dagboek 25 febr. 2024

Het was/is de laatste weken wel veel vliegen, want nadat ik maandag was teruggekomen uit Montreal vertrok ik donderdag in alle vroegte naar Wenen om vrijdagochtend om 8:30 uur weer terug te zijn op Schiphol.

Een van de zonen van Daniel van Praag trouwde daar in Wenen. Ik heb met Daniel zo’n twintig jaar samengewerkt in de Dienst Geestelijke Verzorging van het Sinai Centrum.  Ook na mijn pensioen (helaas was er geen mogelijkheid om na mijn 65ste te blijven) hebben we nog regelmatig professioneel contact. Aanstaande week gaan we weer samen een Sinai-klusje proberen op te lossen.

Het was een geweldige chassene, een enorme simcha. Overigens ken ik ook de vader van de kalla via de RCE, Rabbinical Center of Europe, al vele jaren.

Mijn aanwezigheid werd zeer gewaardeerd door de familie van Praag en ook door hun tegenpartij.

Wat minder leuk was, was een twijfel-belediging die ik moest incasseren en verwerken. Bij het diner werd uiteraard veel gedanst en gezien ik me fit en vrolijk voel(de), bleef ik niet op mijn stoel zitten, danste mee en compenseerde hiermee ruimschoots mijn dagelijkse snel-wandeling. Nu vraagt u zich wellicht af of en wanneer ik mijn achterstallige slaap (vanwege mijn terugkomst uit Montreal) heb ingelopen. Ik weet dat zelf ook niet precies, maar wat me wel opviel was dat de vlucht van Amsterdam naar Wenen niet meer dan een kwartiertje duurde en de vlucht uit Montreal leek ook aanzienlijk korter dan de acht uur die ervoor stonden.

Maar terug naar de twijfel-belediging: een aantal gasten kwamen tijdens het diner naar me toe om me te complimenteren dat ik ‘ondanks mijn hoogbejaarde leeftijd’ danste als een jongeman. In eerste instantie voelde ik me gevleid, maar na enig denkwerk schrok ik en vroeg mezelf af of ik er dan inderdaad zo hoogbejaard uitzie...

 

Afgelopen sjabbat hadden we, naast de gebruikelijke wekelijkse gasten, de jongeman uit de USA die ik in Krakau had ontmoet. Hij was nog steeds zoekende naar de juiste manier van leven en kwam dus speciaal naar Nederland om met mij over zijn zoek-problematiek te spreken.

De Sidra van enige weken geleden heet Misjpatim. Misjpatim zijn de gewone wetten die alle landen en alle volkeren hebben. Wetten en regels die noodzakelijk zijn om als samenleving te functioneren. De Sidra Misjpatim komt direct nadat de Thora het geven van de Tien Geboden op de berg Sinai heeft beschreven. Ware het niet logischer geweest als we na de G’ddelijke openbaring op de berg Sinai, een grote en intense spirituele beleving, ons zouden bezighouden met de Joodse filosofie en mystiek? Waarom, direct na de G’ddelijke openbaring, staan in de Thora de gewone, bijna profane, begrijpelijke wetten, centraal? De reden, zo wordt uitgelegd: G’d wil van ons dat we juist ons Jood-zijn beleven in het gewone en alledaagse. Geen afzondering in spiritualiteit, niet de samenleving ontvluchten.

Een prima uitleg. Maar er klopt toch iets niet! Want als dat zo is, waarom worden tussen de rationele wetten in Misjpatim, ook wetten genoemd die helemaal niet logisch zijn, zoals bijvoorbeeld het verbod om melk en vlees tegelijkertijd te nuttigen? En waarom wordt er dan in diezelfde Sidra, aan het eind, gesproken over het geven van de Thora, een uiterst spiritueel gebeuren.

Het antwoord op deze vraag luidt: begrijpen en niet-begrijpen lopen in het leven door mekaar. De mens heeft wel en niet een vrije keus. Ons zijn hier op aarde is wel en niet te vatten. Rationeel moet er aan alles een begin en een eind zijn, maar tegelijkertijd begrijpen we dat oneindig zeker bestaat, maar vatten kunnen we het niet. Anders gezegd, probeerde ik onze gast uit de USA uit te leggen:

“Besef dat voordat je wilt proberen iets te begrijpen je er eerst van doordrongen moet zijn dat niet alles te snappen is. Als je dat weet, kun je beginnen te lernen.  Jij bent voortdurend zoekend naar allerlei waaromvragen. Je zwerft drie maanden door Europa op zoek naar antwoorden die je nooit zult krijgen. Accepteer dat niet alles te vatten is en als je dat hebt gedaan mag je alle vragen stellen, ook vragen die onbeantwoord zullen blijven…”

Ik denk dat, na de Krakau sjabbat en na het Nederlandse ontnuchterende weekend, onze zwevende en zwervende backpacker student de waarheid uiteindelijk heeft gevonden. Hij heeft nog even een selfie met mij gemaakt, ik van hem een fotootje met rugzak en toen heeft hij mij spontaan beloofd om zijn verdere leven met beide beentjes op de grond te blijven. Met een tevreden glimlach heeft hij ons vanochtend verlaten, maar we blijven contact houden.

 

Woensdagavond in Amsterdam, bij de zeer drukbezochte sjiwwe van mevrouw Tugendhaft zl., heb ik eigenlijk in essentie hetzelfde gezegd. Na de hel van de concentratiekampen die ze wist te overleven, heeft ze met haar zorgzame echtgenoot Mattie, een gezin gesticht. Twee zonen en acht kleinkinderen hebben ze samen op deze vaak onbegrijpelijke wereld gezet. Hoe kon ze een normaal leven leiden na de hel van de vernietigingskampen? Het antwoord: ze weigerde om het onbegrijpelijke te willen begrijpen.

 

Oeps! Mijn dagboek is vandaag wel erg spiritueel. Binyomin, hoor ik me tegen mezelf zeggen, houdt het simpel. Maar, dacht ik toen, in de Sidra Misjpatim staan de rationele wetten en het irrationele naast en door mekaar. Dus af en toe een beetje filosofie, moet ook in mijn dagboek kunnen. Voorwaarde is wel: de juiste balans!

 

Nadat vanochtend, zondagochtend dus, een vrijwilliger bij mij thuis mijn Wifi-ontvangst is komen verbeteren met een paar technische snufjes en ik vanmiddag een Israƫlische, jonge en beginnende rabbijn en zijn echtgenote heb ontmoet om te kijken of zij ergens in Europa zich verdienstelijk zouden kunnen maken, heb ik ingecheckt voor mijn vlucht, morgenmiddag, naar Rome. Neen, geen bezoek aan de Paus.

 

 

Gedurende de coronatijd begon Opperrabbijn Jacobs met zijn dagboek op verzoek van het

Joods Cultureel Kwartier.

NIW publiceert nu deze bijzondere stukken op haar website www.niw.nl .

 

 

 

 

 

Reacties

Populaire posts