dagboek 3 nov. 2024
Tussen de aanslagen, drones en raketaanvallen door is Mendel Cohen, de rabbijn van Mariupol, weer even terug in Oekraïne. Ik bedoel uiteraard de raketaanvallen in Oekraïne en niet in Israël waar hij thans woonachtig is, hoewel…
Van stad naar stad trekt hij met zijn maatje de mohel-arts door het gigantisch grote land om jongetjes te besnijden. Maar niet alleen baby-boys, ook tieners en volwassenen. Want ondanks het oorlogsgeweld gaat het leven verder, ook het Joodse leven, hoewel niet altijd even makkelijk. Een pasgeboren baby en een man van 65 in Chernigiv. Twee baby’s in Kiev. In Anatevka een man van 33 … en zo reizen de twee, voorzien van een chauffeur die slaapt als de brith wordt uitgevoerd en wakker is als Mendel en de dokter in de auto hun rust nemen om uitgeslapen aan te komen bij de volgende Brith Milah in bijvoorbeeld Nikolaeva.
We hadden woensdag tussen 16:00-17:15 uur onze sjioer–cursus voor gepensioneerden. In de voor-Coroniaansche tijd was die sjioer om de week bij ons thuis in Amersoort, maar eenmaal aan de computer weegt het in de auto zitten niet op tegen het gemak van Zoom. En dus is de Corona-Zoom gebleven. De groep mag niet te groot zijn, omdat er ruimte moet zijn voor vragen, discussie en persoonlijk contact.
Donderdag jl. was ik in Sneek op de Joodse Begraafplaats. Een herdenking. We stonden aan het graf van Justin Gerstner, geboren in het Duitse Ehelsbach op 5 november 1921. Waarschijnlijk hebben zijn ouders hem op 13-jarige leeftijd naar zijn oom in Deventer gestuurd om Hitler-Duitsland te ontvluchten.
In 1942 kwam de Joodse Justin met een vals persoonsbewijs onder de naam Douwe Elzinga in Eemswoude (Friesland) aan, een geïsoleerde buurtschap bestaande uit zeven boerderijen. De familie Buwalkda gaven hem onderdak. Hij kreeg zijn eigen koe, hielp volop mee op de boerderij en werd een echte boerenjongen.
Op 31 oktober werd hij door de moffen opgepakt en gedwongen zijn schuilplaats en die van anderen te verraden. Op beestachtige wijze werd hij gefolterd en gemarteld, maar hij bleef zwijgen en heeft niets losgelaten over de vele Joden die in Eemswoude waren ondergedoken. Zijn moordenaar was Max Strobel, chef van de SD, ‘de beul van Sneek’, die eigenhandig vijfentwintig mensen had vermoord in Sneek en in zijn vorige standplaats Maastricht nog eens veertig. Ongestraft heeft hij na de oorlog verder kunnen genieten van het leven, omdat hij te boek stond als Max Ströbel, met een umlaut, en niet als Strobel, zonder umlaut.
Als Justin zou zijn doorgeslagen had de ramp niet te overzien geweest. Door zijn zwijgen heeft hij de moord op tientallen Joden en evenzovele duikouders voorkomen.
Ik voelde dat ik aan het graf stond van een Tsadiek, een door en door goed mens, ik heb gedawend voor zijn zielenrust en G’d gesmeekt voor Sjalom in Israël en ook elders in deze woelige wereld.
We gaan dadelijk naar de Bat Mitswa van onze kleindochter in Amsterdam, vernoemd naar mijn moeder die op het moment van haar geboorte is overleden.
Ik heb nog een paar uur, maar toch moet ik stoppen vanwege mijn numerus fixus. Mijn NIW-columns in het papieren NIW moeten altijd vierhonderd woorden bevatten, geen woord meer en geen woord minder. Voor mijn dagboeken ben ik vrij het aantal woorden te bepalen, maar ik heb mezelf een numerus fixus van zeshonderd woorden opgelegd. En gezien ik een echte jekke ben, moet ik me wel precies en bijna neurotisch aan tijden en getallen houden. Maar, wat ik nog wel wil toevoegen aan dit dagboek omdat ik nog een paar woorden over heb, is:
Wordt vervolgd met verslag van de Bat Mitswa
Reacties
Een reactie posten