dagboek 19 mei 2025
Hoewel dit mijn dagboek van 19 mei behoort te zijn, heb ik pas nu, 20 mei, de gelegenheid om te schrijven. Positief is dat ik sjabbat jl. slechts één keer werd nageroepen en dan ook nog slechts van verre. Maar voorafgaand aan deze rustige sjabbat was ik woensdag in Katwijk, met alle beroering die nadien breed in de media stond uitgemeten, terwijl ikzelf er niets van had meegekregen tijdens deze bijzondere viering van Jom Ha’atsmaoet door Christenen voor Israël.
Donderdag een geweldige bijeenkomst in Leeuwarden (met de inschrijving in het Gouden Boek van twee vertrekkende bestuurders), zondag in Winterswijk en gisteren in Amersfoort (en nu in het vliegtuig naar Boedapest). Wat hadden deze drie bijeenkomsten gemeen? De verbinding met het verleden dat niet meer is, een relatie tussen toen en nu, en een harde waarschuwing voor de toekomst. Maar ook bij alle drie een enorm enthousiasme en overgave om, met hulp vanuit de niet-Joodse gemeenschap, alles in het werk te stellen om overeind te blijven in deze woelige tijden. Indrukwekkend!
In Leeuwarden werd de voormalige Joodse School ingewijd tot Joods Cultureel Centrum. De eigenares is mevrouw Cohen die geheel belangeloos de Joodse School ter beschikking stelt aan de Joodse Gemeenschap voor intern en extern gebruik. Extern, ten behoeve van onze niet-Joodse vrienden om ze informatie te geven over het Jodendom en als onze ambassadeurs te fungeren in de strijd tegen antisemitisme. Hetzelfde geldt voor Winterswijk waar de her-inwijding plaatsvond van de indrukwekkend knap gerestaureerde sjoel mede dankzij de gigantische inzet van Mirjam Schwartz, de voorzitter van de piepkleine Joodse Gemeente.
Zowel in Leeuwarden alsook in Winterswijk heerste vreugde, dankbaarheid, zorg vanwege het alom opkomend antisemitisme, maar ook vastberadenheid om niet te zwichten voor angst en bedreiging en overeind te blijven, al ware het alleen al vanwege de emotionele plicht naar hen die ‘niet terugkwamen’.
Door mijn aanwezigheid in Winterswijk, waar mij de eer was toebedeeld de mezoeza aan te slaan, kon ik niet aanwezig zijn bij het 50-jarig bestaan van Cidi en ook niet bij de presentatie van het door Prof. Knoops geschreven boek ‘Als de rechtsstaat faalt’. Ik voel me daarvoor schuldig, maar Winterswijk moest voorgaan. En combineren was, hoezeer ik het ook had gehoopt, niet mogelijk.
Normaliter spreek ik uit het hoofd, zonder tekst voor me. In mijn hoofd heb ik de essentie die ik wil verkondigen en ter plekke verzorg ik de verbale verpakking, aangepast aan de toehoorders.
Mijn toespraak bij de onthulling van het bijzondere Joodse monument in Amersfoort had ik echter wel op schrift om te voorkomen dat ik de mij gegeven spreektijd zou overschrijden en vanwege de complexiteit. Want: 1/ ik wil en mag geen paniek zaaien, 2/ dank dienen we te betuigen voor de hulp van bevriende niet-Joden, 3/ de inzet van de kleine Joodse Gemeente moeten we prijzen en 4/ tegelijkertijd mogen we onze ogen niet sluiten voor de realiteit en de consequenties van het weelderig bloeiende antisemitisme dat verkleed is als antizionisme.
Ik deel hieronder met u een deel van mijn Amersfoortse toespraak, want wat geldt voor Amersfoort, geldt voor iedere Joodse gemeente in ons land.
“… De overgrote meerderheid van Amersfoort zag en liet het gebeuren: Demoniseren, indoctrineren, wegkijken, de makkelijkste weg bewandelen.
Toen een van de opperrabbijnen van Israël, meer dan tien jaar geleden, gevraagd werd wanneer hij vrede verwacht in het Midden-Oosten, was zijn antwoord: zolang er in miljoenen schoolboekjes haat wordt gekweekt, zal er geen vrede zijn.
Maar wat deze opperrabbijn verkondigde heeft voor mij slechts beperkte relevantie, want ik woon in Nederland en ik weiger om conflicten van elders te importeren.
We zijn nu tachtig jaar na de oorlog. Een oorlog waarin niet uitsluitend zes miljoen Joden werden vermoord, maar meer dan vierenvijftig miljoen medemensen omkwamen, als dienstplichtig soldaat, als burger, als verzetsstrijder, vanwege geaardheid, of gewoon als mens.
Willen wij de hele wereld veranderen? Ik wil het misschien wel, een wereldomvattende vrede voor alle bewoners van Uw, van G’ds, aarde. Maar het is niet realistisch en dus zinloos. Neen, laten we proberen samen onze directe omgeving te verbeteren.
Jaren geleden, toen 4 mei op zaterdag viel en ik vanwege de sjabbat niet in de gelegenheid was om naar een officiële herdenking te gaan, werd er voor mijn huis op een speelplaats tijdens de twee minuten stilte luidruchtig door een groep jongeren gevoetbald. Hoewel ik bijna nooit kwaad word, holde ik, inwendig kokend van woedde, na afloop van de twee minuten naar hen toe. Op mijn wenken kwamen ze naar mij toe en ik legde ze uit dat we zojuist twee minuten stilte hadden, de dodenherdenking. Ik gaf ze aan dat 80% van mijn familie was vermoord. Ze schrokken, vroegen of ze alsnog twee minuten stil zouden zijn: niet thuis en niet op school hadden ze hierover vernomen.
Maar sindsdien kan en mag ik niet meer met jongeren spreken. Kleine kinderen hollen voor mij weg, ze zijn doodsbang, want ze hebben onder andere gehoord dat ik hun ogen wil uitsteken om die aan kindertjes te geven die niet goed kunnen zien, Joodse kinderen in Israël.
Laten we proberen samen te werken aan een Amersfoort dat intern vele van elkaar afwijkende meningen mag hebben, maar waar in shalom met elkaar wordt geleefd. Een Amersfoort waar ik en niemand anders meer word uitgescholden, waar ieder die ik groet een vriendelijke teruggroet geeft.
Educatie begint bij jezelf, van kindswijs af aan. En als je je dan afvraagt wat kan ik, als eenling, betekenen, weet dan dat een heel klein vlammetje een gigantische hoeveelheid duisternis kan verdrijven.
Zij die omkwamen hebben geen monument nodig, want zij bevinden zich in een wereld waar de echte shalom, alomvattende vrede, vol licht overheerst.
Maar wij hebben dit monument wel nodig, om te voorkomen dat onze nazaten over tachtig jaar hier weer een monument zullen moeten onthullen…”
Reacties
Een reactie posten