dag- en nachtboek 27/28 november 2024
We hebben een woelige week achter ons. Never a dull moment. Maar of al het woelige ook zo positief was, durf ik niet te beweren. De bekladding van de voorgevel, in haar volle breedte, van het Israël Producten Centrum in Nijkerk was niet plezierig. Notabene christenen, of wat daarvoor doorgaat, beschuldigen (mede-) Christenen (voor Israël) van genocide en kindermoord. De bekladding was groot, de protesterende massa klein. Het regende en was ook nog ijzig koud. Aardig en ook nogal komisch was het aanbod van Christenen voor Israël om de bibberende protestanten (dubbele betekenis!) van koffie te voorzien. De koffie werd namelijk geserveerd in een Israël-beker met daarop de afbeelding van de Israëlische vlag. Moet kunnen, dacht ik bij mezelf, want de hete koffie komt niet uit de Bezette Gebieden. Dat de koffie werd geserveerd door kindermoordenaars van wie een normaal mens natuurlijk niet wil profiteren, werd vergeten. Het leek even een broederlijke saamhorigheid tussen schreeuwende bekladders en genocidale kindermoordenaars. Welkom in Nijkerk, bij de koffie!
Overigens deden de Urker-boys hun beklag dat zij niet meteen waren opgetrommeld om het anti-Israël groepje de laan uit te helpen, letterlijk en niet figuurlijk, wel te verstaan. De rode-verf-juffrouw is inmiddels een ervaringsdeskundige, omdat ze IPC al eerder had beklad, ook op de Dam haar aanwezigheid met wat rode verf kenbaar had gemaakt en zich ook nu weer bevond bij het groepje oproerkraaiers.
Het Joodse leven draait momenteel mijns inziens veel te veel om angst en bezorgdheid. Eergisteren weer twee aanvragen voor een Rabbinale Verklaring om daarmee, zo nodig, naar Israël te kunnen vluchten. En gisteren was ik in Muiderberg om het graf van mijn vader en moeder te bezoeken. Het was namelijk de Jaartijd van mijn vader. Op de Jaartijd, de sterfdag, wordt er door de kinderen een Jaartijdlicht aangestoken. Dat mag een kaars zijn die meer dan 24 uur brandt, maar een elektrisch lampje, vaak met daarin in het Hebreeuws de woorden Lezikaron, ter nagedachtenis, is ook goed. Licht, daar draait het om!
Dadelijk, het is inmiddels donderdagochtend in de zeer vroege uurtjes, gaan we naar Zeeland. De sjoel van Middelburg bestaat dertig jaar. Terwijl vanavond om 19:30 uur de landelijke pro-Israël demonstratie zal plaatsvinden die duizenden en duizenden Nederlanders zal samenbrengen en ik notabene gevraagd was door onze christelijke vrienden om een van de tien sprekers te zijn, ben ik gezegend met een geweldig waterdicht excuus om daar niet te zijn. Die pro-Israël demonstratie heeft alles te maken met het opkomend antisemitisme en is eigenlijk niet echt een pro-Israël demonstratie, maar veel meer een anti-antisemitisme bijeenkomst.
Na dit nachtboek, het is halfvier in de vroege uurtjes van vandaag, moet ik voor mezelf nog op een rijtje zetten wat ik dadelijk in de volle sjoel van Middelburg ga zeggen. Ga ik spreken over duisternis of juist over licht?
De sjoel van Middelburg werd letterlijk gebouwd op de ruïne van het vooroorlogse Gebedshuis. Het waren niet de Duitsers die de synagoge hadden vernietigd, maar in november 1944 bij de bevrijding van Walcheren werd de sjoel van Middelburg, de eerste synagoge die buiten Amsterdam was gebouwd (1705), getroffen door een Britse granaat. Slechts een deel van de muren overleefde, de rest was veranderd in ruïne. En op die ruïne herrees de huidige sjoel. Bij de inwijding dertig jaar geleden, riep ik op om toch vooral te zorgen dat de synagoge niet zou verworden tot een monument, maar een plaats waar de kleine Joodse gemeenschap bijeen zou mogen komen om het Jodendom te vieren en om vooral ook licht te mogen uitstralen naar de brede samenleving. De inwijding vond plaats op Chanoeka. Op Chanoeka staan twee wonderen centraal. Het wonder van de oorlogsstrijd. Een klein Joods legertje wist de gigantisch grote Griekse legerschare te overwinnen. En het tweede wonder is het wonder van het kruikje olie dat slechts genoeg olie bevatte om de Menora in de Tempel één dag te laten branden, maar uiteindelijk acht dagen bleek te voldoen. De anti-antisemitisme demonstratie bij de Stopera in Amsterdam zou ik willen vergelijken met het wonder van de kleine gedreven legerschare die de professionele Griekse overmacht wist te verslaan. En de kleinere bijeenkomst in de sjoel van Middelburg, zie ik als het kleine vlammetje van de Menora dat kon branden dankzij het wonder van het kruikje olie. Ik mag dadelijk bij het wonder van het kruikje olie in Middelburg aanwezig zijn en aanschouwen hoe een klein vlammetje, de Joodse Gemeente Zeeland, in staat is om omringende duisternis te verdrijven, niet door te strijden maar door licht te verspreiden.
Stop, zeg ik tegen mezelf, Binyomin, je hebt nu genoeg stof om dadelijk je toespraak te gaan maken. Schrijf je dagboek!
Gisterochtend gaf ik om kwart over tien een online-babbeltje voor zo’n negentig lijfelijk aanwezige leden van de Joodse Gemeenschap in Australië. Hoeveel meekeken per zoom of andere technische middelen weet ik niet, maar het waren er zeker enige duizenden. Onderwerp? Antisemitisme! Gisteravond werd ik vereerd met een bezoek van Rabbi Abraham Cooper. Hij behoort tot een van de meest invloedrijke rabbijnen in de USA. Hij staat op de zevende plaats en wilde zijn collega-rabbijn Jacobs (dat ben ik) ontmoeten, vandaar zijn bezoek aan huize Jacobs. Die zevende plaats doet me natuurlijk denken aan de zeven armen van de Menora die in de Tempel in Jeruzalem stond. Licht in duisternis. Hij kwam speciaal voor de demonstratie naar Nederland vanuit zijn positie als “associate dean and director, global social action” van het Simon Wiesenthal Center. Voor mij een enorme eer om hem en zijn secretaris gisteravond voor een vijf-sterren-maaltijd (dank aan mijn Blouma!) bij ons thuis te mogen ontvangen. Roger van Oordt van Christenen voor Israël schoof ook nog even aan. We spraken over licht en duisternis. Over de vele vijanden die onze aardbol menen te moeten begiftigen. Maar ook uitgebreid over de lichtpunten die we niet mogen vergeten en waarvoor we oog moeten hebben, anders wordt het allemaal zo triest en donker. En dat moeten we niet willen!
Reacties
Een reactie posten