Dagboek 28 juli 2024

Een goede vriend kwam naar me toe: “Binyomin, je verliest draagvlak want, zo hoorde ik in het roddelcircuit,  je reist te veel.”  Nou kan ik best goed kritiek wegduwen en negeren, hetgeen wellicht het meest gezond is, maar of ik dat doe is afhankelijk van wie mij die kritiek levert. En dus ben ik gaan berekenen hoe vaak ik in Nederland afwezig ben, want daarmee hadden kennelijk een aantal het moeilijk. Maar, dacht ik bij mezelf, Nederland? Mijn deelname aan de jaarlijkse conferentie in Krakau bijvoorbeeld is weliswaar een EU Conferentie georganiseerd door de EJA, de European Jewish Association, maar mijn deelname heeft niet alleen waarde voor mijn EU-contacten, maar zeker ook voor mijn Nederlandse netwerk en netwerk kan ik weer gebruiken voor…. Bestuurders van Joodse gemeenten en Nederlandse politici participeren en de ontmoeting buiten Nederland, samen in een niet-Nederlandse omgeving, heeft zo ook zijn voordeel.  Conclusie: afwezigheid heeft ook voordeel. Maar ben ik dan zoveel afwezig? Een korte interne afwezigheid-telling toont dat dat wel erg meevalt. Maar in mijn dagboeken komen de buitenlandse reizen verhoudingsgewijs meer aan bod dan mijn autorit naar Groningen, Maastricht, Schin op Geul of Middelburg, omdat een vlucht of het vertoeven op een vliegveld nou eenmaal interessanter is voor mijn dagboekeniers dan een ritje Amsterdam-Roermond op de achterbank of naast mijn onbezoldigde chauffeur. En dus is mijn conclusie: het reisbeleid blijft ongewijzigd, maar het schrijfbeleid behoeft aanpassing. Dank mijn goede vriend voor de waarschuwing!

Hoewel ik net voordat ik sjabbat mijn huis binnenliep door een passerende auto nog even Palestina naar mijn hoofd geslingerd kreeg, was vrijdag een ongekende positieve anti-antisemitische dag en de donderdag ervoor eveneens. Die donderdag deden Blouma en ik een uurtje Dierenpark. “Sjalom rabbijn Jacobs” weerklonk het van vlak bij het chimpansees-verblijf. Ik werd herkend door een Vriend van Israël die ooit bij een lezing van mij aanwezig was in Katwijk. En dus even gesproken over de toestand in de wereld, maar tot een oplossing heeft de ontmoeting niet geleid. Zelfs de chimpansees, die onze conversatie woord voor woord konden volgen, toonden geen enkel teken van gewijzigd inzicht.

Vrijdag ging ik even bij de supermarkt iets halen en wie staan me daaraan te staren? Een paar van de snotaapjes die me vorige week sjabbat nog meenden te moeten bekogelen met een kanonnade van free Palestine. Ik zag ze in de war raken toen ik ze van een afstand van iets meer dan een meter vriendelijk hallo zei. Ze wisten even niet hoe te reageren. “Wat vindt u van Israël?”, kwam er eindelijk uit. Ik heb ze maar niet verwezen naar mijn dagboeken, maar heb ze vriendelijk toegesproken, uitgenodigd om iets dichterbij te komen, maar dat durfden ze niet. Begrijpelijk, want het zou zomaar kunnen, en ik weet wat ik schrijf, dat ze thuis gewaarschuwd waren voor die enge Joodse mijnheer die hun ogen wil uitsteken om die dan aan blinde Joodse kindertjes in Israël te geven… Vervolgens verschijnen twee mannen, duidelijk moslims, van begin dertig, ten tonele (dat gesprek met die drie jongetjes en het van afstand meekijkende publiek had wel wat van een toneelvoorstelling) en een van hen vroeg mij of de jongetjes mij uitscholden. Dat was echt niet het geval. Er ontstond een gesprek. De een was geriater in opleiding. De ander chemicus of zoiets. Ze waren beiden fel tegen zionisme maar even zo fel tegen antisemitisme en, en dat was voor mijn gevoel fijn om te horen, ze stonden open voor gesprek over de Staat Israël, veroordeelden keihard ISIS, Taliban, Hamas en andere terroristische clubjes. Dat we daar zichtbaar voor vele van afstand moslim-mee-kijkers stonden, was goed. In hoeverre de afstand-kijkers hierdoor ten positieve beïnvloed zouden worden, vroegen we ons gedrieën af. Ik verwacht niet meer dan een chimpansee-reactie, want de diversiteit binnen de Moslimgemeenschap is zo groot, dat dat moeilijk inschatbaar is. Maar toch: we stonden met elkaar te spreken.

Ons gesprek dreigde nog even verstoord te worden door een autochtone redelijk bejaarde Nederlander die aangaf tegen Hitler te zijn, maar ook tegen Netanyahu, maar de geriater in opleiding, die toonde goed te kunnen omgaan met bejaarde calvinistische Nederlanders, maakte aan de interruptie een professioneel einde. Voor dit dagboek had ik graag een foto geplaatst van ons gesprek voor de supermarkt, maar de chemicus vond dat toch te riskant. Jammer, maar wel begrijpelijk, nadat hij omstandig had uitgelegd hoe binnen hun gemeenschap het aantal onwetende meelopers de verregaande meerderheid heeft en agressiviteit als gevolg van onwetendheid rijkelijk aanwezig is.

Ik heb ze aangeven om mijn dagboek te volgen. Wie weet heb ik een klein zaadje mogen deponeren op een unieke vruchtbare plek in een vijandig antisemitisch veld.

Vrijdagochtend, uren voor de Islamitische ontmoeting, een verhaal aan de grote jongens van het Chabad Zomerdagkamp verteld en morgen mag ik weer aantreden met een verhaal voor de rest van de kampers. Wordt een lastige om meer dan tweehonderd Joodse kindertjes stil te laten luisteren. Toch moet het lukken, want ik ben wel wat gewend. We gaan het zien. En… mocht u in de financiële gelegenheid zijn om het Zomerdagkamp, een project van Chabad Holland, te steunen:

Chabad Holland, NL95 INGB 0000 59 16 59, met graag als vermelding Zomerdagkamp. Alles is dit jaar duurder is geworden.  Maar los van de prijsstijgingen mogen we dit jaar niet meer vertrouwen op een beveiliging van 80%, maar hebben we echt 110% nodig en dus: tel maar uit uw / onze winst! Mag ik op u rekenen?

 

Reacties

Populaire posts