Ik ben benieuwd naar de feedback van mijn eerste TV optreden in Zagreb

Het is nu maandag 1 november 17:30 uur en ik ben net aangekomen in mijn hotel in Zagreb. Ik ben keurig afgehaald door een taxi van het vliegveld en dezelfde chauffeur zal me ook morgenochtend om 4:00 uur weer afhalen en naar het vliegveld brengen. Ik voel me net zo’n Kuifje in Afrika, die, als ik me goed herinner, het ook maar over zich heen liet komen. Om 19:00 uur moet ik voor het Hotel staan want dan word ik afgehaald voor het televisie-interview. Op mijn kamer staat gelukkig een ketel om water op te warmen voor koffie. Maar, hoe ze erop komen weet ik niet, in plaats van een zakje gewone geciviliseerde koffie, liggen hier twee zakjes met daarop trots: 3in1. In dat zakje zit dus koffie, melk en suiker. Uiteraard lief bedoeld, maar ik gebruik geen suiker en de melk is niet koosjer. Maar, geen nood, want Blouma voorziet mij altijd van de meestal onnodige noodvoorzieningen, die nu dus wel degelijk goed van pas komen. Ik vond in mijn koffertje behalve een schoon overhemd en een pyjama, ook een flesje koosjere melk, Splenda en zakjes met normale koffie.

Omdat natuurlijk niemand aan mijn telefoonnummer kan zien waar ik me bevind, kreeg ik zojuist mijn vriend de Poolse ambassadeur in Nederland aan de lijn. Volgende week wordt er door de European Jewish Association, mijn Brusselse ‘baas’, een trip georganiseerd voor EU-Parlementariërs naar Krakau. (Ik bedoel dus Auschwitz, maar dat klinkt niet). De ambassadeur gaat helpen met de publiciteit rondom dit symposium.

Er wordt geklopt aan mijn hotelkamerdeur. De receptioniste brengt twee enorme plastic tassen. Rabbijn Zaklas, de rabbijn van Zagreb die momenteel in New York is, heeft wat avondeten en ontbijt laten brengen vanuit de koosjere keuken van zijn gemeente. Een bak met rijst en kip. Een heel brood. Een pak koosjere melk. Twee bakken met sla. Een bak met mayonaise saus, waarvan ik nog even dacht dat het vanillevla was. En tenslotte, in geval ik toch nog zou verhongeren, een bak met kippenpoten. Zo te zien had hij niet begrepen dat ik alleen zou komen, maar met mijn Blouma, een paar kinderen en nog enige kleinkinderen.

Het is inmiddels ‘de volgende dag’ 3:45 uur. Heerlijk gedoucht, aangekleed, twee kopjes koffie, nog even mijn dagboek en toen naar buiten waar om 4:00 uur mijn taxi al klaarstond om weer richting huis te gaan. Het ochtendgebed kan ik pas in Nederland uitspreken want het ochtendgebed is voor de ochtend en niet voor de nacht en hier in Zagreb is het dus nog midden in de nacht. Dat merkte ik trouwens ook op het vliegveld waar de winkels en de lounges nog gesloten waren en mijn KLM vlucht van 6:00 uur de eerste vlucht is.

Maar nu de essentie: het interview! Romano Bolkovic, de Jeroen Pauw van Kroatië en de omringende andere Balkan-staten, haalde me af. Zijn talkshow wordt op het meest gunstigste tijdstip van de dag uitgezonden en schijnt hier een begrip te zijn. Waar we ons ook bevonden, in de studio, in het peperdure hotel na afloop van het interview: iedereen kent hem. Ik had begrepen dat hij ook de voorzitter was van de Joodse Gemeente, maar toen ik in zijn auto zat en het kruisje zag dat aan zijn spiegeltje hing, begreep ik dat ik dat niet helemaal goed had begrepen. Een Joodse opa, die in het concentratiekamp had gezeten en zweeg over zijn Jood-zijn en over de oorlogsjaren, verbond hem aan de Joodse Gemeenschap. Hij strijdt tegen antisemitisme en maakt daarbij royaal gebruik van zijn enorme netwerk. Wat hij precies allemaal doet is me nog niet helemaal duidelijk, maar eergisteren was hij in Londen en vandaag vliegt hij naar Berlijn. Het interview duurde 50 minuten, maar we hadden een voorbespreking en hebben lang nagepraat. Ik heb het gevoel een nieuwe vriend gevonden te hebben met een netwerk dat buitengewoon inzetbaar is in de strijd tegen het opkomend antisemitisme in Europa. Van de taxichauffeur begreep ik dat de gevolgen van de oorlog tussen Servië en Joegoslavië nog steeds economisch voelbaar zijn, maar tussen de beide bevolkingsgroepen is geen vijandschap meer. De Joodse gemeenschap in Kroatië is klein, maar ik begreep dat er ondanks de kleinschaligheid wel ruimte voor onderlinge strijd is, iets dat wij in Nederland gelukkig niet kennen (!). Ik ga afronden want ik denk dat ik zo aan boord moet gaan. Hier zijn mondkapjes in gesloten ruimtes verplicht, mijn temperatuur werd gemeten voor ik gisteren de studio mocht betreden, Romano vindt de mondkapjes maar onzin en hier op het vliegveld hoor ik iedere tien minuten dat ik twee meter afstand moet houden. Dat is niet zo moeilijk want het aantal wachtende passagiers per vierkante km zit nog steeds beneden de één. Om tien over acht hoop ik weer voet op Nederlandse bodem te mogen zetten, mijn auto uit P6 halen, naar huis, ochtendgebed en dan denk ik dat ik toch even een kort uiltje ga knappen. Ik ben benieuwd welke feedback ik krijg van rabbi Zaklas die mij naar Zagreb had gelokt.

 

 

Gedurende de coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken op https://niw.nl/category/dagboek/

 

 

Reacties

Populaire posts