggetrokken.
Een andere gedachte kwam in me op: mijn leeftijd. Mag ik zeggen dat ik, omdat ik de pensioengerechtigde leeftijd ben gepasseerd, me moet/mag terugtrekken uit het sociale, maatschappelijke en werkzame leven en in plaats daarvan achter de geraniums gaan zitten of, zoals dat zo vaak wordt voorgehouden: genieten van het leven! ‘Want u heeft hard genoeg gewerkt’. Natuurlijk moet ik zorgen voor opvolging en zeker moet ik stoppen met activiteiten die vanwege mijn leeftijd niet meer goed lopen. Maar als, volgens het oordeel van derden, het functioneren nog 100% is, waarom dan inleveren aan zinvolle inzet? Alleen vanwege leeftijd?
Bovenstaande spiegel moet ik niet als enige mezelf voorhouden. Naarmate een persoon ouder wordt of hoger stijgt op de maatschappelijke ladder, dient hij ervoor te zorgen zich niet uitsluitend met de zogenaamde belangrijke activiteiten bezig te houden en verantwoordelijkheid voor het ogenschijnlijk minder belangrijke, geheel aan anderen over te laten. Dus: hoe hoog je ook bent, blijf op de kleintjes letten! En dan nog een lesje: Als we als samenleving unaniem tegen discriminatie zijn dienen we te beseffen dat leeftijdsdiscriminatie ook discriminatie is. Het was de zestiger die, ondanks z’n leeftijd, Yossi heeft thuisgebracht!
Gedurende de coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel
Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken op https://niw.nl/category/dagboek/
Reacties
Een reactie posten