Dagboek 19 okt. 2023

Ongetwijfeld zal ik niet de enige zijn die momenteel bijna dag en nacht bezig is om het imago van Israël op te krikken. Normaliter wordt met opkrikken bedoeld dat de persoon die opgekrikt moet worden zich dient te veranderen om een betere indruk te maken, maar ik zou niet weten wat Israël zou moeten en kunnen verbeteren. Het is toch onvoorstelbaar dat een minuut nadat er ‘iets’ was gevallen op het ziekenhuis in Gaza, Hamas en de hele anti-Israël wereld al alle gewonden en omgekomen slachtoffers kennelijk hadden geteld. Ongetwijfeld lagen slachtoffers onder het puin, maar ook die waren klaarblijkelijk binnen een minuut gelokaliseerd! Echt een wonder (of een flagrante leugen?)!

Gisteren, woensdag, werden er in Bussum/Naarden op vijf adressen Stolpersteine onthuld. Op ieder adres was ik gevraagd om een korte toespraak te houden en een gebed uit te spreken. Het kon niet anders dan dat de huidige dreigende situatie vermeld moest worden, en dat is dan dus ook gebeurd. Na afloop van de Stolpersteine ben ik naar Nijkerk gereden voor een livestream bij Christenen voor Israël over, u raadt het al, ‘de huidige situatie in Israël en voor de Joden in de wereld’.  De holocaust is al lang vergeten, Oekraïne nog net niet, maar het antisemitisme is mondiaal in versneld tempo uit de mottenballen gehaald. Dinsdagmiddag sprak ik in de uitzending van Family7 over ‘de huidige situatie in…’ en dinsdagavond mocht ik een volle zaal meer dan duizend vrienden van Israël in Veenendaal toespreken. Mijn hoop is dat de toehoorders ambassadeurs van Israël zullen worden en de 90% zullen beïnvloeden. In de oorlog (en ik bedoel dan de jaren ’40-’45, niet de Hamas-oorlog en zelfs niet de oorlog in Oekraïne) was 5% fout en collaboreerde met de nazi’s. In het actieve verzet zat ook 5%. Maar de overgrote meerderheid, de 90%, zag, keek toe en liet het gebeuren. De vijf procent notoire antisemieten kunnen we niet benaderen. De vijf procent die voor en achter Israël staan hoeven we niet te benaderen. Maar die negentig procent? De ja-maar-groep die de makkelijkste weg kiest en met alle winden meewaait, ook als de wind even de verkeerde kant opblaast, deze groep moet door de Israël-ambassadeurs benaderd worden en daarom heb ik bij al die gelegenheden gezegd dat als we bij mekaar zitten en het met elkaar eens zijn, dat dat niet voldoende is….

Ik zit nu in het vliegtuig van Zweden naar Nederland, nadat ik vanochtend om 7:45 uur in een ander vliegtuig zat van Nederland naar Zweden. Aangekomen op het vliegveld van Göteborg komt een wildvreemde dame naar me toe om me te vertellen dat zij voor Israël en voor het Joodse volk bidt. Wat een fijne boodschap. Dank, onbekende mevrouw. Uiteraard werd ik afgehaald, maar dat pakte anders uit dan ik had verwacht. De chauffeur, een Jood, vertelde mij dat er een schrijven was uitgegaan van het Zweedse NIK, met daarin de oproep aan de Joden van Göteborg om vooral op straat geen keppeltje te dragen, ook geen tsietiet en al helemaal geen kettinkjes met een davidster. Anders gezegd:  Jood, duik onder.

Vele ondersteunende-mails ontvangen deze dagen, sommigen erg lang. En toch lees ik ze, al ware het alleen al uit respect naar de schrijver die zijn steun betuigt, meeleeft en zich inzet voor Israël en voor de Joodse gemeenschap. Am Jisraeel Chaj, het Joodse volk en overleeft, hoewel dat overleven soms wel erg lastig lijkt te worden.

Ik zou bijna vergeten dat ik gisteren ook gewoon mijn sjioer genaamd ‘Diepgang’ heb gegeven. En ook zou ik bijna denken dat antisemitisme iets nieuws is, terwijl de realiteit gebiedt te vermelden dat het onlogischer zou zijn als er geen antisemitisme is. Mijn oma vertelde mij dat haar opa door de kozakken werd vervolgd, mijn oma door de nazi’s en waarom zou mijn generatie dan afwijken van het gewone antisemitische patroon? Maar juist in duisternis is een lichtend vlammetje erg aanwezig. We trekken op naar Chanoeka, het licht dat niet te doven valt. Hoewel we nog maanden hebben te gaan, sta ik al volgeboekt, iedereen wil juist nu duisternis verdrijven.

Ondertussen ben ik weer terug in Nederland. De man die naast me zat in het vliegtuig had duidelijk met me te doen. Hij was een Britse computer engineer en begon spontaan z’n beklag te doen over de stommiteit dat de gemiddelde Brit denkt dat alle inwoners van Gaza zich vereenzelvigen met Hamas. Hij legde me uit dat zijns inziens de meeste Gazanen ook gijzelaars zijn en functioneren als menselijk schild. Ik was nog maar nauwelijks uit het vliegtuig of een vrij jonge man komt op me af met een warm verwelkomend sjalom. En de pro-rail juffrouw die bij de trein stond om mensen de weg te wijzen wilde coute que coute helemaal naar voren met me meelopen en ervoor zorgen dat ik in het juiste rijtuig kwam te zitten, nadat ik haar had gevraagd welk rijtuig klasse 1 was (en zij mij de verkeerde kant had opgestuurd). De jonge dame had duidelijk geen Nederlandse achtergrond, maar was een en al vriendelijkheid. De enige tegenvaller was de douane. Als enige werd ik uit de rij gehaald en werd mij in het Engels gevraagd waar ik vandaan kwam. Ik antwoordde netjes in het Nederlands uit Göteborg, waarop de douanier aan mij vroeg of dat in Duitsland was. Nadat ik hem had laten weten dat Göteborg in Zweden ligt, mocht ik door zonder verdere controle.  Achter mij hoorde ik een jonge dame met haar vader uitroepen dat het belachelijk is dat ik als enige uit de rij werd gehaald. Dat maakte het voor mij weer helemaal goed, hoewel ik erop zichzelf geen moeite mee had dat ik er werd uitgepikt, want ik kwam door de uitgang waar iedereen met vele koffers liep en ik zonder. Wel zou ik willen voorstellen, mocht een van de superieuren van de douane dit dagboek lezen, om de douanier een cursus EU-topografie voor beginners te geven.

 

Gedurende de coronatijd begon Opperrabbijn Jacobs met zijn dagboek op verzoek van het

Joods Cultureel Kwartier.

NIW publiceert nu deze bijzondere stukken op haar website www.niw.nl .

 

 

 

 

Reacties

Populaire posts