dagboek 11 aug. 2024

 

“Kie beetie beet tefilla jikaree legol ha’amiem -want mijn huis zal een bedehuis genoemd worden voor alle volkeren.”

Deze verwelkomende tekst siert de ingang van de synagoge van Amersfoort en toont hoe Jodendom een open beleid heeft ten opzichte van niet-Joden. Helaas is heden ten dage deze openheid, die overigens absoluut geen bekering tot doel heeft, zwaar ingeperkt en is meer theorie dan praktijk. In geen sjoel kun je nog zomaar binnenkomen en je als niet-jood beroepen op deze verwelkomende tekst uit Jesjaja (56:7) zal niet lukken. Neen, als je vandaag de dag een bezoek wilt brengen aan een synagoge voor een rondleiding of om eens een dienst bij te wonen, dan zul je je vooraf moeten melden, kopie van paspoort sturen of anderzijds moeten aantonen wie je bent zodat er een veiligheidscontrole kan plaatsvinden. Knetter, dat dat nodig is en volledig in tegenspraak met de grote mitswa (gebod) van gastvrijheid. Een opendeurbeleid bestaat niet meer.

Maar gelijk de niet-Jood zich zal moeten identificeren, zo ook moet een Jood, die niet bekend is bij de Joodse Gemeente, dezelfde ongastvrije weg bewandelen.

En zo geschiedde het dat de secretaris van de Joodse Gemeente Amersfoort vrijdag een telefoontje kreeg van een man die zegt Joods te zijn en vraagt hoe laat de dienst op sjabbat begint. En dus kreeg hij in eerste instantie geen tijdstip te horen, maar werd hij ondervraagd en moest een kopie van zijn paspoort sturen. Tot zover niets bijzonders en vindt dit soort veiligheidscontroles bij alle synagogen plaats, of vooraf of ter plekke door de beveiliging die voor de synagoge staat. Maar hier was het toch wel even bijzonder. Een man uit Australië die op vakantie was in Amersfoort wilde naar sjoel. Na de gebruikelijke controle was hij braaf op tijd aanwezig, werd door de gabbe voorzien van een gebedenboek, van een keppeltje en een tallieth (gebedsmantel). Hij was een Joodse man, woonde dus in Australië, had een Israëlische moeder en een vader die in Boedapest was geboren en was nog nooit in een synagoge geweest. Zijnde in Amersfoort kwam out of the blue bij hem het verlangen op om eens een synagoge-dienst bij te wonen. En zo hadden we dus sjabbat jongstleden een bar-mitswa, een man van zo’n zestig jaar oud die voor het eerst van z’n leven in een sjoel was en ook nog werd opgeroepen voor de Thora. Ik had het gevoel dat alleen hiervoor al het bestaan van de bijna driehonderd jarige oudste synagoge van West-Europa, gerechtvaardigd was…  Nadat hij de berachot, zegenspreuken, had uitgesproken weerklonk spontaan het “siman tov en mazzeltov”, werd de bar-mitswa-jongen toegezongen en werd er een dansje met hem gemaakt. Waarom hij naar sjoel had willen gaan was hem ook niet duidelijk, maar dit fenomeen, de Jood die zich plotseling bewust is van zijn Joodse identiteit, is zeker niet nieuw, maar is wel steeds vaker voorkomend na 7 oktober. Tot zover de unieke bar-mitswa.

 

De Brith Milah, waarover ik in mijn vorige dagboek had geschreven, had ik donderdag mogen meemaken in Maastricht. Een choepa, huwelijksvoltrekking, staat in de planning voor over drie weken, en wat er dus nog ontbrak (en had mogen blijven ontbreken!) was een begrafenis.

Maar helaas:  Ds. Jaap de Vreugd, jarenlang voorzitter van Christenen voor Israël, heeft dit aardse bestaan ingeruild voor een hoger leven. Dag en nacht stond hij in de frontlinies om voor Israël op te komen in woord en daad. Een vriend van het Joodse volk, een vriend van mij persoonlijk, een vriend van de Staat Israël waar zeer veel instellingen en projecten dankzij zijn inzet werden en nog steeds worden gesteund.

Moge zijn ziel gebundeld worden in de bundel van het eeuwige leven.

 

 

Reacties

Populaire posts