De Drie van Breda, de Bijlmerramp en het (on)recht.

Ik had vandaag een binnen-dag. Alleen vanavond mijn verplichte dagelijkse snel-wandeling met Roger van Oordt, maar verder alleen achter de computer, de telefoon en twee Zoom vergaderingen. En: de naweeën van gisteren. Gisteren was ik in Brussel voor ontmoetingen met kandidaten die Joods willen worden. Als een lokale rabbijn een kandidaat heeft waarvan hij denkt dat die klaar is om tot het Jodendom toe te treden, qua kennis en vooral qua motivatie, worden wij ingeschakeld vanuit het Rabbinical Center of Europe, een soort vakbond voor Europese rabbijnen (800 leden!). Met als kanttekening dat we meer een bond zijn dan een vak, want rabbijn behoort geen vak te zijn, maar een roeping. Ik mocht een paar fijne gesprekken hebben daar in Brussel, maar ook een rotgesprek. Ik zag geen kans om verder te gaan met een van de kandidaten. Reden? Ik betrapte hem op tegenstrijdigheden of, iets minder diplomatiek geformuleerd, hij loog. En dan heb ik een probleem want, hoewel ik de ‘tegenpartij’ ben van de kandidaten, ga ik wel met respect om met de kandidaat en verwacht van hem of haar hetzelfde. En daarbinnen is geen plaats voor leugens. Vertrouwen moet er ten opzichte van elkaar zijn, maar als dat vertrouwen is geschaad en er bovendien nog een dreigtelefoontje op volgt en verschillenden mensen worden ingeschakeld om mij te bedreigen of om te kopen (uiteraard niet via de bank maar met cash!), dan is het voor mij einde oefening! Maar hoe kom ik erachter dat de kandidaat onwaarheid heeft gesproken. Van mij mag toch verwacht worden dat ik de geloofwaardigheid van een medemens niet in twijfel trek?! Ik ben toch een mens van het geloof! Dat klopt ook, alleen zijn het vaak lokale derden die me in vertrouwen bellen om me te waarschuwen. En als ik dan de woorden die me zijn aangereikt voorleg ter controle aan de kandidaat en zijn reactie is niet een ontkenning maar slechts de vraag wie me dit heeft verteld, dan heb ik een probleem en dus de kandidaat ook.

Dus kwam ik gisteravond bekaf thuis nadat ik, volgens mijn chauffeur, tussen Zaventem en de Nederlandse grens in de auto een uiltje had geknapt. Maar, achteraf bezien aan het aantal kilometers, was het geen uiltje maar een volledige supergrote uilen-volière!

Toen ik dus afgemat thuis was en mijn avondeten tot mij had genomen ben ik naar de laatste aflevering gaan kijken van de documentaire De Rampvlucht over de Bijlmerramp. Lastig is dat werkelijkheid en fantasie door mekaar heen liepen. Zo wordt er gesproken over mannen in witte pakken die met wagens met Franse nummerborden naar de plaats des onheils waren gekomen en dat zouden dus leden zijn van de Mossad, de Israëlische veiligheidsdienst. De Franse nummerborden waren een aanwijzing dat ze leden waren van de Mossad, want het Europese hoofdkwartier van de Mossad zou in Parijs zijn gevestigd. Mis, dacht ik, want het hoofdkwartier stond in Brussel, en dus kloppen die Franse nummerborden niet als bewijs dat de Mossad de mannen in witte pakken zou hebben geleverd! De documentaire plaatst Israël niet bepaald in een goed daglicht. Terecht of niet weet ik niet, maar zoiets draagt wel bij aan de aanwakkering van antisemitisme. Maar, zo weet ik uit welingelichte kring, Israël is erg sukkelig omgegaan met de publiciteit rondom de Ramp. Jammer, onacceptabel en triest.

Maar wat me wel erg is bijgebleven, en dat werd ook duidelijk zichtbaar in de documentaire jaren geleden van Hans Knoop over de Zaak Menten, dat er heel wat onder het tapijt wordt geveegd als het de ego, betrouwbaarheid, positie of de pecunia van bewindslieden raakt. Het gaf me een naar gevoel. Voor mij moet een Overheid het summum zijn van betrouwbaarheid, maar dat lijkt vooralsnog een utopie. Mijn vermoeide gedachten dwaalden af naar de Drie van Breda die om humanitaire redenen vervroegd werden vrijgelaten. Sic! Onacceptabel. De achttienjarige schutter uit Texas die in koele bloedde negentien mensen had neergeschoten krijgt nog net niet de doodstraf maar verdwijnt wel levenslang achter de tralies in de USA. Omdat in de USA alles openbaar is kon ik zien hoe de jongeman spijt betoonde van zijn daden (hetgeen van de Drie van Breda niet gezegd kon worden) en gedreven was door een stem in hem die hem aanspoorde om te doden. Vreselijk wat hij heeft aangericht, maar zoals ik het kon zien was het een jongen die gebukt ging onder schuldgevoel en die gedreven was door een stem waarvan hij zich niet kon ontdoen. Hij was dus geestesziek en dan dringt zich bij mij de vraag op of levenslang een terechte straf is. Ik heb lang genoeg in de psychiatrie gewerkt om te weten hoe moeizaam en dwangmatig het horen van stemmen, die je niet onder controle hebt, kan zijn.  De Drie van Breda wel vrij want ze waren oud en zielig, en dit kind van achttien jaar achter tralies voor z’n hele leven?!  Voeg daaraan toe dat een notoire Holocaust-ontkenner zondag aanstaande podium wordt gegeven op de Dam in Amsterdam.

Neen, het recht is niet altijd even recht. Dat onze eigen Overheid soms meegaat in de krommingen zoals we dat zagen in opstelling van onze Overheid ten tijde van de Bijlmer Ramp, ten tijde van de Drie van Breda en ten tijde van de Zaak Menten, baart me zorgen, maar is helaas de realiteit, zelfs in mijn eigen superbeschaafde Nederland, dat verre van een bananenrepubliek is.

Gedurende de coronatijd begon Opperrabbijn Jacobs met zijn dagboek op verzoek van het

Joods Cultureel Kwartier.

NIW publiceert nu deze bijzondere stukken op haar website.

 

 

 

Reacties

Populaire posts