Am Jisraeel Chaj - ook in Arnhem!

Vandaag stond bijna geheel in het teken van 170 jaar synagoge Arnhem waar ik mocht genieten, zoals enige tijd geleden in Middelburg, van het Amsterdams Synagogaal Koor. Daarom vandaag geen echt dagboek, maar een deel van mijn toespraak die ik liet beginnen met een citaat uit de krant die verscheen op de dag dat de restauratie van de sjoel begon in 2001:

Van een onze verslaggevers. Arnhem …. Jacobs staat in de Arnhemse synagoge aan de Pastoorstraat. Samen met enkele tientallen leden van de Joodse Gemeente in Arnhem en een aantal bezoekers wordt een feestje gevierd. Wethouder H. Lenferink en J. Kellerman van de Joodse Gemeente hebben zojuist een oud raam verwijderd ten teken van het begin van de restauratie. In 1852 werd op deze locatie, waar de bekende Joodse rechtsgeleerde Jonas Daniël Meijer werd geboren, de eerste steen voor het Joods gebedshuis gelegd.

Dat nu aan een grondige en kostbare restauratie kan worden begonnen, was volgens rabbijn Jacobs ‘een reden tot vreugde en verdriet’. Verdriet omdat de Joodse Gemeente niet meer in staat is een dergelijk karwei zelf te financieren. Dat vloeit voort uit het feit dat deze gemeenschap in de oorlogsjaren van ’40-’45 gedecimeerd werd. Veertienhonderd Joden werden door de Duitsers, met medewerking van Nederlandse politieambtenaren, uit Arnhem weggevoerd naar concentratiekampen. De populatie bestaat hooguit nog uit enkele gezinnen.

Bewakers.

Rabbijn Jacobs waarschuwde ervoor dat zoiets niet weer mag gebeuren. Zaterdag is daar in alle synagogen ter wereld de aandacht op gevestigd., zo vertelde hij.  Er werd voorgelezen uit de Thora waarin te lezen is dat mensen bewakers over zichzelf moeten aanstellen om hun normen en waarden zuiver te houden. Vervolgens sprak hij een gebed uit voor degenen die in de Tweede Wereldoorlog het leven lieten en blies hij op de sjofar, de ramshoorn. ‘Een dierlijk instrument. We hebben allen ook dierlijke neigingen in ons. Daar is niets mis mee. De vraag is alleen wat we ermee doen”.

De krant gaf een juiste weergave van mijn boodschap. “Rechters en politieagenten moet je aanstellen bij al je poorten”. Deze Bijbelse opdracht heeft niet alleen een fysieke betekenis, maar ook een spirituele component. De mens, ieder mens, moet zijn eigen poorten, zijn ogen en zijn oren, bij voortduring bewaken. Door wie en door wat laat ik me leiden? Wat gaat mijn gedrag beïnvloeden? Verkeerde impulsen kunnen ertoe leiden dat de mens als individu en de mens als samenleving zomaar de verkeerde weg inslaat. Negentig procent zag en liet het gebeuren in de oorlog. Met als gevolg dat er van de Joodse Gemeente Arnhem nauwelijks nog iets over is. Het is te simpel om uitsluitend richting Duitsland te kijken en het falen van Nederland in alle lagen van de samenleving te verdoezelen.

Maar deze boodschap is alweer verouderd, want deze hebben we  twee weken geleden in alle synagogen ter wereld gelezen.

De mondiale boodschap van gisteren, sjabbat jl., luidde: Kie tee-tsee lamilchama: er moet ten strijde worden getrokken.

Toen ik enige tijd geleden aan een van de kopstukken uit de politiek aangaf dat ik me zorgen maakte over het opkomend antisemitisme, sprak zij mij met duidelijke bewoordingen tegen want, zoals zij dat formuleerde, het antisemitisme komt helemaal niet opzetten, het is nooit in ons land weggeweest, ook niet na de bevrijding!

De tijd dat er gewaakt moet worden is mijns inziens voorbij. De strijd moet worden gevoerd, antisemitisme, rassenhaat en iedere vorm van intolerantie moet keihard worden aangepakt. Want als we te lang wachten loopt de kudde zomaar wederom de levensgevaarlijke verkeerde kant op. Er moet proactief worden gehandeld, speciaal op educatief gebied. Arnhem mag dankbaar zijn dat ze een burgemeester hebben, mijn vriend Ahmed Marcouch, die hierin een leidende rol vervult en afgelopen vrijdag op het Beekdal Lyceum de aftrap heeft gegeven van de estafette-herdenking Holocaust, waaraan ook ik binnenkort een bijdrage ga leveren.

 

De Joodse Gemeente Arnhem is de klap van de jaren ’40-’45 niet te boven gekomen, dat is de realiteit. Maar is het bestaan van het Joodse volk als totaliteit dan wel de realiteit?

Als aan een Hoogleraar in de historie uitgelegd zou worden dat er een volkje bestaat dat over de hele wereld is verspreid, dat vervolging na vervolging heeft moeten doormaken.  Dat waar ze zich ook bevindt zich aanpast aan de hen omringende samenleving en dat zich nooit als asielzoeker of als vluchteling heeft opgesteld.  Laat staan dat hun kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen of achterachterkleinkinderen zich als vluchteling gedragen of voelen. Als dit aan een hoogleraar in de historie zou worden voorgelegd, dan zou die professor zeker aangeven, dat dat volkje volgens de wetten der historie allang niet meer bestaat.

En toch bestaan we!  En toch, hoe klein ook, bestaat er een Joodse Gemeente Arnhem en viert die Joodse Gemeente Arnhem het 170-jarig bestaan van hun prachtige synagoge.”

Ik besloot mijn toespraak met het blazen op de sjofar: Door de eeuwen heen, zelfs in de meest duistere perioden van onze geschiedenis, heeft de sjofar weerklonken: wordt wakker, sluit je ogen niet voor de realiteit, maar tegelijkertijd geef nooit op want Am Jisraeel Chaj, het Joodse volk leeft en overleeft, ook in Arnhem!

 

Gedurende de coronatijd houdt Jacobs een dagboek bij voor het Joods Cultureel Kwartier.

NIW publiceert deze bijzondere stukken op haar website.

 

 

Reacties

Populaire posts