dagboek 14 april 2014

Vrijdag werd ik om 9:25 uur verwacht voor het Holocaust Museum. Uiteraard had ik rekening gehouden met files en was dus, zoals voor mij te doen gebruikelijk, keurig op tijd aanwezig.  Voor het museum was het interview met AT5 en vanaf 10:00 uur tot 12:45 uur werden we, Rob Oudkerk en mijn persoontje, uitgebreid en erg vriendelijk/meelevend geïnterviewd door de journaliste van Het Parool. Woensdag aanstaande verschijnt ons interview over de serie De Joodse Raad in de bijlage. AT5 heeft inmiddels het interview uitgezonden. Was goed en bracht precies de boodschap over die we voor ogen hadden: pappen en nathouden werkte niet in de oorlog met de Joodse Raad en zal dus ook nu niet werken ten aanzien van antisemitisme! Ook de NOS heeft er in het journaal een paar minuten aan gewijd.

Afgelopen sjabbat zat ik met Avi in de tuin te lernen. We lernen al bijna twintig jaar iedere sjabbatmiddag. Met diepgang bestuderen we de Sidra van de week, de Schriftlezing, die die sjabbat in iedere synagoge ter wereld centraal staat. Achteraf bezien was er nog geen raket richting Israël afgevuurd, de zon scheen en de rust overheerste bij ons beiden, het was sjabbat…tot we plotseling een geschreeuw hoorden en een groepje tieners keihard tegen de tuindeur aanschopte in een poging die in te trappen. Mislukt! Ook onze tuindeuren zijn sinds kort (helaas) extra anti-intrap beveiligd. Hoewel ik een bijna fanatiek tegenstander ben van generaliseren hoorde ik aan het gebrul dat de afkomst van dit anti-Joods opgevoede tuig niet Nederland was.

Een paar uur voor het begin van sjabbat werd er aan onze voordeur gebeld. Een vriendelijke man met een prachtige bos bloemen met een briefje waarop ons een goede sjabbat werd gewenst, sterkte in deze zware tijden, Am Jisraeel Chaj, sjalom… Een gelovige Christen die ons kwam bemoedigen. Dit soort bemoedigingen, brieven, zakken met Jaffa sinaasappelen, e-mails en whatsapps, reacties op mijn dagboeken en laat ik vooral niet vergeten de veelvuldige spontane begroetingen als ik gewoon op straat loop: Sjalom! We staan achter jullie!

Wie zijn die vrienden die ons zo goed gezind zijn? Ook hen herken ik zonder ze gesproken te hebben: onze medebewoners van de Bijbelbelt.

De sjabbat was afgelopen om 21:27 uur. Nog voor ik vernam over de aanval van Iran op het Heilige Land kreeg ik van meerdere kanten toegestuurd hoe bij een vredige pro-Israël bijeenkomst in een kerk in Friesland een stelletje antisemieten poogde de rust en de vrede te verstoren. Met enig geweld, maar vooral met spontaan en onder luid gezang van heweenoe sjalom alleegem – een bede voor sjalom- werden de vredeverstoorders de kerk uitgewerkt. Tranen stonden in mijn ogen en ook nu weer, terwijl ik me tot u richt, komen de emoties van dankbaarheid boven. Dit zijn onze vrienden in donkere tijden.

En toen vernam ik hoe vanuit het Perzische Rijk honderden raketten op weg waren om Israël te vernietigen. Minder dan drie weken geleden vierden we Poerim, het feest waarop we herdenken hoe de snode Haman, nazaat van Amalek, het Joodse volk ook had willen vernietigen.

Hoe het nu verder moet gaan in de wereld, weet ik niet. Of Israël wel of niet de tegenaanval moet inzetten weet ik ook niet. En een mening hierover heb ik ook al niet. Waarover ik wel een mening heb zijn de velen woorden die van overheidswege worden gesproken. Maar spreken kan erg nuttig zijn, maar: daden zonder woorden zijn nuttiger dan woorden zonder daden.

Vannacht heb ik uiteraard met grote zorg het nieuws gevolgd en bezorgde whatsapp- en e-mail-schrijvers, zoveel mogelijk mogen geruststellen, hoewel ik een bezorgde ouder wiens zoon in Israël zit, niet kon afdoen met een nietszeggend: het komt wel goed. Want of het goed zou komen, wist ik echt niet.

Dwars er doorheen nog iemand mogen helpen met mijn luisterend oor die met een ernstig probleem te maken heeft, niet gekoppeld aan Israël of antisemitisme. Het gewone dagelijks (en nachtelijk) leven gaat gewoon door met z’n gewone narigheden.

Net terug van een choepa, een huwelijksinzegening. Omdat de chatan, de bruidegom, een Sefardische achtergrond heeft, zijn vader komt oorspronkelijk uit Egypte, wilde bruid en bruidegom liever een rabbijn die de Sefardische gewoonten kent. In essentie is iedere choepa hetzelfde, maar op details en melodieën zijn er verschillen. En dus heb ik mijn collega en vriend rabbijn Serfaty uit Antwerpen geïmporteerd en samen hebben we de choepa gegeven. Bruid en bruidegom en wederzijdse ouders waren meer dan tevreden, ook de gasten hadden niets dan lof. Een mooie receptie, prachtig weer, een fantastische sfeer en: weer een nieuw huis, want zo noemen we, het bruidspaar, is gebouwd binnen het Joodse volk. In mijn toespraak wees ik op het doel van een Joods huwelijk. Het gaat niet alleen om de gezellige dag, het feest, het diner. De essentie is dat vandaag, de huwelijksdag, het begin is van de oprichting van een huis dat uitstraalt en een positieve bijdrage levert aan de lokale joodse gemeente, aan Joods Nederland en aan de samenleving in haar volle breedte. Want ook hebben wij als Joods volk de plicht om aan de brede samenleving een positieve bijdrage te leveren. En wat is positief? Ervoor zorgen dat de zogenaamde zeven Noachidische wetten in het dagelijks leven worden geïmplementeerd.

 

 

 

Reacties

Populaire posts