Dagboek 6 augustus 2023:

Wat ben ik dankbaar met mijn baantje. Af en toe (en vaker af dan toe) wordt er (on)nodige rotzooi over me uitgestort, maar zo gaat het nu eenmaal. Als er geen kritiek komt, pas dan moet ik me zorgen maken en mezelf afvragen of ik nog wel functioneer. Ik herinner me dat rabbijn Vorst en mijn persoontje samen (onbezoldigd) werkten voor Jad Achat, de educatieve afdeling van het NIK die opgericht was in 1977.  Wij moesten/mochten deze door de Overheid bekostigde instelling invulling geven. Het was een groot succes. Dia’s, tapes, films, Joodse boeken en spelletjes. Later ontstond er in het gebouw van de Joodse Gemeente Amsterdam ook de bekende Jad Achat winkel. Het bleek een en al succes, niemand sputterde tegen, alleen maar lof. En dus vroegen we ons toen ernstig af: zijn we wel goed bezig? Maar gelukkig ontstond, net nadat we ons zorgen maakten over het succes, kritiek. Wat die kritiek omvatte herinner ik me niet meer, maar de essentie was dat er tegenstand was, teken dat we goed bezig waren.

En nu we het over succes hebben: Vrijdag was de laatste dag van twee weken Tzivot Hashem, het bekende zomer-dagkamp dat dit jaar voor de tiende keer kinderen in de grote vakantie een Joods samenzijn heeft geboden. Lof en hulde voor de Taiby Camissar en Ruth Koppenhol en alle vrijwillige madrichiem en madrichot die deels uit ons land afkomst waren en deels vanuit Israel en de VS waren ingevlogen. Sommige kinderen hadden het geluk om beide weken aanwezig te kunnen zijn, anderen een week en sommigen kwamen maar een paar dagen omdat ze ook met hun ouders op vakantie gingen. Maar zelfs die paar dagen waren meer dan waardevol, want iedere dag was een combinatie van spel, uitstapje, samen eten en bensjen en Joodse vriendjes en vriendinnetjes maken. Speciaal voor kinderen die de Joodse dagscholen niet bezoeken, waren, zelfs als het slechts een paar dagen betrof, van vitaal Joods belang. Ieder kind nam iets mee naar huis. En ik bedoel dan niet de zelfgebakken challa op vrijdag, maar de Joodse sfeer die iedere dag werd geboden en die de kinderen zal bijblijven.

Tien dagen geleden was het 9 Aw, de verwoesting van de Tempel in Jeruzalem en het begin van het galoeth, het ballingschap. De gewoonte bestaat om in een Joods huis, speciaal in een sjoel of gebouw van de Joodse Gemeente, een stukje van de muur onafgewerkt te laten: ter herinnering aan de Verwoesting van de Tempel. Om te tonen dat hoe mooi ons huis ook moge zijn, we dienen te beseffen dat het nog steeds een ballingschap is waarin we ons bevinden. Om dezelfde reden breekt de bruidegom onder de choepa een glas. Niet omdat ‘scherven brengen geluk’ maar om juist op het moment van grote vreugde te benadrukken dat er helaas nog veel leed bestaat op onze aarde. En dus was er ook in het geweldige zomer-dagkamp iets negatiefs, ter herinnering aan... Donderdagavond werden in Amstelveen drie van de madrichiem, allen uit de USA afkomstig, toen ze op straat liepen, met stenen bekogeld. Ze kwamen er met de schrik vanaf, maar toch… Het was een teken dat het zomer-dagkamp goed was. Zonder deze stenen hadden we stiekem mogen twijfelen!

Het is nu zondagavond en we zijn net terug uit Maastricht waar we de sjabbat hadden doorgebracht. Het was buitengewoon fijn. ’s Ochtends voor sjoel een sjioer gegeven. Er werd aandachtig geluisterd en vragen werden gesteld. Iedere week geeft rabbijn Cohen om 9 uur, een uur voordat de sjoel hoort te beginnen, les aan de goegemeente. Nu was aan mij de eer, of beter verwoord, het genot om die cursus te geven. Ik schrijf opzettelijk ‘hoort te beginnen’. Want gelijk in het zomer-dagkamp er ook iets negatiefs was, zoals bij de beginjaren van Jad Achat en gelijk ook ik af en toe onder een negatief vuur lig, was er ook iets dat voor mijn gevoel verbetering behoeft. Niet de maaltijd voor alle sjoelbezoekers op vrijdagavond. Niet de maaltijd na afloop van de ochtenddienst op sjabbat. Maar wel het zogenaamde Limburgs Kwartiertje, dat bij de NIHS Limburg neigt uit te lopen tot een Limburgs Halfuurtje! Alles is even gemoedelijk, speciaal het begrip tijd. Maar of ik me nou wel of niet aan erger, als ‘herinnering aan de verwoesting van de tempel’ functioneert het fantastisch. Rabbijn en rebbezin Cohen: jullie doen geweldig werk. En ik denk dan niet alleen aan de sjoeldiensten, de maaltijden na afloop in sjoel, de wekelijkse maaltijden bij jullie thuis, maar ook en speciaal aan de vele individuele steun die jullie aan mensen in nood weten te geven. Geweldig! Dank!

Gedurende de coronatijd begon Opperrabbijn Jacobs met zijn dagboek op verzoek van het

Joods Cultureel Kwartier.

NIW publiceert nu deze bijzondere stukken op haar website www.niw.nl .

 

 

 

 

Reacties

Populaire posts