dagboek 1 december 2024

Donderdagavond was de anti-antisemitisme demonstratie achter de Stopera. De NOS, die de Joodse Gemeenschap erg goed gezind is (grapje!), liet fijntjes weten dat er beweerd werd door de organisatoren dat er duizenden kwamen opdagen, maar dat het er slechts enige honderden waren. Een klein rekensommetje leert mij echter dat de bussen die waren ingezet alleen al 800 inzittenden hadden en uiteraard kwamen de meeste deelnemers niet per bus. Politie had aangegeven dat er voor 2500 mensen plaats was op de (stampvolle) plaats van (vredige) demonstratie. Mocht ik het allemaal verkeerd begrepen hebben, dan verneem ik dat graag en bied op voorhand mijn excuus aan, aan onze Nationale Omroep.

Zelf was ik niet bij de Stopera. “Vreemd”, kreeg ik van vele kanten te horen. “U had  daar niet mogen ontbreken.” En toch was ik er niet, maar wij waren in Middelburg, gasten van de Joodse Gemeente Zeeland, die op die donderdagavond het dertig jarig bestaan vierde van hun sjoel die Chanoeka 2004 werd ingewijd. Ja, de demonstratie bij de Stopera was veel en veel groter en qua media-bereik onvergelijkbaar belangrijker. En toch hebben Blouma en ik geen seconde in overweging genomen om Middelburg in te ruilen voor Stopera. Op Chanoeka hebben zich twee wonderen afgespeeld. Het wonder met het kruikje olie. Het kruikje olie dat genoeg olie bevatte om de menora in de heroverde Tempel in Jeruzalem één dag te laten branden, bleek acht dagen te voldoen. Acht dagen die nodig waren om nieuwe koosjere olie te vervaardigen. Maar er was ook het wonder dat een klein legertje Joden de gigantische Griekse legerschare wist te verslaan. Dat Joodse legertje was ongetraind, onervaren, zwak. En toch, en dat is het andere Chanoeka-wonder dat we jaarlijks gedenken, wisten de zwakkelingen de professionals te verslaan. Twee wonderen dus.

Het wonder van het kleine legertje vergelijk ik met de protestbijeenkomst bij de Stopera en dertig-jaar synagoge met het wonder van het kruikje olie. En als er in de Talmoed gevraagd wordt: wat is Chanoeka? Dan luidt het antwoord: het wonder van het kruikje olie! En dus waren wij in Middelburg, niet omdat we dat nou eenmaal eerder hadden toegezegd en niet omdat we ook tot na sjabbat zouden blijven en met de kleine Joodse gemeente de sjabbat zouden vieren, maar omdat het wonder van het kruikje olie minstens net zo belangrijk was als de overwinning van dat kleine niet-professionele legertje.

We hebben nog een wondertje mogen beleven. In de Times of Israel werd ik geciteerd. Onder andere werd er vermeld dat ik het betreur dat ik geen enkele reactie van medeleven heb ontvangen vanwege 7 oktober vorig jaar vanuit  de Islamitische Gemeenschap, terwijl ik zeker weet dat echt niet alle in Nederland woonachtige Imans en moskee-bestuurders de 7 oktober pogrom (want dat was dus weldegelijk een georganiseerde pogrom met instemming van het lokale Hamas gezag) hebben goedgekeurd en instemden met de Jodenjacht na de voetbalwedstrijd Ajax-Maccabi.

En nu dus het wondertje: een Iman, namens de moskee waartoe hij behoort,  heeft mij een e-mail gestuurd om medeleven te betuigen en zijn afkeer uit te spreken over de Jodenjacht, benadrukkend hoe goed de verhoudingen waren in Marokko met de Joodse Gemeenschap aldaar.

Terug naar Middelburg: Bij de officiële viering waren twee Zeeuwse burgervaders aanwezig, één burgermoeder en twee gedeputeerden. De sjoel was vol. De bijeenkomst was geweldig en het Hoffy-buffet na afloop verdiende minstens een tien. En daarna, de volgende namiddag: de sjabbaton. Mincha om 16:15 uur en daarna de sjabbat-maaltijd, zingen, lernen, mijn toespraken, verhalen en grappen. Wat een sfeer en vooral: wat een eenheid. Een piepkleine kehilla, één grote familie, iedereen levert zijn/haar bijdrage.

Maar de Joodse Gemeente Zeeland denkt niet alleen aan zichzelf, maar straalt uit vanuit de synagoge ook naar buiten. En dus wordt deze Joodse Gemeente door de Zeeuwse burgerij op handen gedragen. Een heel klein lichtje, een klein vlammetje, maar o zo zuiver. We mochten zo’n beetje non-stop ons geven voor de Joodse Gemeenschap. Om te voorkomen dat tijd verspild zou worden aan van-en-naar sjoel lopen, waren we ingekwartierd in een B&B twee deuren van sjoel verwijderd. Want hoe geweldig de Joodse Gemeente Zeeland ook is, er werd wel 24/7 keer drie inzet van ons verwacht,

Het is nu zondagochtend. Blouma wordt dadelijk opgehaald om babysit te zijn op de Zuidas bij onze kleinkinderen die overigens geen baby’s meer zijn. En ik rijd zo dadelijk naar Arnhem, de lewaja van de hoogbejaarde  mevrouw Senator, weduwe van Fred Senator die in Arnhem, Apeldoorn, Zutphen en nog een paar ander locaties de grote menora jaarlijks opzette om licht te verspreiden. Licht in duisternis.

 

Reacties

Populaire posts