Maar als bovenaan die top de afgod IK staat verheven

Ik ben aan het bijkomen. Nou ja, bijkomen? Vandaag de hele dag zitten schrijven en afspraken gemaakt voor het afleggen van pastorale bezoekjes de komende week.

4 Mei heeft nogal wat los gemaakt. Mijn aanwezigheid bij de herdenking ’s middags op het Ereveld te Loenen, mijn toespraak en het leggen van een krans samen met de ambassadeur van Duitsland, is niet onopgemerkt voorbijgegaan. Naast de aandacht in het NOS Journaal, de Nederlandse pers, ook  de internationale Joodse pers. Interessant te zien hoe de pers de gebeurtenis naar zijn lezerspubliek toeschrijft.  Het was zeer indrukwekkend dat tijdens het muzikaal intermezzo plotseling voor mij geheel onverwachts het Hatikwa als onderdeel van het intermezzo weerklonk. Ik ben niet zo emotioneel van nature, maar ik had het echt even niet meer. De organisatie had bewust voor mijn inbreng, mijn toespraak, dit als opdracht meegegeven aan de musici. Ontroerend en zeer gevoelig en begripvol van de organisatoren van deze bijzondere plechtigheid. Ze wilden mij een riem onder het hart steken. Want het was dus voor het eerst in onze vaderlandse geschiedenis dat bij een nationale herdenking de ambassadeur van Duistland aanwezig was en samen met mij een krans zou leggen.

En als ik dan de diverse buitenlandse Joodse media bekijk dan zie ik dat ook bij hen het Hatikwa de meeste aandacht krijgt. Zeker vermelden ze ook de gezamenlijke kranslegging, maar dat Hatikwa won het in de Joodse media. Een van mijn kinderen is een financiƫle professional is (vraag me niet precies wat hij doet, want ik weet het echt niet) en heeft dus een LinkedIn. Op die LinkedIn heeft hij de foto van de ambassadeur van Duitsland en van mij geplaatst en als tekst een uitleg bijgevoegd van ons gezamenlijke optreden. Bijna 3500 reacties heeft hij ontvangen, hetgeen voor LinkedIn erg veel schijnt te zijn.

Maar ook bij de diverse ontmoetingen heb ik bijna uitsluitend positieve reacties ontvangen. Ik had kritiek verwacht, speciaal van overlevenden van de Sjoa en daarom had ik eerst voordat ik de idee te berde bracht, overlegd met mijn Advisory Board. Ontroerend was de reactie van een oude dame, jong van geest, maar qua leeftijd niet meer tot de jonkies behorend. Toen zij mij tegenkwam was haar opmerking: ik zag uw foto met de Duitse Ambassadeur. Heel goed, eindelijk!

Mijn dagboek van vandaag dreigt nu een beetje te lang te worden dus daarom in het komende dagboek aandacht voor het geweldige Bar Mitswa feest in Amersfoort van de zoon van mijn Rabbinale Archeoloog en zijn echtgenote. En vrijdag, net voor de sjabbat, de lewaja, begrafenis, van een voormalig bestuurder van mijn IPOR en van het NIK.

Maar nu dan, op veler verzoek, het gedicht dat ik heb voorgedragen in Loenen. Behalve dit gedicht heb ik een gebed uitgesproken en voor het gedicht nog een korte toespraak waarin ik aangaf dat een oorlog niet zwart-wit is en dat ongenuanceerdheid de tegenpool is van vrijheid en vrede.

Voor vrijheid werd gestreden

Toen, morgen en ook heden

  •  

Maar als vrijheid betekent, alles kan en alles mag

En respect verdwijnt voor Overheid en voor gezag

  •  

Als waarden en normen vervagen en verdwijnen

Als mensen alleen denken aan zichzelf en aan de zijnen

  •  

En voor de ander is geen plaats en is geen oord

Als het gewoon is te denken dat dat zo hoort

  •  

Dan is dit geen vrijheid niet voor toen en niet voor het heden

Is het niet de vrijheid waarvoor in de jaren ’40-’45 werd gestreden.

  •  

Laten wij bescheidenheid en rechtvaardigheid beschermen en eren

Door antisemitisme, discriminatie en rassenhaat niet te tolereren

  •  

En besef: alles kan en alles mag

Brengt geen vrede, want ook dat ondermijnt uiteindelijke het goede gezag

  •  

Maar als bovenaan die top de afgod IK staat verheven

En die IK in ook de lagere niveaus is gebleven

  •  

Dan is vrede ver van ons vandaan

En zal helaas oorlog blijven bestaan

  •  

Wij zijn hier bijeen om te bidden en te gedenken

We smeken de Eeuwige om ons de echte sjalom te schenken

                     

Gedurende de coronaperiode en ook daarna houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken op www.niw.nl

 

 

 

Reacties

Populaire posts