dagboek 15 jan. 2025

De laatste dagen had ik overdag relatief veel open plekken in mijn agenda, maar uiteindelijk werden die lege plekken opgevuld met totaal onverwachte telefoontjes en ontmoetingen. Voordat ik het eerste telefoontje te berde breng wil ik eerst iets pijnlijks vermelden van enige jaren geleden om herhaling te voorkomen. Twee predikanten wilden naar ons huis komen om vergiffenis te vragen voor de foute houding van hun ouders en grootouders in de oorlog. Ik heb ze duidelijk laten weten dat ze van harte welkom zijn, maar ik accepteer hun persoonlijke vergiffenis niet, omdat zij niets naar mij hebben misdaan. Dat de kerk als geheel afstand heeft genomen van het antisemitisme door de eeuwen heen, is een ander verhaal en door mij hogelijk gewaardeerd… en dus verschijnt er in de buitenlandse Joodse pers een mededeling dat Jacobs het algemene brede christelijke excuus weigerde te accepteren en hiermee ook de Joodse Nederlanders diep heeft gekwetst. Er wordt nog een buitenlandse rabbijn bij gesleept, die me kennelijk niet zo aardig vindt, en die weet te vertellen dat ik het Nederlandse Jodendom niet begrijp.

Ik kreeg een telefoontje van een meisje van begin twintig. Na het openbaar maken van het oorlogsarchief is het haar duidelijk geworden dat in haar familie meer dan zeventien voorouders, inclusief ooms en tantes, zwaar fout zijn geweest. ‘Kunt u hen allen vergiffenis schenken’, was haar verzoek. Mijn antwoord was voorzichtig maar duidelijk dat ik dat niet kan en niet wil. Zij die door hun toedoen werden vermoord, zijn de enigen die zouden kunnen vergeven, maar zij zijn niet meer. Vergast dankzij haar zeventien familieleden. Maar, heb ik haar uitgebreid uitgelegd, ‘jij bent niet schuldig aan hun fouten, jij hebt niets verkeerd gedaan! Integendeel, jij neemt afstand van hun daden en lijdt onder hun misstappen. Doe goed, sta klaar voor de medemens en help ons Joden in de strijd tegen antisemitisme. G’d zegene jou en jouw familie’. Ondertussen heb ik al een tweetal van dit soort gesprekken mogen voeren en hoop ik dat ik de nazaten tot steun ben geweest. Nazaten die de NSB-opstelling van hun ouders/grootouders onacceptabel vinden. De nazaten die het eens zijn met foute ouders zullen mij niet bellen.

Omdat ik op nogal wat plaatsen ben geweest, plaatsen waar ik doorgaans niet zo vaak kom, ontmoette ik mensen die ik niet zo vaak zie of überhaupt nog nooit heb ontmoet. Een lid van een Joodse Gemeente die me vertelt dat zijn moeder nooit naar Joodse bijeenkomsten ging, ze wilde haar Jodendom verbergen. Maar toen het Jodendom naar haar kwam, toen in het hartje van haar stad de torenhoge Menora werd aangestoken, toen het publiek voor een zeer groot deel uit niet-joden bestond, toen waagde ze richting Jodendom te komen. Na die grote Menora wist ik dat ik echt Joods was en zie wat er nu voor u staat: tefillin, gebedsriemen, tsietsiet, schouwdraden, een keppeltje. Een dag later vertelt een oudere man een soortgelijk verhaal. Ook hij is via de publiekelijke Menora terug naar zijn roots gekomen. Tegelijkertijd weet een van de twee Publiekelijke-Menora-Joden me te vertellen dat hij iemand benaderde, een Joodse man, om hem te attenderen op de grote Menora. Maar de man ontstak in woede en van de valse beschuldiging dat hij een jood was! Hij was het zeker, vier Joodse grootouders. Maar voor hem was Jodendom een keihard taboe.

Dat wel/niet Jood zijn brengt mij naar maandagmiddag. JMW, Joods Maatschappelijk Werk. Jews in the Netherlands in the 2020s. De JPR, European Jewish Demography Unit, heeft Joods Nederland in kaart gebracht. Met z’n hoevelen zijn we nog? Hoevelen gaan naar sjoel? Wie zijn liberaal en wie orthodox? Hoe veel zijn getrouwd met een niet-joodse partner? Hoeveel Israëliërs zijn onze Joodse gelederen komen versterken of misschien juist verzwakken?

Met het bekend zijn van de getalletjes en de globale mate van betrokkenheid, kan er mijns inziens doelgerichter worden gewerkt. Maar zelfs als het rendement van dit indrukwekkende demografische onderzoek nul zou zijn, dan nog is het goed voor de geschiedenis om de getallen te kennen, you never know!  Dank aan JMW, vanaf deze dagboek-plaats, voor de uitnodiging en dat ik zelfs gereserveerd zat op de voorste rij!

Op weg naar sjoel, sjabbat jongstleden, komt een moslima met donkere huidskleur naar mij toe. Ik was de eerste Jood ooit die ze in levenden lijve had mogen aanschouwen. Ze is jaloers op Joden, want, zo zei ze, wij moslims hebben maar één profeet en jullie Joden heel veel. Fijn om te horen, dacht ik, terwijl ze afscheid neemt van ons met een warm sjalom. Geen river en geen sea! Zo kan het dus ook.

 

 

Reacties

Populaire posts