De spanning rondom het reisverslag
Sjabbath jongstleden waren we in Eindhoven voor een sjabbaton, de hele sjabbat bij en met de Joodse Gemeente Brabant. Het is mooi te zien hoe er toch weer Joods leven begint te ontstaan, dankzij een voortvarend bestuur dat heeft ingestemd om een eigen lokale rabbijn, Simcha Steinberg, in dienst te nemen. Het klopt trouwens niet helemaal wat ik hier heb geschreven, want hoewel officieel alleen de rabbijn in dienst is, in praktijk zijn het rabbijn Simcha én zijn echtgenote Rina Eidel. Ze begrijpen de Nederlandse mentaliteit, staan dag en nacht voor iedereen klaar en zorgen ervoor dat de sjoeldiensten te volgen en te begrijpen zijn. Deze sjabbaton was gesponsord, dat wil zeggen alle maaltijden, door Marita Simons vanwege haar 80ste verjaardag twee jaar geleden, vanwege haar “bevrijding” 75 jaar geleden uit het concentratiekamp en omdat ze al 50 jaar lid was van de Joodse Gemeente Eindhoven. Vanwege corona was alles uitgesteld. Maar beter laat dan nooit. Alles bij mekaar: perfecte maaltijden, prima sfeer, fijne sjoeldiensten! Maar wat er haperde was ‘de oorlog’! Het lijkt wel of de jaren ’40-’45 steeds vaker terugkomen, want bijvoorbeeld deze Marita, een superintelligente vrouw, verslindt boeken over Theresienstadt en andere kampen in de hoop een glimp van haar moeder, die ze nooit gekend heeft, te kunnen ontdekken. In datzelfde weekend komt er een nieuw potentieel lid opdraven. Zij wist niet dat er een speciale sjabbaton was, maar probeert al jarenlang de eerste stap naar de Joodse Gemeente te zetten. Ze is Joods, maar kan het niet bewijzen, hetgeen steeds vaker voorkomt. En dus zal ze contact met me opnemen en gaan we aan de rabbinale-recherche-slag. Overigens had ik op de donderdag voor die sjabbat bij een lewaja-begrafenis in Zutphen een vitale man van 82 ontmoet. Sinds drie jaar wist hij dat hij niet uitsluitend Joods is, maar ook nog een Kohen, een nakomeling van de Hoge Priester Aäron. Ook is hij erachter gekomen dat hij een zus heeft, of beter gezegd een zus had, want drie weken voordat hij uitvond wie en wat hij was, Joods dus, was die zuster overleden.
Op EU-niveau werd ik benaderd door de rabbijn van Bobruisk. Ik zal het u niet aanrekenen als uw topografische kennis Bobruisk niet kan plaatsen. Maar ik kan dat wel omdat mijn schoonvader daar geboren was. Bobruisk ligt in Rusland, dus valt onder de bezielende leiding van onze vriend de heer Poetin. Maar daarover benaderde deze jonge rabbijn me niet! Een van zijn gemeenteleden wil Choepa hebben, een religieuze inzegening van het huwelijk. Probleem is echter dat het Jood-zijn van de bruid lastig aantoonbaar is. Documenten en getuigenissen zijn er niet, zoals zo vaak. En dus ontstaat er een Zoom vergadering met de rabbijn, de aanstaande bruidegom en het aanstaande (Joodse?) bruidje. Als alle Joodse eindjes aan elkaar zijn geknoopt, zal ik het u laten weten.
Ondertussen zijn er allerlei politieke spanningen in Israël en word ik door menigeen, zelfs vanuit Israël zelf, gebeld om tegen het beleid van de huidige regering te gaan protesteren. Bij een protestdemonstratie in Den Haag, naar ik meen voor de Ambassade van Israël, mocht ik gastspreker zijn. Ik heb dat keurig geweigerd. Ik stem graag, al dan niet geheim, aanstaande maandag voor de Provinciale Staten (en dus indirect voor de samenstelling van de Eerste Kamer) in ons eigen land, Nederland dus. Het stemmen of het oordelen over op wie wel/niet een stem uit te brengen in Israël, laat ik graag over aan de ingezetenen van Israël, gelijk de Israëlische Staatburgers zich ook niet mengen in onze politieke samenstelling. Waar geheel Nederland de ins en outs van de politiek machtig schijnt te zijn en er een duidelijke mening over heeft, ben ik ervan overtuigd dat slechts zeer weinige Israëliërs ooit van Rutte hebben gehoord en al helemaal niet van Kaag of Wobbe Hoekstra.
