Van Apeldoorn naar Kiev via Gouda.

In april 1990 hield ik een toespraak bij de onthulling door Prinses Juliana, van het monument ter nagedachtenis aan de moord op de meer dan 1300 bewoners en medewerkers van het Apeldoornsche Bosch. Sindsdien ben ik jaarlijks op 20 januari aanwezig bij de herdenking van de ‘ontruiming’ op 20 januari 1943, beleef ik in gedachten de ontruiming en probeer ik in gedachten te zien hoe mijn patiënten de treinen werden ingesmeten, gillend en kermend en weet ik inmiddels dat ze vanaf het Station te Apeldoorn rechtstreeks naar Auschwitz werden afgevoerd en direct na aankomst… Ieder jaar weer hetzelfde onderwerp, dezelfde kadiesj, dezelfde boodschap en voor bijna altijd hetzelfde publiek. Bijna, want de aanwezigheid van medewerkers die aan de beestachtige ontruiming wisten te ontkomen, heeft het nulpunt bereikt. En dus dreigt het Apeldoornsche Bosch meer en meer tot geschiedenis te verworden. Begrijpelijk is dat, maar mogen we het aanvaarden dat het heden vervaagt tot verleden? Mijn rabbinale antwoord luidt: ja en nee. Ja, heden volgt nu eenmaal altijd het verleden op, hoe spijtig dat ook moge zijn, want het is een historische wetmatigheid. Maar tegelijkertijd schreeuw ik keihard uit dat we de ontruiming van het Apeldoornsche Bosch niet en nooit mogen laten verwateren tot een soort leerzaam samenzijn rond het thema racisme. Want over het Apeldoornsche Bosch bij uitstek kan geen zinnig gesprek gevoerd worden want de ontruiming was het summum van criminele irrationele waanzin, niet eens racisme! Maar juist daarom laat de essentie zich niet wegmoffelen en wordt de kern van onverbloemd antisemitisme zichtbaar: haat-zonder-reden!

Donderdag had ik na de herdenking gesprekken met een aantal bestuurders van Joodse Gemeenten over de organisatie van (onverhoopte) begrafenissen. Klinkt niet echt optimistisch, maar is wel realistisch. Samen met rabbijn Zwi Spiero, de broer van onze rabbijn Spiero, hebben we gesproken met het bestuur van twee Joodse Gemeenten over de toekomst. Wat er niet genoeg man- en vrouwkracht meer is om de rituele wassing te doen? Wat als de bestuurders, die gewoonlijk en geheel belangeloos alles regelen, met vakantie zijn? We blijven optimistisch, maar optimisme is niet het tegenovergestelde van realiteitsbesef.

En vandaag, zondag, naar Gouda. Niet om te proberen daar koosjere Gouda-kaas te kopen, als die daar überhaupt te verkrijgen is, maar voor een TV opname voor een herdenking op 30 januari. Uiteraard een herdenking van de moord op de Goudse Joden. Helaas werd de herdenking een YouTube bijeenkomst die vandaag werd opgenomen. De opname straalde professionaliteit en betrokkenheid uit. De vrijwillige medewerkers doen enorm hun best om de herinnering aan hun Goudse Joden levend te houden en ik ben dankbaar dat ik aan deze virtuele herdenking een bijdrage mocht leveren.

En nu: op naar Kiev! Kiev ???, hoor ik u denken, met een groot vraagteken. Velen hebben mij e-mails gestuurd met de aanbeveling om niet te gaan, maar toch ga ik. Het is de herdenking in Baby Yar waar meer dan tweehonderdduizend Joden werden vermoord. Door de EJA, the European Jewish Association, is een herdenkingsbijeenkomst georganiseerd voor Parlementariërs uit geheel Europa. Aan mij is gevraagd om bij het ravijn, waarin alle Joden werden gestort, het kadiesj uit te spreken. Doel van de reis is uiteraard om de MP’s ervan te overtuigen dat antisemitisme bestreden moet worden en te tonen waartoe antisemitisme kan leiden. Maar ik heb voor mezelf nog een doel: het uitspreken van kadiesj voor allen die hier vermoord werden en voor wie niemand kadiesj zegt. En omdat ik (helaas) het officiële kadiesj mag voordragen, voel ik me heel intensief betrokken en weiger ik me aan mijn plicht te ontduiken.

Gedurende de coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken op haar website www.NIW.nl.

 

 

Reacties

Populaire posts