Niet meegaan, maar wel helpen!
Op 6 mei was ik op Muiderberg voor de lewaja van Hans van Dam zl. Hij behoorde tot mijn bestuurders van het eerste uur. Mijn eerste uur als rabbijn wel te verstaan. Eerst als voorzitter van de Joodse Gemeente Apeldoorn, later trad hij toe tot het bestuur van het IPOR en weer later werd hij lid van de Permanente Commissie van het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap. Met hem verdween een van de laatste nog in leven zijnde bestuurders van Joods Nederland die overlevenden waren van de oorlog.
Zijn echtgenote, Bep van Dam-Gokkes, kwam uit Steenwijk, de geboorteplaats van mijn moeder. Die gezamenlijkheid heeft door de jaren heen een speciale band gecreëerd. De families Gokkes, de Leeuw (mijn moeder), Ten Brink, de Groot, Slager. Dat waren de namen van de families die met elkaar samen Joods Steenwijk vormden. Uiteraard heb ik mevrouw van Dam een bezoek gebracht om haar te condoleren. Met haar 93 jaar, als ik me niet vergis, een nog steeds zeer intelligente aanwezige en betrokken persoonlijkheid. Tijdens ons gesprek spraken we uiteraard over haar man, maar ook over mijn moeder. En toen kwam het volgende naar voren. Mijn moeder, inmiddels al vele jaren geleden overleden, bracht haar oude-dag door in Beth Shalom. Ze had buikpijn, kreeg een psychologische test en belandde uiteindelijk bij een internist. Daar werd toevallig geconstateerd dat ze een zeer agressieve vorm van lonkanker had, ze zou nog maar een paar weken te leven hebben. Waarom ik dit vertel? Mijn moeder heeft nog acht jaar na en met de diagnose geleefd, maar haar geest ging meer en meer achterruit vanwege de morfine. Toen ik een Joodse arts, van wie de vader ook uit Steenwijk kwam, vertelde over mijn moeders toestand, attendeerde zij mij erop dat velen uit Steenwijk zonder dat ze dat wisten, besmet waren geweest met Tuberculose en dat dat een röntgenbeeld oplevert dat lijkt op longkanker. Ik meteen naar de internist van mijn moeder, maar dit werd als alternatieve kletskoek van de hand gedaan. Nog voor de zekerheid een second opinion…om een lang verhaal kort te maken: mijn moeder belandde in de Sinai en binnen een week at en liep ze weer en kreeg ik een telefoontje van de oncoloog met de mededeling dat haar long volledig schoon was en ik mocht kiezen: of een wonder of een verkeerde diagnose! Toen ik het verhaal van mijn moeder aan mevrouw van Dam vertelde zei ze spontaan: ik weet het van die Steenwijkse tuberculose. Ook ik heb zo’n litteken op mijn long!
De les: zorgvuldigheid is geboden. Artsen moeten niet zomaar iets afwimpelen als zijnde onzin.
Maar dit geldt voor ieder van ons. Zeker ook voor mij.
Deze week een telefoontje over een vluchteling die Joods zou zijn en die daarom gediscrimineerd wordt in een AZC. Klopt het? Is de man inderdaad Joods? En is de vluchteling gek of noemen ze hem knetter, terwijl hij gelijk heeft…? Een vader en moeder die uit de ouderlijke macht zijn gezet. Vader geeft aan zeer orthodox te zijn en de kinderbescherming discrimineert…Het kan waar zijn, maar het kan ook puur verzinsel zijn.
Naar ieder luisteren, ook de keerzijde van de medaille bekijken, geen oordeel vellen zonder hoor en wederhoor. En dan, ongeacht of de vluchteling knetter is of de waarheid spreekt en ongeacht of de discriminatie door de kinderbescherming verzonnen is of op waarheid berust: hulpverlenen en tot steun zijn, ook als de vluchteling inderdaad knetter is en de kinderbescherming van geen kant discrimineert. Maar mijn steun en hulp moet wel gebaseerd zijn op waarheid, want als ik ten onrechte meega in niet aanwezige discriminatie en verzonnen antireligieuze kinderbescherming, wordt mijn steun uiteindelijk geen steun en zal mijn hulp niets kunnen opleveren.
Het is zondagmiddag. Ik moet twee toespraken voorbereiden en twee lezingen. Aan de slag!
Gedurende de coronaperiode en ook daarna houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken op www.niw.nl
Reacties
Een reactie posten