Louis de Liever zl. en Rabbijn Y. Friedrich zl.

Jom Kippoer was geweldig. De sfeer in sjoel was intens, bij de toespraken was het muisstil, de mensen waren meer dan voldaan en het Awienoe Malkeenoe moet Boven luidkeels gehoord zijn. Menigeen, zoals me dat na afloop van de dienst werd verteld, was tot tranen toe bewogen. Ik was dankbaar dat onze Amersfoortse sjoel, die bijna 300 jaar bestaat, zo Joods werd gebruikt. Het was meer dan een doorsnee Jom Kippoer! Het luide en doordringende Sjema Jisraeel aan het einde van de Neïla-dienst, de Slotdienst, zit nog steeds in mijn gehoor.

Het is nu woensdag en ik had bijna dit dagboek overgeslagen. Bijna overgeslagen vanwege de drukte. Niet op de weg, maar in mijn opperrabbinaatje.  Ik weet niet waar het allemaal vandaan komt:  Zoom-gesprek met Zweden, mijn zoom-Joodse les voor gepensioneerden, een zoom-overleg met de rabbijn van Kenia en vele keren overlegd over van alles en nog wat met Jeruzalem. Ook vele niet-joodse mensen vroegen om een persoonlijk onderhoud. Daar is niets op tegen, integendeel! Maar als een mij onbekende mij wil ontmoeten omdat hij weliswaar juridisch niet-joods is, maar profetisch wel, dan neem ik toch wat afstand en geef aan dat hij zeker gelijk heeft, maar dat ik niet zo goed ben in het voeren van dit soort hoog profetische bijna bovenaardse diepgaande gesprekken. Volgens mijn Blouma moet ik ook af en toe ‘nee’ durven zeggen.

Nadat net voor Rosj Hasjana rabbijn Vorst ons is ontvallen, is gisteren Louis de Liever overleden. Hij was 84 jaar oud, of beter geformuleerd: 84 jaar jong. Want jong was hij gebleven. Hij was mijn goede vriend, een door en door goed mens die hielp waar geholpen kon worden. Hij deed als vrijwilliger de belastingaangifte van rabbijn Vorst en van vele anderen die de afschuwelijke jaren ’40-’45 hadden overleefd. Loek, want zo werd hij genoemd, was een echte vriend. Jaar in jaar uit reden we in de Chanoeka-week samen door Nederland om de grote menora’s aan te steken: in Bourtange, in Middelburg, Maastricht, Enschede, Winterswijk, Kampen enz. enz.! De oorlog en vooral ook het na-de-oorlog, had zijn leven getekend. Hij was een veelgevraagd spreker en menigmaal traden we ook samen op. Als ik bij een lezing aangaf dat als een mens de hel van een concentratiekamp heeft overleefd en dan normaal is gebleven, dat hij dan gestoord is want zoveel meemaken en je bent dezelfde persoon na de hel van Auschwitz als voor die hel, dan is er iets mis met je. Loek, vroeg ik hem dan publiekelijk:  ben jij normaal? En dan stond mijn bijzondere vriend op en zei: Neen, ik ben niet normaal. En dan begon hij zijn levensgeschiedenis te vertellen. We zullen zijn verhaal niet meer uit zijn mond kunnen horen.  Voor zijn lieve echtgenote, zijn twee dochters, kinderen en kleinkinderen: Keep strong en blijf gezond.

