Dagboek 17 juli 2024

Over enige maanden zullen we eindelijk weer een sjabbaton in Middelburg mogen beleven met de Joodse Gemeente. Maar anders dan andere jaren, wanneer het een gewone sjabbat betreft, zal ons bezoek gekoppeld zijn aan het dertigjarig bestaan van de gerestaureerde synagoge. Dertig jaar geleden mocht ik samen met chazan Prof. Hans Bloemendal de sjoel inwijden, nadat op de ruïnes van de in de oorlog door een bom getroffen sjoel, de nieuwe sjoel van Middelburg was herrezen. Maar los van de sjoel: wat een eenheid, wat een vriendelijkheid, wat een prachtige Joodse gemeente. Nu waren wij er slechts een paar uurtjes om een tentoonstelling te openen, die eigenlijk al geopend was, maar die ik toch met terugwerkende kracht heb geopend. Schitterende tekeningen die een en al spiritualiteit toonden en allen waren voorzien van een uitgebreide en diepgaande uitleg. De kunstenaar was een broer van ‘mijn man in Zeeland’, Luuc Smit, de chazan, opbouwer, kiddoesj-regelaar en bovenal de ziel van  Zeelands synagoge.

Nablijven was deze keer niet mogelijk want om 18:45 uur werd ik verwacht in Amsterdam,  waar de March of Life, de wandeltocht van Westerbork naar de Hollandsche Schouwburg officieel werd beëindigd. Mij was verzocht om de wandelaars, niet-Joodse Nederlanders en niet-Joodse Duitsers, toe te spreken. Vijf minuten en niet langer, want ook de andere sprekers zouden het kort houden.  Maar toen ik de andere sprekers had gehoord begreep ik dat vijf minuten een zeer rekbaar begrip was geworden. Ik voelde me thuis en heb dan ook duidelijk aangegeven dat volgend jaar ik niet alleen aan het eind zal komen, maar, indien mogelijk, de tocht ga meemaken. Een pro-Israël demonstratieve wandeling die als enig doel heeft: tonen aan de wereld dat we achter Israël staan en blijven staan. Een indrukwekkende bijeenkomst. Speciaal de Duitse vrouw die als kind niet anders wist dan dat haar grootvader vanwege longproblemen in de Sjoa niet in Hitlers leger had gediend… tot ze op onderzoek uitging en de leugen de waarheid niet langer kon verbergen. Haar grootvader was de elektricien van Auschwitz die zeer actief had meegebouwd aan de gaskamers van de hel… Voor zijn kleindochter begon toen een lijdensweg van schuldgevoelens en woede.

Omdat ik de gewoonte heb om iedere dag  “Chitas te lernen” las ik vanochtend o.a. dat daar waar een mens zich bevindt een opdracht op hem ligt te wachten. Gisteravond bij mij thuis een journalist van de Volkskrant voor een interview voor de krant van, naar ik meen, aanstaande zaterdag. Wat ik daar heb geprobeerd te zeggen kunt u dus over een paar dagen in de Volkskrant lezen. Gisteravond dus de journalist en vanochtend de fotograaf.  Met het nemen van zo’n foto zijn gewoonlijk enige uren gemoeid: zus staan, zo staan: hier kijken, daar kijken. Maar ik ben het ondertussen wel gewend, het gaat altijd zo. Maar wat nu anders was dan anders, en daar lag dus kennelijk mijn opdracht voor vandaag, dat was de fotograaf zelf, een moslim wiens ouders uit Tunesië afkomstig waren. We hebben toch alles bij mekaar bijna twee uur gesproken over antisemitisme, Israël, het Midden-Oosten, het bestaansrecht van Israël, radicalisering, extremisme, Gaza en Hamas. We zijn er nog niet in geslaagd om het Midden-Oosten conflict op te lossen, maar we hebben gesproken en dat is al heel wat. Want helaas is de bereidheid om met elkaar in contact te zijn aan onze kant, de Nederlandse Joden, en van hun kant de vertegenwoordigers van de Moskeeën, miserabel klein.

Na enige uren achter de computer e-mails beantwoorden en telefoongesprekken, ging ik wandelend naar mijn opticien om mijn bril een beetje te laten bijstellen. Dat is niet zo spannend, maar wel de wandeling erheen.

Een man met duidelijk de kenmerken van iemand die uit een niet-westers land, stond naast zijn fiets langs de route in het parkje. Maar na de opticien stond hij er nog en staarde mij met grote ogen aan. Benieuwd zijnde vroeg ik hem wie hij was en na die vraag brak hij los: afkomstig uit Afghanistan, vrouw en drie kinderen, woont hier al een tijdje, was een journalist en doet een inburgeringscursus. Van Joden had hij nog nooit gehoord, maar wel wist hij me te vertellen dat Mohammed de Jehoed-mannen had vermoord om vervolgens, naar zijn zeggen, hun vrouwen tot slavin te maken en hun bezittingen te confisqueren. We blijken beiden tegen fanatisme en tegen extremisme te zijn. Hij is fel tegen de Taliban en legt me uit dat Taliban in Pakistan hoort te leven en niet in Afghanistan. Ik knik vol begrip om hem een goed gevoel te geven, maar ik weet nauwelijks het verschil tussen Pakistan en Afghanistan, voor mij zo’n beetje gelijk aan het verschil tussen Drenthe en Groningen. Een heel aardige man, maar hij leeft nog steeds in zijn ver weg land en lijdt zichtbaar onder de angsten van voor zes maanden geleden, voordat hij in Nederland werd toegelaten, nadat hij onze soldaten jarenlang had mogen helpen met vertalen.

De dialoog is goed en belangrijk. Op z’n minst naar elkaar luisteren. Proberen elkaar te begrijpen. In mijn woonplaats is een zogenaamd Bondgenotenoverleg. Dat overleg is bedoeld om spanningen in de stad te voorkomen, daar moet het contact zijn. Mais non, alle denkbare schakeringen, kleuren en geloven doen mee, behalve: de moskeeën! Mijn persoonlijke gesprekken waren goed, zinvol en hoopvol, maar het gesprek met vertegenwoordigers van de Islamitische gemeenschap wordt vermeden. En dus hoeven we niet verbaasd te zijn als het antisemitisme groeit en groeit en groeit!

Maar er bestaat een Joodse traditie dat het niet goed is om met iets negatiefs te eindigen en dus moet ik melding maken van het bezoek helemaal aan het eind van mijn dag. Rabbijn Mendi Kotlarsky, zoon en opvolger van de recentelijk overleden leider van de educatieve afdeling van Chabad International en ook familie van mijn Blouma, was op doorreis in Nederland. Maar ondanks de zeer beperkte tijd is hij speciaal voor een half uur vanaf Schiphol naar Amersfoort gekomen om mij de hand te drukken. Die onverwachte handdruk was warm en bemoedigend... Een mooi einde van een paar zware dagen!

 

 

 

Reacties

Populaire posts