dagboek 9 juli 2025

 Het toverwoord de-escalatie maakt stinkende wonden.

Nog maar nauwelijks geschapen gaat Adam, ons aller oervader, de fout in, verstopt zich en dan roept G’d tot hem: Adam, waar ben je? Adam is de mens, dat bent u en dat ben ik, en wij dienen te beseffen dat G’d ons dagelijks vraagt waar we zijn, hoe we in het leven staan. Ik ben zo’n persoon die, wanneer het mezelf betreft, vaak twijfelt en me steeds afvraag of ik wel goed bezig ben. Ik probeer mezelf een spiegel voor te houden en ik kom meer en meer tot het besef dat mijn dagboek voor u een dagboek is, maar voor mij een spiegel. Want om mijn dagboek te schrijven moet ik mijn agenda doorlopen. Waar was ik en waarom. Wat heb ik gedaan en wat bewust of onbewust heb ik nagelaten. Hoe heb ik gereageerd en in wiens belang? En als ik dan mijn reilen en zeilen van de laatste dagen op een rijtje heb gezet, dan kies ik wat ik met u wil delen, maar voor mij heeft het dagboek dan al zijn taak volbracht, het Adam, waar ben je?

Tijdens een interview met Family7 werd mij gevraagd om een reactie op de aanval van een VN-juffrouw, wiens naam met een A begint, die meent dat haar tijdelijke zijn op Gods aarde als hoogste doel heeft om Israël en Joden zoveel mogelijk in het nauw te drijven en ons fysiek en geestelijk te besmeuren. Haar aanspreken op haar sluwe leugens is zinloos. Maar ook is ieder woord aan haar uitspraken gewijd een verkwisting van tijd en energie.

Eergisteren was weer eens een dagje Leeuwarden. Het eerste exemplaar van het boek “5.017 vermoorde Joodse kinderen van 0 tot 16 jaar” werd uitgereikt aan de Commissaris van de Koning in de provincie Friesland Arno Brok. Ik kreeg het tweede exemplaar aangeboden. Ik had er eens een voorwoord voor geschreven, zo vernam ik tijdens de uitreiking, want ik was dat al bijna weer vergeten. Eigenlijk is het boek geen boek, maar een monument en vandaag de dag ook een keiharde waarschuwing. In de Leeuwarder Courant werd ik als volgt geciteerd: Met een reeks anekdotes vertelde Jacobs over het sterker wordend antisemitisme in Nederland (,,het heet nu anti-zionisme’’), over de toon van berichtgeving (,,het kan best zijn dat Israël dingen fout doet, maar genocide?’’) over menselijkheid (,,ieder medemens in nood moeten we opnemen, dat is een voorwaarde, God verhoede dat we ze uitsluiten op godsdienst, huidskleur, geaardheid’’). En vooral over hoe dit boek, ,,als het ware een standbeeld’’, laat zien ,,wat er kan gebeuren als we wegkijken’’.

Omdat ik toch al in Leeuwarden was had de Joodse Gemeente in de persoon van voorzitter Gerard Cohen aansluitend een Q en A avond georganiseerd. De opkomst was groot, de zaal van de Joodse School was vol en de aandacht geweldig. Zo’n bijeenkomst verdient zondermeer opvolging. Het mooie was dat ook enkelen van de aanwezigen kritische vragen stelden over de situatie in Gaza. Ik denk dat dat essentieel is, want ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat via de media een erg eenzijdig beeld wordt gecreëerd dat zomaar kan leiden tot de titel van het tweede exemplaar dat mij werd uitgereikt.

En dus was de Friese bijeenkomst meer dan uitsluitend interessant, het was een onderdeel van mijn opdracht om bruggen te bouwen. Zoals te verwachten was zat ik met ‘de verkeerden’ te bouwen. Met ‘de verkeerden’ bedoel ik de ‘goeden’, want met de ‘verkeerden’ valt geen contact te krijgen. En toch was het goed dat ik een verkeerd publiek had. Onze niet-joodse vrienden moeten gemotiveerd blijven om op te komen voor Israël en dus dienen ze de gelegenheid te krijgen om vragen, die hun Israël-sympathie op de proef zouden kunnen stellen, beantwoord te krijgen. Fysiek uitgeput en geestelijk voldaan was ik tegen middernacht weer thuis, klaar om mijn bed in te duiken.

Terwijl ik on the road was, zat mijn Blouma een bijeenkomst bij te wonen. In onze wijk, gelijk in heel Nederland, verloopt het bruggenbouwen erg moeizaam. Hoewel ik geen architect ben en dus geen verstand heb van het echte bouwen van echte bruggen, is het me wel duidelijk dat om een verbinding te maken tussen de twee zijden van een rivier de aanwezigheid van twee kades een vereiste is. Met één kade valt er geen overbrugging te maken. Kijk wat er gebeurt: een Iman uit Alkmaar die probeerde de kloof tussen Joden en Islamieten te overbruggen, werd keihard uit zijn ambt gezet en afgeschilderd als een verrader. Ik heb het bange vermoeden dat deze Iman extra bescherming zal moeten krijgen.

En dat brengt me op mijn visie op nieuwe Nederlanders met een Islamitische achtergrond. Nederland is een multiculturele samenleving. Ieder mag zichzelf blijven, dat is vrijheid. En dus hoeft de vluchteling die hier een veilig onderkomen heeft gezocht zijn eigen identiteit niet aan te passen. Maar aan een aantal regeltjes die hier voor alle Nederlanders gelden, zal hij zich wel moeten onderwerpen: 1/ vrouwen zijn geen gebruiksvoorwerpen. 2/ medemensen met een andere geaardheid mogen niet vermoord worden en zelfs niet gehaat.  3/ Joden mogen niet verdelgd worden. Het lastige is dat ik er bijna zeker van ben dat voor de meeste nieuwkomers de Grote Drie geen enkel probleem vormen, alleen is er een relatief kleine groep die keihard andersdenkenden niet accepteert. En dus schorst een Alkmaarse moskee zijn Iman vanwege een bruggen-bouwend bezoek aan Israël. Dit is ons Nederland, tachtig jaar na de bevrijding!

Terug naar de bijeenkomst waarbij ook mijn Blouma aanwezig was. Vanuit de Joodse Gemeente wordt er keer op keer op aangedrongen om in gesprek te gaan met bewoners met een moslim-achtergrond. Meer dan eens is gevraagd aan de Gemeente om hierin te bemiddelen, maar helaas tevergeefs. Daarom is er een burgerinitiatief ontstaan. Het initiatief in onze woonplaats komt van een Turkse en een Joodse vrouw. Mijn zorg was dat de Joodse delegatie zwaar in de minderheid zou zijn, een afspiegeling van de lokale populatie. Bij de eerste bijeenkomst waren vier Joden, één medewerker van www.discriminatie.nl, één Marokkaanse dame, één Turkse (de organisator) en haar dochter. En helemaal aan het eind kwamen er nog twee Turkse jongens opdagen van een jaar of zestien. Het aantal Islamitische participanten was dus zwaar onder peil.  De meneer van www.discriminatie.nl gaf aan dat hij ouders van scheldende kinderen erop kan aanspreken en dat, om Blouma’s eigen woorden te gebruiken, het toverwoord ‘de-escalatie’, waarmee door lokale overheid zo veelvuldig wordt gestrooid, geen oplossing brengt, maar valt onder de zachte heelmeesters die stinkende wonden maken. Om bruggen te bouwen is de aanwezigheid van twee kades een sine qua non…

 

 

 

Reacties

Populaire posts