bijna back to normal

De Chanoeka-Toer zit er voor dit jaar weer op. Vandaag heb ik de laatste 390 km gereden en geschiedde er een wonder. Het plensde. Om 16:15 uur zou op de Markt van Bourtange de Menora worden aangestoken, maar om 15:50 uur belt de heer Willem Fokkens, voorzitter van de Stichting Synagoge Bourtange, dat het weer dermate slecht is dat we het aansteken moeten verplaatsen naar de sjoel. Mijn opmerking dat de gebruikelijke belangstelling zeker niet in de sjoel past, werd afgewimpeld met de opmerking dat er nauwelijks publiek zal zijn. Net voordat ik Bourtange binnenreed, stopte de regenbui. En toen ik enige minuten later de Vesting binnenreed, stond triomfantelijk de Menora op de Markt omringd door een iets kleinere meute dan andere jaren, maar in sjoel zou het zeker niet gepast hebben! Voor de 30ste keer heb ik, samen met de burgemeester, en zonder regen, in het hoge noorden het licht mogen brengen. Voor talloze Joden uit de Duitse grensstreek en uiteraard voor Joodse inwoners van de brede omgeving is dit een van de hoogtepunten van het Joodse jaar. Maar ook zien we jaarlijks inmiddels bekende niet-joodse gezichten. Omdat mijn benzinetank bijna leeg was, absoluut niet genoeg om thuis te kunnen komen, vroeg ik de aanwezige politie waar ik (na de toespraken, na het aansteken van de Menora, na het Ma’oz Tsoer en na de broodjes) een tankstation kan vinden dat open is. Het bleek dat ik twee jaar geleden aan dezelfde politieagent dezelfde vraag had voorgelegd. Alleen toen had hij mij voorgereden en dit jaar kreeg ik uitsluitend instructies en moest ik het zelf maar uitzoeken. Hetgeen overigens wel goed is gelukt. Donderdag hebben we genoten, nadat de Menora was aangestoken, van soep en van cabaret Quatsch in Arnhem. Uitgaande sjabbat was Kampen aan de Chanoeka-beurt. Een gigantisch grote opkomst en voortreffelijk georganiseerd. Locatie? De steeg naast de sjoel. In Winterswijk en in Enschede was ik gevraagd om niet alleen de Menora aan te steken, maar ook een korte lezing te geven. Maar kort is relatief en de korte lezing in Winterswijk nam bijna 50 minuten. In Enschede werd mij slechts 10 minuten spreektijd gegeven. Maar ik denk dat ik met vlag en wimpel de 10 minuten heb overschreden en dat er meerdere spelden hadden kunnen vallen… Beide plaatsen hadden zeer goed voor de inwendige Chanoeka-mens gezorgd, dus het was goed toeven in de bovenzaal van de mooiste sjoel van Nederland en in de volle sjoel van Winterswijk.

In Winterswijk werd de Sjammasj aangestoken door de burgemeester van Lochem. De locatie waar een antisemitisch incident vorige week had plaatsgevonden. Enerzijds wordt de dader opgespoord, anderzijds had ik de burgemeester voorgesteld om in Winterswijk samen de Menora aan te steken om met licht de duisternis van het antisemitisme te verdrijven, de positieve benadering dus. Uiteraard ontstond er een gesprek tussen Lochemse burgervader en ondergetekende.

Van ’t Erve, de Lochemse burgervader, had zich al lang voor het recente incident verdiept in de geschiedenis van Joods Lochem. Hij juicht het toe dat de voormalige synagoge nu een educatief monument is. Een monument, ter nagedachtenis aan de Lochemse Joden, en educatief, een wapen in de strijd tegen antisemitisme. Na de oorlog had zijn voorganger het pand gekocht van het NIK, de wettelijke vertegenwoordiger van de nagenoeg geheel uitgeroeide Joodse Gemeente Lochem.  Helaas, zo vertelde mij de burgemeester vol schaamte, heeft de burgemeester van direct na de oorlog (of misschien ook nog in de oorlog) de synagoge voor een sluw en onacceptabel zacht prijsje verworven. Er werd een fikse korting op de aankoop van het gebouw bedongen “want de synagoge functioneerde niet meer als gebedsruimte”. De enkele overlevenden moesten dus betalen voor… Hopelijk worden dit soort smerige spelletjes opgemerkt en meegenomen bij de restitutie van oorlogstegoeden.

Overigens was ik decennia geleden in Venlo waar een soortgelijk probleem speelde: er was een bom gevallen op de synagoge, waardoor er in de waterleiding een gat was ontstaan en water wegstroomde, maandenlang. De voorzitter van de Joodse Gemeente Venlo, een van de zeer weinig overlevenden, kreeg na de oorlog meteen een gepeperde rekening gepresenteerd voor het watergebruik en heeft die ook nog braaf in bevrijd Nederland betaald!

De jaarlijkse Chanoeka-toer was weer geweldig. Op negen plaatsen ben ik geweest. En net voor Chanoeka, hadden Blouma en ik ook nog even snel ons 50-jarig huwelijksjubileum gevierd.  Kinderen waren ingevlogen en nadat de meute was vertrokken hebben we sjabbat jl. aan de Joodse gemeente Amersfoort, onze thuishaven, een kiddoesj aangeboden. Ons huis staat nu vol met bloemen, JNF-bomen en andere presentjes.

Morgenochtend minjan in Almere. En daarna: bijna back to normal.

Gedurende de coronatijd begon Opperrabbijn Jacobs met zijn dagboek op verzoek van het

Joods Cultureel Kwartier.

NIW publiceert nu deze bijzondere stukken op haar website.

 

 

 

Reacties

Populaire posts