En terwijl de kleínzoon van Loek bij ons thuis is gekomen om het kaddiesj te oefenen voor de lewaja van morgen, krijg ik een whatsapp dat in Antwerpen rabbijn Friedrich zojuist is overleden.  Zeer hoogbejaard, maar toch. Hij heeft ongelofelijk veel betekend voor Joods Nederland. Voor het Cheider en voor vele andere plaatsen waar hij zich dienstbaar had gemaakt, sjioerim heeft gegeven, lezingen gehouden, ook in de niet-joodse gemeenschap. Samen zaten we in het bestuur van het Cheider. Adje Cohen de voorzitter, Friedrich de vicevoorzitter, een penningmeester en ik als lid-zonder portefeuille. We hebben samen heel wat oorlogen moeten voeren tegen de Onderwijs Inspectie om te kunnen en te blijven overleven. Ik had die Whatsapp nog nauwelijks ontvangen of de mededeling bereikt me dat vanavond omstreeks tien uur de lewaja al zal zijn in Putte. Toen ik het hoorde was de stoet vanuit Antwerpen al op weg naar Putte, alwaar de begraafplaats is van orthodox Joods Antwerpen. Vanuit de stoet krijg ik een telefoontje dat ze over 50 minuten op de Joodse begraafplaats zullen zijn. Ik snel op de ANWB-routeplanner gekeken en zie dat het vanuit mijn huis naar Putte bijna anderhalf uur is. Wel gaan, niet gaan. Rabbijn Friedrich heeft zoveel betekend voor de Joodse gemeenschap, kan ik het maken om te ontbreken? Na pijlsnel nadenken en inschatten, verbiedt Blouma mij om op dit late tijdstip in mijn eentje de auto in te springen en als een gek over de nachtelijke weg te scheuren om vervolgens veel te laat aan te komen. Ik zal proberen naar de sjiwwe ta gaan. Hoewel: dadelijk eerst de lewaja van Louis de Liever en dan naar Antwerpen, als er tenminste aldaar sjiwwe wordt gezeten. Geen idee waar zijn kinderen woonachtig zijn. En vrijdagochtend op sjiwwe-bezoek gaat het zeker niet worden, want om 12:00 uur word ik in Maastricht verwacht waar de eerste dagen in Crowne Plaza onder mijn rabbinale toezicht meer dan negentig orthodox Joodse gasten uit Antwerpen, Londen, Manchester en zelfs uit de USA Soekot zullen vieren.

De Soekot-dagen zijn in feite een herhaling van de Hoge Feestdagen, Rosj Hasjana en Jom Kippoer. Die dagen worden in het Hebreeuws niet Hoge Feestdagen genoemd, maar Ontzagwekkende Dagen. En nu dus met dezelfde overgave, maar dan vanuit vreugde, krachten verzamelen voor de rest van het nieuwe Joodse jaar 5784. En ondertussen nadat ik tientallen en tientallen condoleance e-mails vanwege Rabbijn Ies Vorst zl ontving net voor Rosj Hasjana en nu zelfs de kleinzoon van Loek de Liever mij condoleert omdat hij weet hoe close zijn opa en ik waren, op naar Soekot.

Ja, Loek en rabbijn Friedrich waren hoogbejaard en de enige zekerheid die we hebben in het leven is dat het leven eindig is. Loek was op. Friedrich idem, uitgeblust. Beiden, en hetzelfde gold voor rabbijn Vorst, overlevenden van de oorlog. Alle drie ook vertelden ze over die afschuwelijke jaren, alle drie waren ook duidelijk getekend en gevormd door die vreselijke jaren. Maar nu dus dadelijk eerst de lewaja van Loek, dan misschien naar Antwerpen en dan op naar Soekot. En als we op de laatste dag van het Loofhuttenfeest met de Thorarollen dansen, zullen de nesjommes, de zielen, van Rabbijn Vorst, Loek de Liever en Rabbijn Friedrich vanuit het Boven meedansen en ons stervelingen aanmoedigen om ook als het tegenzit, vooral verder te gaan. Ievdoe et Hashem besimcha – dien G’d vanuit vreugde.

Voor u allen, lezers van mijn dagboek, Gut Jom Tov, Chag Sameach en nog vele jaren!

Gedurende de coronatijd begon Opperrabbijn Jacobs met zijn dagboek op verzoek van het

Joods Cultureel Kwartier.

NIW publiceert nu deze bijzondere stukken op haar website www.niw.nl .

 

 

 

Reacties

Populaire posts