wat een feest en wat een droefenis

Allereerst een hartelijk welkom aan de lezers van cvandaag.nl de grootste christelijk website van Nederland met lezers uit het brede christelijke spectrum. Ik ben een tijdje weggeweest en nu dus weer terug. Waarom was ik weg, waarom weer terug en wat is het doel van mijn dagboek-geschrijf. Aan het prille begin van het corona-tijdperk werd ik benaderd door het JCK, het Joods Cultureel Kwartier in Amsterdam. (Mocht u niet precies weten wat dat is, gewoon even googelen). Het JCK had drie mensen benaderd, en ik was een van die drie, met het verzoek een dagboek bij te houden, want wie weet komt daar iets interessants uit voort dat voor het nageslacht iets kan betekenen en misschien kan er rondom zo’n dagboek iets van een tentoonstelling in het Joodse Museum (onderdeel van het JCK) georganiseerd worden. Ik dus dagelijks aan het schrijven in plaats van rondreizen, lezingen geven, mensen bezoeken en ontvangen. Want, zoals iedereen, zat ook ik aan huis gekluisterd te coronaneren, dus te niksen. Het dagboek had dus voor mij bijna een therapeutische betekenis, het hield me van de straat, die niemand op mocht.

Om een lang verhaal kort te maken: na enige weken werd de dagboek-therapie bijna een trauma, want alleen de directie van het JCK las het, naar ik hoopte. Te zijner tijd zou er wellicht iets mee gedaan kunnen worden, maar wanneer en of, was gissen. En toen kwam CIP in mijn leven en kreeg ik publiek, voelde ik mezelf weer nuttig en zinvol bezig zijn. Van het een kwam het ander. Mijn dagboek verscheen op de Website van het NIW (nog steeds met een frequentie van twee keer per week) het enige Joodse Weekblad. Op de Facebookpagina van Joods bij de EO en op nog een paar plaatsen. Maar terwijl elders ik gewoon door-dagboekenierde, besloot CIP, de voorganger van cvandaag, dat het wel genoeg was en of ik in plaats van mijn dagboek een meer religieuze column wilde schrijven. Dat leidde tot Rab&Rik in boekvorm, terwijl ik trouw verder bleef gaan met mijn dagboek, maar niet voor CIP en niet voor cvandaag. En dus ben ik dus weer terug en twee keer per week mag ik op cvandaag met mijn dagboek weer meedoen. 

Maar waarom wil ik dit? Aan zending en missie doen wij niet. En samen broederlijk Bijbelteksten is ook al niet mijn cup of (koosjere) tea. Maar wat ik wel van groot belang acht is om samen te strijden voor hetgeen ons bindt, strijden op een vredige wijze tegen secularisatie en ook wil ik graag gesteund worden in mijn gevecht tegen antisemitisme. 

Bestaat dat dan nog, hoor ik een aantal van u denken. Toen ik gistermiddag, sjabbat, een klein sjabbat wandelingetje maakte werd ik uitgebreid nagescholden: Jood, jood, jood. Toen ik de vijf knapen vroeg wat ze precies bedoelden, bleek niemand iets gezegd te hebben. Nou doet schelden geen pijn, maar jong gescholden kan vrij eenvoudig omslaan om iets minder jong een mes...Eigenlijk had ik ze willen uitnodigen om bij ons een kop koffie te komen drinken en in gesprek te gaan, maar daaraan dacht ik te laat. Een andere wandelaar was getuige van de scheldkanonnade en ging het gesprek met me aan, toen we voor de schoffies niet meer in het zicht waren. Hij toonde mij een paar wonden op zijn hoofd en zijn kapotte bril. De details van zijn uitleg heb ik niet helemaal begrepen maar hij vond het moedig dat ik duidelijk zichtbaar als Jood durfde rond te lopen. Hijzelf had eerder met hetzelfde groepje van doen gehad met als resultaat...

Ik zit nu in een bus dit dagboek en welkomstwoord te schrijven. Het busje brengt ons van Potsdam naar het vliegveld van Berlijn waar een nieuw Sefer Thora, een nieuwe Thora-rol, werd ingewijd. Geweldig, maar tegelijkertijd een drama. De rabbijn van Potsdam is vorig jaar plotseling overleden, vijftig jaar jong. Van de een op de andere dag, volkomen onverwacht. Te zijner nagedachtenis is deze Thora geschreven. Ik wilde aanwezig zijn uit eerbetoon en om zijn vrouw en kinderen te steunen. Het was een geweldig samenspel van vreugde en diepe droefenis. De vreugde was ongelofelijk. Met de nieuwe speciaal te zijner nagedachtenis geschreven Thora, werd gedanst en gedanst en gedanst. De toespraken waren indrukwekkend, een video over het leven van rabbijn Nachum Presser zl. werd vertoond. Het was alsof hij aanwezig was. Tientallen collegae rabbijnen met hun echtgenotes waren gekomen. In mijn busje zaten drie mensen uit Engeland, een uit Roemeniƫ en elf uit Israel. Maar de droefenis was ook voelbaar. Alle gasten vertrekken nu, enkelen morgenochtend, maar zijn weduwe blijft alleen achter om het werk, de roeping van haar man, voort te zetten. Wat een moed, van een rotsvast geloof. Am Jisraeel Chaj - het Joodse volk leeft, ook als de leefomstandigheden bijna onleefbaar zijn. Als volk en als enkeling.

 

 

 

Reacties

Populaire posts