De spanning rondom het “reisverslag van de Raad van Kerken aan Palestina en Israël” is nog niet de wereld uit. Ik ben bang dat de Heren en Dames van de RvK en de Moderamen (geen idee wie of wat die zijn) echt niet beseffen hoezeer hun vergelijking van de in hun optiek ‘onderdrukking van de Palestijnen in Israël’ met de hel van Auschwitz, onacceptabel is. Ik denk dat door het vasthouden en blijven geloven in die vergelijking en het concentreren op de vermeende onderdrukking van Palestijnse christenen en het bewust mondiaal wegkijken van wat er gebeurt in de landen waar christenen worden vermoord of zwaar onderdrukt (waaronder christenen in Gaza), er een dramatische patstelling is ontstaan in de dialoog, de ontmoeting tussen Joden en christenen. Of die vriendschap en samenwerking door dit briljante reisverslag nog te herstellen valt begin ik meer en meer te betwijfelen, gezien de reacties die ik ontvang vanuit Joodse kring en ook vanuit de christelijke achterban. Zoals deze:
Het antisemitisme groeit met de dag, meegeholpen door media en louche politieke figuren. In mijn schooltijd was het aandeel over de 2e wereldoorlog 2 kleine blz. en de 80 jarige oorlog enz. 100 x meer. Nu zijn de 2 blz. ook bijna verdwenen. Eerlijk gezegd ben ik nu te oud, maar anders was ik alsnog snel uit NL en Europa verdwenen. Men wil niet leren van het verleden.
Bovenstaande is een individuele reactie van een individuele christen. Wat mij enorm stoort is het totaal ontbreken van enig protesterend geluid vanuit de bij de Raad van Kerken aangesloten gemeenten. Maar, zoals een Joodse tolerante en niet orthodox-levende vriend mij verzekerde: waarom zou onze generatie plotseling van antisemitisme verschoond blijven? Ieder jaar leren we toch met Pesach op de Seideravond: in iedere generatie wordt er tegen ons Joden opgestaan om ons te vernietigen. Waarom zou het nu anders zijn?
Ik sluit dit dagboek af, maar niet nadat ik u vertel over een bijzondere ontmoeting. Blouma en ik liepen zondag jl. te wandelen. Plotseling sprak een vrij jonge vrouw, die haar hond aan het uitlaten was, ons aan. U bent toch rabbijn Jacobs? En u Blouma? Nou waren we dat inderdaad, maar waarvan kent deze dame ons? Er ontstaat een bijzonder gesprek over van alles en nog wat op ethisch gebied. Zij kent mij dus vanwege mijn dagboek dat ze trouw schijnt te lezen, al vele jaren. Toen ons zeer boeiende gesprek bijna tegen het einde liep, vroeg ze mij waarom ik mijn teckel niet aan het uitlaten was. Tijdens coronatijd stond ik namelijk met een teckel op de foto in het NIW. Als bijschrift werd aangegeven dat ik speciaal een teckel had aangeschaft. Dan mocht ik namelijk uit isolatie, om de hond uit te laten, en zou ik dus van de gelegenheid gebruik kunnen maken om pastorale huisbezoeken af te leggen. Dat was dus een Poerim-grap, waar velen intuimelden.
En dit jaar was er wederom een Poerim-grap! Die ging over de aanstelling van twee jonge opperrabbijnen. Een van de twee was mijn zoon Yanki. Mocht u de grap niet hebben gelezen, click dan even op deze link https://niw.nl/twee-nieuwe-opperrabbijnen-benoemd/ . Het was dus een Poerim-grap. Van vele kanten kwamen de felicitaties binnen. Ook uit verschillende overheidskringen! Anderen werden woedend omdat ik mijn eigen familie naar voren zou hebben geduwd. Weer anderen maakten zich ernstige zorgen over de salariëring van de twee nieuwe opperrabbijnen en de nieuwe coördinator van het Beth Din – de Joodse Rechtbank. Er werd zelfs al gesproken over witwaspraktijken via oligarchen in Rusland. Lieve mensen: het was een Poerim-grap. Leuk?
Vandaag wordt Poerim in Jeruzalem gevierd en heet het bij ons, buiten Jeruzalem, Sjoesjan Poerim. En dus kan ik u allen nog net een goed en vrolijk Poerim wensen en hopen dat u bij machte zult zijn om ook het gehele voor ons liggende jaar, de Eeuwige met vreugde te dienen.
Gedurende de coronatijd begon Opperrabbijn Jacobs met zijn dagboek op verzoek van het
Joods Cultureel Kwartier.
NIW publiceert nu deze bijzondere stukken op haar website www.niw.nl .
Reacties
Een reactie posten