de Joodse School in Leeuwarden

Het klaslokaal van de Joodse School Leeuwarden was tot aan de nok toe gevuld. In Leeuwarden woonachtige Israëliërs, leden van de Joodse Gemeente Friesland en Vrienden van Israël kwamen bijeen om…  Ja, waarom eigenlijk? In de aankondiging stond vermeld dat de bijeenkomst, last minute georganiseerd, zou gaan over “hoe gaan we hier in Nederland om met de moeizame situatie in Israël, waarmee verschilt deze Chanoeka van alle andere Chanoeka-jaren en wat is de diepere betekenis van het Chanoeka-licht”. Het werd een erg fijne en zinvolle bijeenkomst. Ik heb uiteraard wel onvoorbereid gesproken, maar de Friese namiddag was eigenlijk meer een gesprek met, dan een lezing voor! Uiteindelijk werd er door de groep-niet-joodse-aanwezigen besloten om de Joodse Gemeente dusdanig te beschermen dat ze geen enkele angst voor geweld hoeven te hebben als ze voor de deur van de Joodse School bij het monument de Menora gaan ontsteken.

Dat ik voor mijn uitstapje naar Leeuwarden al in Amsterdam was vanwege een klein bescheiden feestje op het Cheider omdat 3 kleine kleutertjes (die niet op dat hek zaten!) ingewikkeld in een Tallieth (gebedsmantel) de klas werden ingebracht voor hun eerste lesje alef-beet, wil ik hier niet vermelden, omdat mijn dagboek niet echt als dagboek bedoeld is. Het doel van mijn geschrijf is primair iets meegeven, een boodschap, een gedachte, een stukje inspiratie. Om u, mijn trouwe dagboekenier, slechts mijn dagelijkse doen-en-laten te vertellen is misschien leuk, maar in mijn optiek zinloos. Nou moge het zo zijn dat af en toe iets zinloos doen, ook zijn betekenis kan hebben, maar mij ligt zoiets dus niet.

Na Leeuwarden via de Afsluitdijk weer terug naar Amsterdam om acte de préséance te geven bij de opening van het nieuwe studiejaar van Het Seminarium in hun nieuwe behuizing in het gebouw van Amos aan de Kalfjeslaan. Had ik bij de opening een functie? Neen dus, maar door aanwezig te zijn laat ik wel zien dat ik het initiatief steun, en ook dat heeft een functionele waarde en bovenal een bemoediging. Les voor eenieder: ook aanwezigheid zonder eraan te verdienen kan voor derden een bemoediging zijn. En dat is winst!

Maandag was ik finaal kapot! Niet gewandeld vanwege de pijpenstelen en niet eens de hele dag achter de computer. Neen, het bleek achteraf een pastorale dag te zijn geworden. Ik had dat niet echt zo opgezet, maar zo werkte het niet bestaande toeval het uit. Nou klinkt pastoraal, herderlijk dus, best vriendelijk en relaxing. Je kunt als we spreken over pastorale zorg denken aan een rabbijn die een kop koffie komt drinken, het gesprek aangaat, belangstelling toont. Maar dat was mijn dag dus van geen kant. Drie mensen op bezoek en twee buitenlandse zoom gesprekken. Diepgaande problemen die ik mocht aanhoren om te adviseren. Klinkt nog steeds weinig ingewikkeld, maar bij mij komen gewoonlijk niet de eenvoudige klusjes. De twee zoom-gesprekken betroffen buitenlanders die door hun lokale rabbijn naar mij waren doorverwezen omdat de lokale rabbijn geen antwoord meer wist te bedenken voor hun ingewikkelde problematiek. Uiteraard wil ik geen enkel woord vermelden over de drie lijfelijke bezoekers die mijn advies/aandacht vroegen omdat er door een te loslippig geschreven woord toch het risico bestaat dat een derde herkent, en dat mag nooit geschieden. Stel ik ken iemand uitsluitend vanuit mijn werk in het Sinai Centrum, dan zal ik de persoon in kwestie nooit groeten in aanwezigheid van derden.

Terug naar mijn pastorale gesprekken. Een van de twee zoom-gesprekken betrof een vader en moeder van wie de dochter heeft besloten dat ze zoon wil worden. Ze/hij is nog een paar jaar minderjarig en wil dat haar/zijn ouders haar/hem steunen om een ombouw te regelen. Dochter wil mee naar sjoel en dan meegeteld worden in het minjan. Maar het belangrijkste probleem voor de ouders, die haar wel al hem noemen, is hun al dan niet bereidheid mee te werken, financieel, aan de ombouw. Van mij wordt dan primair verwacht om heel goed naar de vraagstelling vanuit de ouders te luisteren, de situatie van de dochter heel goed in te schatten, vanuit de halaga de problematiek te bekijken, het welzijn van de ouders, want die wenden zich tot mij, voor ogen te hebben en ook het medische aspect te vatten. Er is in dit geval sprake van een psychiater, die de dochter al voor twee andere psychische aandoeningen met medicijnen behandelt, een psycholoog en een therapeut. Wat de therapeut, geen idee wat zijn opleiding is, precies doet en aan kennis heeft, is mij en ook de ouders niet duidelijk. De therapeut, die zelf van vrouw tot man was verbouwd, stimuleert de ombouw van hun dochter, maar doet dit wel op een zeer afgewogen wijze met begrip voor de lastige positie van de ouders die bovenal het welzijn van hun dochter voor ogen hebben, maar vanuit hun religieuze orthodox-Joodse geloof in principe tegen zijn. Voor de ouders ben ik dus de persoon die een aantal knopen moet doorhakken, notabene op advies van de gender-vriendelijke therapeut(e). De behandelend psychiater geeft, strikt vertrouwelijk en off the record, een negatief advies, dat hij eigenlijk niet zou mogen geven. De therapeut(e) is bedachtzaam voor en waar de psycholoog precies staat begrijpen de ouders niet echt. Voeg aan dit verhaal nog toe dat dochter heel veel respect heeft voor haar ouders en ze niet wil kwetsen en af en toe overweegt een eind aan haar leven te maken.

 

Het andere zoom-pastorale-buitenlandse gesprek was minder gecompliceerd. Gewoon een huwelijksprobleem, waarbij de vrouw wil scheiden en de man niet. Maar de man die dus niet wil scheiden, heeft wel een geheime relatie, zo vertrouwt hij mij toe, waarvan zijn vrouw geen weet heeft. De relatie kan (en wil) hij niet opgeven, maar ook wil hij onder geen beding scheiden omwille van de nog jonge kinderen en ook omdat hij zijn echtgenote erg waardeert en van haar houdt. Complicerende factor is dat zijn geheime vriendin ook gehuwd is en haar man niets vermoed van de overspelige relatie. Ik mag het dus even oplossen. Hoe en wat heb ik nog niet helemaal voor de geest, daar ga ik eerst een nachtje over slapen of juist wakker blijven.

Toch wel een leuk baantje, opperrabbijn! En leuk dat jongere buitenlandse collega’s me weten te vinden.

Op naar Chanoeka. Ik hoop dat Leeuwarden toch besluit om de Menora buiten publiekelijk aan te steken, juist dit jaar! Maar ik begrijp hun bezorgdheid en respecteer dat ook.

 

 

 

Gedurende de coronatijd begon Opperrabbijn Jacobs met zijn dagboek op verzoek van het

Joods Cultureel Kwartier.

NIW publiceert nu deze bijzondere stukken op haar website www.niw.nl .

 

 

 

Reacties

Populaire posts