Oekraïense rabbijnen in Hongarije
De NIW borrel! Hoewel ik een kleine borrelaar ben, was ik donderdag jongstleden aanwezig bij de NIW-borrel voor medewerkers en bestuur. Opvallend is dat zo’n pasfotootje in het NIW een zwakke weergave is van hoe de columnist of journalist er in het echt uitziet. Iedere persoon is namelijk niet en nooit uitsluitend een gezicht, maar er is altijd sprake van een heel lichaam en tijdens een vergadering speelt er ook de vaak welsprekende lichaamstaal. Reden dat ik wanneer er vergaderingen zijn prefereer lijfelijke aanwezigheid en geen zoomvergadering. Die zienswijze werd dus maar weer eens bewezen (althans voor mij). Maar het was goed en fijn elkaar voor het eerst gezien te hebben, dat praat in de toekomst wat makkelijker. In het Sinai Centrum hadden we ook jaarlijks een personeelsdag, iets dat belangrijk was voor de saamhorigheid en voor de onderlinge communicatie. Bij het NIK herinner ik me niet dat er ooit zoiets heeft plaatsgevonden. Achteraf bezien wel jammer, maar misschien een idee voor het nieuwe Joodse jaar dat volgende maand al begint! Een rabbijnen-uitstapje met echtgenotes, bestuurders met aanhang, secretariële en financiele personeelsleden. Ik verheug me erop en hoop dat ik, als wel/niet gepensioneerde, mee mag!
Hoe belangrijk een ongedwongen samenzijn is, werd mij duidelijk aan de hand van een bijzonder weekend in Hongarije. Tweehonderd rabbijnen met echtgenotes en kinderen hadden besloten om samen te komen. Op zichzelf niet uniek, maar in deze wel erg speciaal: het waren uitsluitend rabbijnen uit Oekraïne. En dan ook nog de rabbijnen die momenteel niet weten of ze nog ooit terug kunnen of willen gaan naar de plaatsen waar ze hadden gedacht hun hele leven te mogen blijven. Een groot aantal is al terug, sommigen waren überhaupt niet vertrokken, maar deze over-sjabbat in Hongarije was voor de rabbijnen die wel of niet terug kunnen, zoals rabbijn Mendel Kohen van Mariupol, of anderen die in een maandenlange twijfel-situatie verkeren. Zijn er nog genoeg leerlingen die bereid zijn naar hun Joodse school te gaan? Is het qua veiligheid verantwoord om de school te openen en, ook niet onbelangrijk: is het juist om met vrouw en eigen kinderen nu terug te gaan met alle gevaren die aan een terugkomst kleven. En hoe moet het financieel? En wat, voor vele rabbijnen het belangrijkst, wat met de leden van de Joodse gemeenschap die niet gevlucht zijn. Mogen zij, de rabbijnen, hun gemeenschap onbeheerd achterlaten?
Ondertussen zijn de rabbijnen die nu in Israël zijn, o.l.v. rabbijn Mendel Kohen, intensief bezig met de, sorry, met hun vluchtelingen die hals-over-kop huis en haard moesten verlaten. In Jeruzalem hebben ze voor hen een inspirerend weekend georganiseerd met als hoogtepunt een bezoek aan de Kotel op vrijdag voorafgaande aan de sjabbat. Niet te vergelijken met nieuwe immigranten die na goede voorbereiding hun geboorteland hebben ingewisseld voor Erets Hakodesj – het Heilige Land om een nieuw leven te beginnen.
Een van mijn zonen heeft vrijdag jl. zijn rijbewijs gehaald. Ik hoor u denken: nou en? Hij is vrijwilliger bij Hatzola, is zo’n beetje 24/7 bereikbaar (naar ik vermoed is hij daarmee erfelijk belast) en heeft nu zijn rijbewijs voor het besturen van een ambulance. Hatzola is de organisatie die in Golders Green, een van de Joodse wijken in Londen, letterlijk dag en nacht bereikbaar is voor eerste medische hulp. Ik had er al eens eerder over geschreven. Geweldig te zien hoe zo’n veertig jonge orthodoxe mannen uit alle gelederen van de Joodse gemeenschap geheel onbezoldigd zich inzetten.
En als we dan toch over de medische kwesties spreken in Londen: een Britse arts heeft recentelijk een baby hersendood verklaard, aldus las ik in een Engelse krant. Maar na twee weken aan de beademing begon het kind weer te ademen! De arts had niets verkeerd gedaan, alle testen die wettelijk vereist zijn om tot de officiële uitspraak ‘hersendood’ te komen waren uitgevoerd. Is het u bekend dat het criterium om officieel hersendood te zijn in Engeland niet dezelfde is als in Nederland. Naar ik begrijp is er nu een aanpassing van de definitie hersendood in de maak. Maar of het artikel nu wel of niet helemaal klopt: het blijft een lastig verhaal. Want iemand die hersendood is, is niet dood. Hij wordt ook niet ‘dood’ genoemd, maar ‘hersen-dood’. Dat wil zeggen dat de rest dus nog leeft?
Vandaag zijn we begonnen met het blazen op de sjofar, voorbereiding voor Rosj Hasjana. We kunnen elkaar nu al een sjana towa toewensen, een jaar van gezondheid, fysiek en geestelijk.
Gedurende de coronatijd houdt Opperrabbijn Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier. NIW publiceert deze bijzondere stukken op haar website www.NIW.nl.
Reacties
Een reactie posten