Prins Bernhard loog met de hand op de Bijbel: Triest, schadelijk en onacceptabel
Ieder sjabbath spreek ik in de synagoge het gebed uit voor het welzijn van het Koninklijk Huis, al 48 jaren. Maar niet alleen in mijn synagoge wordt dat gedaan, maar in alle synagogen in Nederland en in zeer vele andere landen bestaat deze gewoonte, door de eeuwen heen. Het uitspreken van het gebed voor het welzijn van het Koningshuis staat omschreven in de Spreuken der Vaderen, een deel van de Misjna, de zogenaamde Mondelinge Leer.
Rabbi Chanina, de assistent-hogepriester, zei: “Bidt voor het welzijn van de regering, want als men geen vrees heeft voor de overheid, dan zou elke man zijn naaste levend opslokken.” Pirké Awot (Spreuken der Vaderen 3:2).
De beroemde Rabbijn Menachem Mendel. Schneerson, de Lubavitcher rebbe, heeft een belangrijke lering hieruit getrokken. De Talmoedische geleerde rabbi Chanina werd vervolgd, gemarteld en uiteindelijk gedood door de romeinen die regeerden over het land Israël. Desondanks heeft hij zijn leerlingen voorgehouden dat zij moeten bidden voor het welzijn van de regering! Waarom? Omdat het alternatief - anarchie - catastrofaal is.
Een aardse koning kan de kracht die hem wordt gegeven gébruiken of mísbruiken.
De overheid, waarvan ons Koningshuis het gezicht is, is vanuit Joods-bijbels perspectief van groot belang voor het ethisch welzijn van onze samenleving. Alles komt van Boven, en dus ook het fenomeen van leiderschap, waarvan de koning de vleselijke vertegenwoordiger is. Hij, de Koning der koningen, de Eeuwige, heeft van Zijn Koningschap uitstraling gegeven aan de mens en dus aan de aardse koning. Maar die aardse koning kan die goddelijke uitstraling, die kracht die hem wordt gegeven, gebruiken en/of misbruiken.
Ik ben opgegroeid met groot respect voor het Huis van Oranje. In de oorlog was radio Oranje een verbintenis met het Nederland van voor de oorlog. De stem van koningin Wilhelmina gaf hoop, de bevrijding was in aantocht gedurende vijf gitzwarte lange jaren. In mijn ouderlijk huis werd ieder jaar een Oranje Kalender gekocht met de foto’s van de prinsesjes.
Pas decennia later werd duidelijk dat de rol van Wilhelmina verre van geweldig was geweest. Haar interesse voor het lot van haar Joodse onderdanen stond tijdens en na de oorlog op een bijzonder laag pitje. Het getuigde van grote moed dat koning Willem-Alexander bij de Nationale Herdenking twee jaar geleden publiekelijk de opstelling van zijn overgrootmoeder in nette bewoordingen fel bekritiseerde.
De interesse van koningin Wilhelmina voor het lot van haar Joodse onderdanen stond tijdens en na de oorlog op een bijzonder laag pitje.
Koningin Beatrix heeft mij menigmaal verteld hoezeer Prins Claus zich het lot van de Joden in de Tweede Wereldoorlog heeft aangetrokken. Ja, zo vertelde mij de koningin, als kind was hij in nazi-Duitsland lid van de Hitlerjugend. Maar al heel vroeg heeft hij zich volledig van het nazisme gedistantieerd. Het was dan ook niet verbazingwekkend dat tijdens een bezoek van de koningin en de prins aan het land Israël, de koningin publiekelijk excuus aanbood voor het falende beleid van de Nederlandse overheid ten opzichte van de Joodse onderdanen. Omdat deze excuus niet besproken was met de minister-president en dus niet door Hare Majesteit in functie en dus namens de Nederlandse regering aangeboden had mogen worden, werd deze spontane pro-joodse uiting van de koningin niet gewaardeerd en werd de koningin toentertijd hierop min of meer vermanend aangesproken.
Toen ik prins Bernhard voor het eerst ontmoette, in Wageningen bij het defilé ter herinnering aan de capitulatie in 1945 zo’n veertig jaar geleden, kwam hij naar me toe, gaf me een vriendschappelijke duw tegen mijn schouders en zei mij dat hij het fijn vond om me ook dit jaar weer te zien bij deze herdenking. Dat was heel joviaal en vriendelijk, maar klopte niet want ik had hem nog nooit eerder ontmoet, hij mij dus ook niet en ik woonde voor het eerst de plechtigheid bij.
Er is sprake van een leugen en tegelijkertijd misbruik van Gods Woord.
Maar ach, wat maakt het uit, dacht ik toen. Een speels leugentje over iets onbenulligs. Mijn respect voor het koningshuis werd er niet minder om. Toen echter het lidmaatschap van de NSDAP werd ontkend met de hand op Gods Bijbel, werd er een grens ernstig overschreden. Er is sprake van leugen en tegelijkertijd misbruik van Gods Woord. Triest, schadelijk en onacceptabel.
Desondanks protesteer ik keihard tegen het bekend maken van “Prins Bernhard loog met de hand op de Bijbel”. Prins Bernhard zat fout, maar kwaadspreken wordt vanuit Joods-wettelijk perspectief en vanuit diezelfde Jood-Bijbelse visie veroordeeld, ook als de roddel klopt en waar is. Waarom moest Bernhards leugen met de hand op de Bijbel anno 2023 aan de openbaarheid worden toevertrouwd? Wat was het doel? Maakt dat onze samenleving beter? Of werkt dat juist in de hand dat de aanwezigheid van G’d nog meer uit het openbaar wordt verdreven? Als koning Willem-Alexander zijn overgrootmoeder publiekelijk beschuldigt, dan heeft dat een doel. Zijn woorden waren tot steun, ook voor mij persoonlijk.
Maar het lidmaatschap van prins Bernhard van een nazipartij, het gegeven dat hij met de hand op de Bijbel een leugen meende te moeten verkondigen: welk is het belang om dit on-Koninklijke gedrag te verspreiden? Het moedwillig beschadigen van het Koninklijk Huis? Het ondermijnen van het huidige gezag? Het veroorzaken van chaos?
Opperrabbijn Jacobs schrijft met regelmaat columns op Cvandaag naar aanleiding van de actualiteit.
Reacties
Een reactie posten