Misschien toch meer Thora.

De laatste dagen heb ik wel (te?) veel aan representatie gedaan.  Eerst tijdens de Kerkendag van de CGK in Veenendaal. Vraag me niet waarvoor CGK precies staat, maar met een paar honderd toehoorders mocht ik spreken over de bijdrage die het Joodse volk behoort te leveren aan de brede samenleving. Aan bekering doen wij Joden dus duidelijk niet, maar een bijdrage horen we wel te leveren. Ik bedoel dan niet een bijdrage op cultureel of wetenschappelijk gebied, maar een religieuze bijdrage. Gezin als hoeksteen van de samenleving, respect voor ieder medemens, tegen ontucht en het geloof in de Eeuwige. Na afloop werd mij duidelijk dat mijn aanwezigheid tijdens die dag (ik was er maar een 1½ uur) niet door allen werd gewaardeerd. Een rabbijn tijdens een Kerkendag! Overigens werd er door de spreker, die gevraagd was om kort op mijn voordracht te reageren verteld dat de predikant die in de oorlogsjaren de geestelijk leider was van deze gemeente, een Joodse vrouw in de kerk had verborgen. Ook dat werd toen niet door alle gemeenteleden gewaardeerd, om het genuanceerd weer te geven.

In Leeuwarden werd het eerste hernieuwde exemplaar van “Joden van Leeuwarden’ van Hartog Beem, officieel aangeboden aan de (Joodse) Burgemeester van het huidige Leeuwarden. Ik mocht daar ook het woord voeren. Ik voer nogal wat woorden! Ik probeerde, gelijk ook de voorzitter van de Joodse gemeente Leeuwarden, de heer Troostwijk, ook had gedaan, het feestelijke van de bijeenkomst te relativeren. Want hoewel de Joodse Gemeente een indrukwekkende geschiedenis heeft, is het eind van de geschiedenis verre van ‘en ze leefden nog lang en gelukkig”. Bijna niets meer over van wat eens was.

Gisteren was een bijzondere dag. De burgemeester van Jeruzalem, Moshe Lion, was de gast van Christenen voor Israël. Nadat hij in het Israél Producten Centrum de tentoonstelling ”Bestemming Jeruzalem” had geopend, reden we naar Urk waar op het Stadhuis een ontvangst was door de burgemeester van Urk, daarna een stadwandeling en toen het diner in het partycentrum van Willem de Boer op Urk. Voor de minder ingevoerden in ’s lands topografie en het daaraan gekoppelde taalgebruik: het is dus niet ‘in’ Urk, maar ‘op’ Urk, want omdat Urk een eiland was en je niet in een eiland woont, maar op een eiland, is Urk weliswaar heden geen eiland meer, maar ‘op’ blijft!

Bij de opening van de tentoonstelling, voorafgaande aan de ontvangst op Urk, was ook de ambassadeur van Israël aanwezig die, en dat gaf mij een heel fijn gevoel, aan de burgemeester van Jeruzalem uitlegde dat ik mij inzet binnen de NL-politiek, of beter geformuleerd, binnen het NL gepolder, voor de belangen van Israël. Het was een geweldig samenzijn met 250 vrienden van Israël dat begon met een indrukwekkende samenzang van Jeroesjalajim sjel zahav, maar dan in de vertaling. Iedereen stond op, alsof het Wilhelmus werd gezongen of het Hatikwa. Er werd geld ingezameld voor een knutselbus die door de wijken van Jeruzalem moet gaan rijden om kinderen te stimuleren om muziek te maken, te relaxen, tot zichzelf te komen. Klinkt wellicht niet aaibaar, maar is van groot belang, speciaal in tijden van spanning. Ikzelf heb tijdens mijn toespraak aangegeven dat ik als vrijwilliger graag aan de Knutselbus een bijdrage wil leveren. Als ik in Israél ben zal ik als vrijwilliger meerijden met de knutselbus, die de Zaza-bus wordt genoemd, en met mijn triangel een muzikale bijdrage leveren.

Vandaag geef ik mijn tweewekelijkse- sjioer-online weer. Vanochtend een schitterende bar mitswa in Almere, tot nu toe twee probleemtelefoontjes en nu mijn sjioer van dadelijk voorbereiden en drie derasjot, toespraken, en twee lezingen. Morgenavond ingaande sjabbat en daarna aansluitend twee dagen Sjawoe’ot in Maastricht. Even weg, drie dagen relaxen en dan direct daarna naar Londen, vanwege de jaartijd van mijn schoonmoeder. Vannacht een storing van het vaste netwerk en mijn provider en dus kon ik mijn e-mails niet beantwoorden en mijn dagboek niet schrijven, want gewoon met inkt iets aan het gewone papier toevertrouwen, bestaat niet meer.

Veel representatie dus, aanwezig zijn, toespraakje hier en toespraakje daar, bemoedigen en waarschuwen. Maar, met Sjawoe’ot in aantocht vraag ik me toch af of representatie des rabbijns is. Misschien toch iets meer lernen en minder politiek. Bij de berg Sinai werd de Thora aan ons gegeven, niet de politiek, vermoed ik!

 

 

Gedurende de coronaperiode en ook daarna houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken op www.niw.nl

 

 

Reacties

Populaire posts