dagboek 24 november 2024

De ontvangst op de ambassade van Hongarije, donderdagmiddag voor de kennismaking met de nieuwe ambassadeur was meer dan hartelijk. Dat ‘meer dan’ heb ik toegevoegd omdat ze zelfs voor koosjer gebak en drank hadden gezorgd. Uiteraard is het antisemitisme ter sprake gekomen en de opstelling van Hongarije ten opzichte van de uitspraak van het ICC over Netanyahu. De nieuwe ambassadeur heet Daniel Horogszegi Szilagyi-Landeck, maar gemakshalve noem ik hem maar gewoon Daniel omdat het mij niet helemaal duidelijk is waar zijn voornaam eindigt en zijn achternaam begint. Over de vraag hoe het huidige antisemitisme te bestrijden hoefden we niet te spreken, want antisemitisme wordt in Hongarije niet getolereerd. Collega’s rabbijnen in Budapest hebben mij dat ook bevestigd. De synagogen hebben daar geen beveiliging nodig op het niveau-NL. Overigens ben ik de laatste maanden diverse keren in Budapest geweest en niet één keer nagescholden, hetgeen in mijn eigen Nederland bijna ondenkbaar is.

Sjabbath jl. heb ik een primeur mogen beleven. Vanuit de moskee niet ver van mijn huis op weg naar sjoel werd ik uitgescholden. Uiteraard doorgegeven aan de politie, maar ik vrees dat ze er niets mee kunnen, omdat ik bij voorbaat weet dat ze zullen reageren in de ontkenning. De Moskee behoort tot de voornamelijk Turkse moslims en streeft naar integratie en de dialoog met andersdenkenden, zo vind ik op internet. Vreemd, denk ik dan, dat ze me nog nooit hebben benaderd en/of een bloemetje gestuurd als teken van medeleven met 7 oktober, want ik weet zeker dat mijn adres bekend is.

Het plan van de Overheid om duidelijk het antisemitisme te bestrijden, juich ik van ganser harte toe. Diverse media uit Nederland, maar ook uit Frankrijk, Israël, Duitsland, VS, Nieuw-Zeeland en Hongarije hebben mijn mening gevraagd over het anti- antisemitisme plan en duidelijk liet ik weten dat ik dankbaar ben dat de Overheid zo’n bemoedigende boodschap afgeeft. Nederland accepteert onvoorwaardelijk geen antisemitisme, zonder welke ‘maar’ dan ook. Ik ben ervan overtuigd dat die boodschap top-down de Joodse Gemeenschap in ons land tot steun is, en dat is van essentieel belang.

Maar (toch een maar, maar dan van mijn kant): hoe alle onderwijsplannen, onderdeel van de bestrijding, praktisch uitvoerbaar zullen zijn, is mij vooralsnog niet duidelijk. Het maken van lesmateriaal voor scholen vergt deskundigheid en die kan zeker worden ingehuurd en dat zal ook gebeuren! Lastiger is echter het vinden van de juiste docenten die gemotiveerd de boodschap kunnen en willen overbrengen, zelfs als de leraar niets hoeft te zeggen en uitsluitend een video moet afspelen. Want je kunt het beste programma hebben, als de presentatie tekortschiet, is het waardeloos. Vergelijkbaar met een peperdure diamant die geplaatst is in een goedkoop ringetje.

En helaas, dat goedkope ring bestaat al!

 

Tien jaar lang, van 1976-1986, heb ik pastoraal werk verricht in het toen nog bestaande ressort Overijssel. Eens in de zes weken bezocht ik Zwolle, Almelo, Hengelo, Deventer en twee keer in de zes weken Enschede. Ik herinner mij een bezoek aan een toen reeds op-leeftijd-zijnde echtpaar. Ze waren weliswaar lid was van de Joodse Gemeente, maar toonden totaal geen betrokkenheid. Als de Joodse Gemeente gebeld zou hebben met de vraag of ze een bezoek van de rabbijn zouden waarderen, zou er zeker een neen komen. En dus liet ik nooit, bij dit soort leden, bellen met de vraag of ze een bezoekje op prijs zouden stellen. maar belde ik zelf en gaf aan dat ik toevallig op die en die dag bij hen in de buurt zou zijn en of ik dan mocht langskomen om een kop koffie te drinken. Ik herinner me niet ooit een neen te hebben ontvangen. Enfin, ik dus naar dit oudere echtpaar getogen, druk op de bel, hoor een enorm geblaf, de deur wordt door de vrouw des huizes (en de hond) geopend en terwijl zij mij buitengewoon vriendelijk welkom heet en aangeeft dat haar blaffende hond niet bijt, voel ik zijn tanden in mijn been. Om de sfeer niet te verstoren heb ik dat niet-bijten braaf geaccepteerd om na het fijne bezoek de schade op te nemen: een scheur in mijn linker broekspijp en in mijn been de gevolgen van het hondse gebit.

Waar gaat Jacobs heen, hoor ik u denken, is hij zijn dagboek-draad kwijt? Neen! Bij mij leeft het stellige positieve gevoel en de nadrukkelijke overtuiging dat onze Overheid absoluut niet beticht kan en mag worden van antisemitisme, maar het accepteren van het ICC-Netanyahu-arrestatiebevel, want zo komt het over, doet mij toch pijn, ook als het in de praktijk niet en nooit tot een arrestatie zal komen. Het voelt als die hondenbeet van veertig jaar geleden. Een gevoel dat ik niet had bij de Hongaarse ambassadeur Daniel, die had duidelijk geen hond.

Via een choepa in Maastricht, een geweldige bijeenkomst in het Joods Museum ter gelegenheid van zevenendertig jaar advocaat-schap van mijn zeer gewaardeerde vriend Prof. Mr. Knoops en een bezoek aan het tankstation, waren we om half één thuis, voldaan en bekaf.

 

Reacties

Populaire posts