dagboek 25 sept. 2024

Dat het heel vaak niet inschatbaar is wat je betekent voor een ander, werd mij deze week weer eens duidelijk. Ik stap mijn auto uit op een parkeerplaats en een mij onbekende komt naar me toe en stelt zich voor als de schoonzoon van Herman Levi. Zo’n veertig jaar geleden bracht ik een pakje misjloach manot ter gelegenheid van Poerim aan iemand in de Beethovenbuurt in Amsterdam. Ik kreeg geen gehoor en belde bij de buren aan in de hoop dat zij wel thuis zouden zijn en bereid om het aan hun buurman af te geven. Om een lang verhaal kort te houden: de buurman Herman Levi was (ook) Joods en we besloten om contact te houden. Jarenlang hebben we eens per maand gelernd. Reb Zwi, want zijn Joodse naam was Zwi, en ik hebben zeker vijfentwintig jaar samen gelernd, twee uur per maand. En na iedere lernsessie een broodje Meijer. Nadat de echte broodje Meijer geschiedenis was geworden zijn we gestopt met het broodje en met het lernen, maar we hielden contact… Reb Zwi is inmiddels hoogbejaard maar zijn geheugen is naar een niveau afgedaald dat lernen er niet meer in zit. Ik ben Reb Zwi sinds een jaar uit het oog verloren. “Nu ik u zie, rabbijn Jacobs, wil ik u laten weten hoeveel u voor mijn schoonvader heeft betekend. De lernsessies, de wekelijkse telefoontjes, de gesprekken over de oorlog die hij als enige van zijn familie had overleefd…” Ik wist niet dat Reb Zwi een schoonzoon en dus een dochter had. Nooit hebben we gesproken over zijn echtgenote, die hij dus kennelijk heeft gehad. Al schrijvend komt Reb Zwi weer in mijn geheugen bovendrijven en ben ik dankbaar te vernemen dat ik kennelijk iets voor hem heb mogen betekenen. Reb Zwi was geen zielenpoot, niet armlastig, maar een zeer geslaagde zakenman. Maar wel een overlevende van een sterk traumatiserende onderduik. Als die schoonzoon aangeeft dat ik zo belangrijk was voor Reb Zwi, dan zal dat zeker zo zijn. Maar ik heb dat nooit zo gevoeld en geweten.

Amersfoorts burgemeester Lucas Bolsius heeft een delegatie ontvangen van de Joodse Gemeente om te spreken over de demonstratie “Amersfoort tegen zionisme”. Zijn positie is goed en duidelijk. Hij gaat eraan werken zich dusdanig te profileren dat er over die duidelijkheid bij zijn Joodse inwoners geen onduidelijkheid meer bestaat, en dat is goed. Een fijn gesprek, een warme ontvangst.

En nu we het toch over een burgemeester hebben: ik ben net terug uit Hilversum. N.a.v. de documentaire van de EO over de positie van de media in WO II hadden de voorzitter van de Joodse Gemeente Hilversum, Gerard Klein, en ik een bijzonder fijn gesprek met burgemeester Gerhard van den Top. Hierover heeft de Gemeente Hilversum intern als volgt gecommuniceerd:

“Op woensdag 25 september heeft de burgemeester van Hilversum een heel goed gesprek gehad met Opperrabbijn Binyomin Jacobs en Gerard Klein. De verhalen over de onveiligheid die de Joodse gemeenschap ervaart zijn indringend. We moeten in de samenleving op zoek blijven naar verbinding en dialoog, juist als het zo onrustig is in de wereld zoals dat nu het geval is. Niemand zou zich zorgen moeten maken over zijn vrijheid en veiligheid omwille van zijn of haar geloof of afkomst. Dat betekent dat we een actieve plicht hebben, zeker ook naar de Joodse gemeenschap, om als samenleving ervoor elkaar te zijn en het maatschappelijke debat te voeren hoe de onrust in de wereld ons niet verder uit elkaar drijft maar dichter bij elkaar brengt.”

Nog een week en het is Rosj Hasjana. Helaas ben ik te veel bezig met de situatie in IsraĆ«l. Het laat me niet los. Maar mijn zorgen hebben geen enkele invloed op het verloop van die oorlog en ook niet op de eenzijdige berichtgeving van de NOS, die me bepaald niet vrolijk maakt. En dus, zeg ik tegen mezelf: pak de telefoon en bel een bekende waarvan je weet dat hij/zij je telefoontje zal waarderen, omdat hij/zij alleen is.  Ja, ik weet het, sommige mensen kunnen goed alleen zijn, zitten niet te wachten op mijn telefoontje. Maar de meerderheid der mensen kwijnt weg in eenzaamheid en zal innig dankbaar zijn met een eenvoudig telefoontje met daarin de wens voor een sjana towa oemetoeka.

Ik blaas dadelijk, gelijk iedere dag in deze maand Elloel, op de sjofar. Word wakker, kom tot inkeer. Maar ook: denk niet dat er gigantische daden van je worden verwacht.

 

 

Reacties

Populaire posts