dagboek 10 april 2024
We waren twee dagen afwezig, maar ik denk niet dat iemand dat heeft gemerkt, Ik was gewoon per telefoon en per e-mail bereikbaar. Het werk ging dus ook gewoon door. Ik heb twee columns geschreven voor het NIW en met dank aan het CIDI die de cijfers van antisemitische incidenten van de laatste periode naar buiten heeft gebracht, werd ik door kranten en nieuwsprogramma’s gebeld voor commentaar en/of voor namen van scholieren die daadwerkelijk last hadden gehad van Jodenhaat. Dat afwezig-zijn hebben we in Londen gedaan vanwege de choepa van een nichtje, dochter van Blouma’s jongste broer. Morgen gaan we met de ferry vanuit Dover weer terug en vrijdag word ik om 9:00 uur in het Holocaust Museum verwacht voor een paar interviews met de media. Onderwerp: de Joodse Raad. Rob Oudkerk, kleinzoon van de voorzitter van de Joodse Raad Prof. Cohen, zal ook aanwezig zijn. Sinds ik de voorpremière van de documentaire De Joodse Raad heb gezien, is Rob mijn vriendje en zie ik in hem meer de zoon van zijn moeder dan de kleinzoon van zijn grootvader.
Omdat het kennelijk bekend was dat ik naar Londen zou komen, werd ik reeds op volle zee gebeld door een oudere collega-rabbijn uit Londen met het verzoek of ik iemand kon ontmoeten. Een gescheiden vrouw leeft in de veronderstelling dat ze, ondanks de scheiding, nog steeds met haar ex, die inmiddels al vele jaren hertrouwd is, samenwoont, samenleeft en samen is. Het verzoek van de collega-rabbijn is dus of ik de kwade geest die in haar zit, kan verdrijven. We gaan ons best doen en als het lukt ben ik dus behalve opperrabbijn ook boze-geest-bezweerder.
Ik schrok van de brute en onterechte behandeling van twee vrouwen uit Israël op Luchthaven Schiphol, louter en alleen omdat ze Joods zijn. Hoe gek gaat het worden? Veel gekker kan het toch bijna niet! Kan ik nog wel veilig op Schiphol landen of van Schiphol vertrekken, vraag ik mezelf af! Van harte hoop en bid ik voor de uiteindelijke vrede, de sjalom die de gehele mensheid tot inkeer en tot rust zal brengen. Maar tot die sjalom er zal zijn… Jona Metzger, de voormalige opperrabbijn van Israël, toen hem werd gevraagd wanneer er in het Midden-Oosten vrede zal zijn, was zijn antwoord dat zolang in miljoenen schoolboekjes in de Arabische landen haat wordt gekweekt tegen Israël en tegen Joden, de vrede er niet zal zijn.
Dat overigens niet alles kommer en kwel is werd weer eens duidelijk na mijn vorige dagboek. Ik gaf aan dat vanuit bestuurlijke kant nogal onzorgvuldig is omgegaan met het archief van ons Inter Provinciaal Opperrabbinaat, terwijl zo’n archief van grote historische waarde is en ook praktisch bezien onmisbaar is voor de toekomst van Joods Nederland. Zonder verleden is er namelijk geen heden en geen toekomst. Nadat een oud-voorzitter van het NIK, Federatie van Joodse Gemeenten, mij had geattendeerd op het belang van het IPOR-archief en ik daarop in mijn dagboek had gereageerd, kamen er reacties binnen van vrijwilligers die willen helpen om het archief te digitaliseren. Geweldig toch!
Vrijdag in de vroege ochtend word ik verwacht in het Holocaust Museum voor een groot interview voor een of ander tv-programma en met een of twee dagbladen. Het zal voornamelijk gaan over de documentaire De Joodse Raad, het verleden en wat de wrange les is voor het heden. Het pappen en nathouden tegen bijna beter weten in, is helaas ook vandaag ten aanzien van Jodenhaat uitgebreid herkenbaar. Geen woorden maar daden, maar dan in omgekeerde volgorde. Praten, verklaren, polderen en de-escaleren en dan maar hopen dat het gaat werken. Maar de geschiedenis heeft ons door de eeuwen heen geleerd dat dat pappen en nathouden niet werkt. Maar: er is mijns inziens één wetmatigheid die we van geschiedenis kunnen leren en dat is dat we nooit van geschiedenis leren!
Terwijl ik de laatste alinea schreef belde de mevrouw met de boze geest. Ik heb haar goed aangehoord en ze heeft me beloofd om met “beide handen” de boze geest te lijf te zullen gaan. In feite zou ze naar een psychiater moeten gaan, maar ze gelooft niet in psychiatrie, was me verteld door mijn collega-rabbijn, en dus heb ik haar dan ook niet naar een psychiater verwezen om het vertrouwen niet te schaden. Wat wordt er bedoeld met het verdrijven “met twee handen”? Met één hand het kwaad uit je lichaam verdrijven betekent dat er een soort interne discussie gaande is: welles, nietes! Maar die discussie deugt niet want zelfs met een positieve uitkomst van de discussie heb ik ruimte gegeven aan het kwaad. En dus moet er opgetreden worden “met twee handen”. De slechte gedachte of de boze geest geen enkel podium gunnen, volledige negering zonder discussie. Ik heb de dame heel resoluut en zelfverzekerd toegesproken en nu maar hopen dat het of gaat werken of dat ze alsnog besluit om naar een psychiater te gaan die dan hopelijk met medicatie haar boze geest kan verdrijven,!
Het is nu 15:30 uur: op naar de choepa, eten, dansen, zeven berachot, weer dansen, snel naar bed, want morgen rijden en varen we terug.
Reacties
Een reactie posten