Dagboek 17 april 2024

Omdat het voor de chatan, de bruidegom, erg belangrijk was dat zijn choepa, huwelijksinzegening, conform de Sefardische gebruiken zou worden ingezegend, heb ik er uiteraard in toegestemd dat zijn rabbijn uit Israël zou overkomen om de choepa te geven. Uiteindelijk lukte dat dan weer niet en heeft de Israëlische rabbijn een leerling van hem uit België verzocht om de honneurs waar te nemen. En zo vond er in de bijna 300 jaar bestaande Ashkenazische   sjoel van Amersfoort voor het eerst een Sefardische choepa plaats. Ze zijn dus gelukkig getrouwd en gaan zich vestigen in Amersfoort waar de kalla, de bruid, al enige jaren woonachtig is. Bruidspaar happy, Joodse Gemeente happy. En dus ook opperrabbijn happy. Dat was dus mijn zondag.

Maandag, na eerst urenlang e-mails beantwoorden achter de rug te hebben, reden we naar Leeuwarden. De ‘we’ zijn mijn trouwe vrijwillige chauffeur en ik. Die chauffeur heeft twee redenen. Ten eerste hoef ik dan niet te rijden, maar ten tweede: ik kan in de auto gewoon door blijven werken met telefoneren en e-mails lezen/beantwoorden.

En toen dus Leeuwarden. Omdat het me niet geheel duidelijk was, wat er van mij werd verlangd, kon ik me niet voorbereiden. Dat niet-voorbereid een toespraak houden en in Leeuwarden zelfs twee toespraken, heeft ook zijn voordelen. Voordeel nummer een: kost geen voorbereidingstijd. En het tweede voordeel is de presentatie van de toespraak. Want als ik niets heb voorbereid heb ik dus logischerwijs ook geen papier voor me en heb ik weinig andere keus dan uit m’n hoofd spontaan mijn woorden presenteren. Nadeel van zo’n ter plekke gefabriceerde speech is het risico dat je te lang spreekt (te kort en Jacobs bestaat niet!) of dat je niet meer weet wat je moet zeggen. Dat is een reëel gevaar, maar van dit gevaar heb ik nog nooit last gehad. En dus stond ik daar als derde spreker nadat de commissaris van de koning en de burgemeester mij waren voorgegaan. Wat ik had gezegd herinner ik me niet precies meer, maar de laatste woorden van mijn toespraak maakten gewag van een doos vol foto’s van allemaal familieleden, naar ik vermoed, waarvan nog slechts een foto is overgebleven, zonder dat de naam bekend is en hun stem gehoord kan worden. Al met al een bijzondere plechtigheid met even een moment dat ik me letterlijk verloren voelde. Nou ja, verloren? Meer verdwaald. Nadat de zes Stolpersteine waren gelegd, door rabbijn Spiero een speciaal gebed werd voorgedragen voor de zielenrust van degenen die uit hun huizen werden weggerukt, nadat de heer Ben Troostwijk kaddiesj had gezegd en nadat ook ik was uitgesproken, werd ik door TV Friesland, NPO-radio 1, een journaliste van het Friesch Dagblad en de NOS-TV geïnterviewd. En dat was goed! Want, zoals ik ook in mijn toespraak vermeldde, voor de aanwezigen is zo’n plechtigheid niet nodig. Wel voor hen die niet aanwezig waren. En dus mijn oproep: lieve mensen, wordt ambassadeurs tégen antisemitisme en polarisatie, en vóór Israël. Toen de interviews klaar waren en de cameraploeg van de NOS en van TV-Friesland waren vertrokken, stond ik moederziel en in de plenzende regen alleen bij de zes monumentjes. Uiteindelijk werd ik toch nog naar het juiste adres begeleid door een journaliste die plotseling als uit het niets was opgedoken, heb mijn tweede toespraak afgestoken en keerde laat, voldaan en vermoeid huiswaarts.

Dinsdag was triest: een oud-leerling van mij, 52 jaar oud, overleden. Een ramp voor zijn ouders en zusje. Veel te jong. Vandaag, woensdag, de lewaja, begrafenis. Wat kan ik hierover schrijven? G’ds wegen zijn niet te vatten en Zijn gedachten en Zijn daden overstijgen ons verstand en zijn niet vergelijkbaar met de onze… Er was voor Joods Nederland een ongekend grote opkomst op die kleine Joodse begraafplaats in Barneveld. En wonder boven wonder plensde het de hele dag, maar gedurende de begrafenis was het droog en aangenaam. Hopelijk hebben de ouders en zus Jaffa kracht geput uit dat zonnetje dat doorkwam en warmte verspreidde toen het lichaam van Flip aan het stof der aarde werd toevertrouwd en zijn ziel in het Gan Eden werd ontvangen. Bij deze mijn complimenten aan de Joodse Gemeente Amersfoort voor hun geweldige inzet en zichtbare betrokkenheid.

Vanochtend een plechtigheid in Velp. Op 16 april 1945 werd Velp namelijk bevrijd van de moffen en daarom vandaag Stolpersteine. Omdat ik toch al in de buurt was van Arnhem heb ik nog een paar mensen thuis kort bezocht en ze een speciale sjemoera handgebakken matse gegeven om op de Seideravond te nuttigen.

Verder? Bemoedigende kaarten; een prachtig boeket bloemen; bezoek van buren die achter ons blijven staan; vraag voor lezingen; scholen die graag willen dat ik kom vertellen over Joden, Jodendom en Israël; reserve wijkagent die zich kwam voorstellen en echt in ons welzijn, ook geestelijk, belangstelling toonde: heel veel tekeningen van kinderen; warm whatsapp-contact met mijn vriend Ahmed Marcouch, burgemeester van Arnhem.

Morgen naar Kampen voor de presentatie van het onderzoeksrapport Sporen van Joods Leven; overmorgen herdenking bevrijding Kamp Amersfoort; en ook een ontvangst, op zijn verzoek, bij burgemeester Bolsius van Amersfoort

Ondertussen staat de deur naar Pesach al op een kier. Maandagavond de eerste Seideravond waarop Joden in de hele wereld aan tafel zitten en vertellen over de uittocht uit Egypte 3336 jaar geleden. De drie matzes, het brood der ellende, staan voor ons op tafel.  Vier bekers wijn, teken van vrijheid, zullen worden gedronken. Slavernij en bevrijding lopen door mekaar: Toen en Nu.

 

 

 

Reacties

Populaire posts