Weer aan de rabbinale slag

 

Vandaag rijden we terug naar huis vanuit Londen, waar we de laatste dagen Soekot hebben doorgebracht bij onze kinderen. Dat wordt nog een heel karwei, want er is geen benzine meer te koop en als een bezinepomp nog wel iets heeft, dan staan er gigantische rijen auto’s te wachten. Maar, georganiseerd als ik ben, denk ik dat ik nog genoeg in mijn tank heb om Dover te bereiken en dan nog een tiental kilometers voor Frankrijk om bij een non-Brexit bezinepomp te komen. Maar voordat ik de auto ga inladen, wil ik toch eerst mijn dagboek neergeschreven hebben en verstuurd naar mijn trouwe assistente/secretaresse die eventuele taalfouten er uitvist alvorens mijn dagboek de wereld ingaat. ‘De wereld?” hoor ik u denken. Ja, “de wereld”. Dat ik in Israël door voormalige Nederlanders wordt gelezen, was me bekend en ook België wist ik. Maar: Engeland? In reactie op een van mijn vorige dagboeken ontving ik via de redactie in het NIW een e-mail uit Cambridge! Mijn Blouma had bij de opening van het imposante Namenmonument de naam Carolina Potsdammer gevonden.  De meisjesnaam van de moeder van mijn opa Siegfried de Leeuw uit Steenwijk luidde: Potsdammer. Een vrij zeldzame achternaam. De voornaam Carolina komt in onze familie regelmatig voor en gezien een kleinzoon van mij vorig  jaar getrouwd is met de dochter van de rabbijn van Potsdam, boeide die naam mij extra. (Ik neem aan dat u een en ander nu even niet kunt volgen, maar dat geeft niet). De e-mail uit Cambridge kwam van een vrijwilligster die voor het NIK werkzaam is bij het digitaliseren van het Stenen Monument. Alle grafzerken van de 243 Joodse begraafplaatsen in ons land worden online geplaatst. En laat deze vrijwilligster, lezer van mijn dagboek, net die naam Carolina Potsdammer online te hebben geplaatst. Hoe het precies in mekaar zit, weet ik nog niet. Hoe deze Carolina familie is, is nog niet helemaal uitgewerkt en of zij dezelfde persoon is die vermeld staat op het Namenmonument weet ik ook nog niet. Zij was in 1941 een natuurlijke dood gestorven en ligt begraven op de Joodse begraafplaats in Groningen en dus zou ze ten onrechte op het Namenmonument vermeld staat. Ik ga het uitzoeken. Maar eerst dus vandaag naar Nederland terug en dan keihard de draad weer oppakken. Een bomvolle agenda: een bespreking in het Haagse, twee keer moet ik naar Antwerpen, een keer gezellig met het bestuur van de Joodse Gemeente Zeeland en het bestuur van de Stichting Behoud Synagoge Middelburg en een tweede keer iets politieks dat verband houdt met Israël.  Verder een aantal lezingen in den lande en dus gaan de kilometers er weer hard tegenaan. Maar dat is geen probleem, want in de EU is er benzine genoeg en ik heb een aantal vrijwilligers ingeschakeld om me te rijden, zodat ik ook in de auto mijn werk gewoon kan doen. Het digitale rabbinale werk is door de covid misère enorm toegenomen, en nu komt het normaal van voor de pandemie weer helemaal op gang. En dus zal het eind van de balans een positief resultaat opleveren: het verlies (fysieke aanwezigheid) verdwijnt en digitaal is erbij en dat is dus de winst. Helaas is het gebruikelijke ‘gezeur’ niet via vaccinatie of groepsimmuniteit verdwenen. Ons IPOR-kantoor in het gebouw van de Joodse Gemeente te Amsterdam gaat (wel of niet) dicht. Door interne bestuurlijke conflicten werd de verschuldigde huur aan het NIK (de koepel van Joodse Gemeenten) niet meer betaald. Ik laat het over me heen komen en sla het vanaf de zijlijn gade en hoop, en verwacht, dat er wel een oplossing zal komen, want ‘ergens’ zal er een plekje moeten zijn waar we ons op z’n minst het rabbinale archief, niet gedigitaliseerd, kunnen inkijken om bijvoorbeeld Rabbinale verklaringen te kunnen afgeven die mensen nodig hebben als ze om de een of andere reden hun Joodse afkomst willen aantonen. Doet me trouwens denken aan mijn vriend, steunpilaar en ex-voorzitter van de Joodse Gemeente Maastricht, Benoit Wesly, die mij vorige week, toen we in Maastricht waren, vertelde dat een niet-joodse katholieke man hem vroeg of hij van Joodse afkomst was. Wesly antwoordde daarop: Ik ben Joods en u, bent van Joodse afkomst. Kijk zo kun je er ook naar kijken.  Mijn Blouma is net opgestaan, ik ga snel een uurtje slaap inhalen, naar sjoel voor het ochtendgebed en koffers pakken, nog wat koosjere producten inslaan en dan met gematigde snelheid, om benzine te besparen, terug naar weggeweest en vanuit mijn eigen NL-stekje weer aan de rabbinale slag na een maand van Jamiem Towiem, Joods Nieuwjaar, Grote Verzoendag, Loofhuttenfeest en Simchat Thora, Vreugde der Wet.

Gedurende de coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken op https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

 

Reacties

Populaire posts